BALIE COMMUNICATIE

Lesdoelen 
- Na de les weet ik welke werkzaamheden je doet als je bij de receptiebalie werkt
- Na de les weet ik wat representatief is en weet voorbeelden te benoemen
- Na de les weet ik hoe je op een juiste manier met elkaar communiceert 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen 
- Na de les weet ik welke werkzaamheden je doet als je bij de receptiebalie werkt
- Na de les weet ik wat representatief is en weet voorbeelden te benoemen
- Na de les weet ik hoe je op een juiste manier met elkaar communiceert 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke plekken zie jij een receptiebalie?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Receptiebalie
- De balie medewerker is representatief
- Je taalgebruik is belangrijk
- Je werkplek is schoon en opgeruimd 



Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Representatief
- Een schoon lijf wat fris ruikt
- Schone, representatieve kleding
- Schone, verzorgde nagels en haren
- Eventueel passende make-up die niet té veel opvalt
- Een opgeruimde, schone werkplek
- Een professionele begroeting 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke taken?

- De telefoon aannemen, deze doorverbinden en evt. een notitie maken
- De post en e-mail afhandelen
- Klanten/cliënten ontvangen 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is communicatie?


boodschap

zender -----------------> ontvanger

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Verschil non-verbale en verbale communicatie?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Non-verbale communicatie
communicatie waarbij je geen woorden gebruikt, dus met gebaren, lichaamshouding of gezichtsuitdrukking.

Per cultuur verschillend

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

blz. 119

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 11 - Diapositive

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Kijkopdracht

a) Turf het aantal open vragen in het fragment.
b) Turf ook het aantal gesloten vragen.
c) Welke verschillen merk je aan de antwoorden ?
Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op?
Hoe verschilt dit van de antwoorden op open vragen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Domotica
Gebruik maken van elektronische 
aanpassingen in een woning 
en woonomgeving van een 
bewoner

blz. 214
 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen deze twee telefoongesprekken?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

blz. 242

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een representatief uiterlijk betekent dat ….
A
... je werkplek is opgeruimd
B
… je er niet zo netjes uit ziet
C
… je werkplek een rommeltje is
D
...je er netjes en verzorgd uitziet

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions