2 Verhoudingstabel

Doel
  • Je weet dat 2 (of meer) onderwerpen (grootheden) zich met elkaar kunnen verhouden
  • Je kent de verhoudingstabel
  • je kunt de verhoudingstabel toepassen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Doel
  • Je weet dat 2 (of meer) onderwerpen (grootheden) zich met elkaar kunnen verhouden
  • Je kent de verhoudingstabel
  • je kunt de verhoudingstabel toepassen

Slide 1 - Diapositive

Doel
  • Je weet dat 2 (of meer) onderwerpen (grootheden) zich met elkaar kunnen verhouden
  • Je kent de verhoudingstabel
  • je kunt de verhoudingstabel toepassen

Slide 2 - Diapositive

Verhoudingen
  • Een verhouding met twee of meer grootheden
  • Grootheden: prijs, gewicht, aantal, afstand, tijd etc.
  • Verhoudingtabel

Slide 3 - Diapositive

Verhoudingtabel
Prijs
€1,50
? = 
Gewicht
500 gram
750 gram

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

430 blz in 1075 minuten.
Hoeveel blz in 10 minuten?
... blz

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

200 waxinelichtjes kosten €8,00. Wat kosten 63 waxinelichtjes?
€.,..

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

150 cm gordijnstof kost €7,50.
Wat kost 600 cm gordijnstof?
€..,..

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

€6,00 per 2 kilogram.
Hoeveel kost 0,5 kilogram?
€.,..

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

verhouding met elkaar vergelijken
  • Je kunt verhoudingen met elkaar vergelijken
  • De verhouding gelijk maken
  • De verhouding bij iedere aanbieding terug brengen naar per stuk

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke aanbieding is voordeliger?
A
Aanbieding 1
B
Aanbieding 2

Slide 16 - Quiz

verhouding en breuken
  • Een breuk is een verhouding
  •  1/4 = een van de vier = 1 : 4
  • 2/5 = twee van de vijf = 2 : 5

  • Stel twee van de negen (2/9) mensen gaan in Enschede met het openbaar vervoer. In totaal heeft Enschede 162.000 inwoners. Hoeveel inwoners maken gebruik van het OV?

Slide 17 - Diapositive

of het totaal uitrekenen...
Stel 2 van de 9 mensen uit Enschede gaat wel eens met het OV. Dit zijn 36.000 mensen. Hoeveel inwoners heeft Enschede in totaal?
inw. met OV
2
36.000
Totaal
9
?

Slide 18 - Diapositive

2 op de 7 fietsen hebben elektrische ondersteuning. In totaal staan er 868 fietsen in de stalling, hoeveel fietsen hebben ondersteuning?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive