klas 2A donderdag 26 januari -10:25-11:15

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Welkom bij Nederlands!

- ga rustig zitten

- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar  

planning voor vandaag:

- terugblik grammatica H3

- nieuwe leerstof: grammatica H4: het meewerkend voorwerp

denken-delen-uitwisselen

Wat:  Hoe zit het met je kennis uit de vorige lessen? 

Hoe: Opdracht op A4'tje (volgende slide uitleg)

Hulpmiddel: geen

Stap 1: denk eerst zelf na over het antwoord en schrijf dit op.

Stap 2: check het antwoord in duo's.  Bespreek wat het beste antwoord is en bedenk samen een voorbeeld bij iedere zin.

Stap 3: uitwisselen -> docent kiest een duo om toe te lichten.

Uitwisselen

Komt je naam uit het rad? Docent stelt een vraag! Wissel jullie antwoord uit! 

Meewerkend voorwerp

Wat weet je al over het meewerkend voorwerp?

Denk na over het antwoord en bedenk een voorbeeld.

Kijk naar het plaatje en de vragen

Wie doet wat?

Wie krijgt/ontvangt wat?

Wat wordt gegeven/verteld?

Ω

Kijk naar het plaatje en de vragen

 Pak je opdracht A4'tje erbij - BOUWPLAN

Uitleg:

WIE geeft WAT / WIE koopt IETS  = het bouwplan dat je al kent: ond, pv en lv

Uitbreiding van het bouwplan is:

IEMAND geeft IETS aan IEMAND

IEMAND koopt IETS voor IEMAND

WIE geeft WAT aan WIE/  WIE koopt IETS voor WIE

 theorie

- keuze: 

1. Begrijp je hoe je het mw kan vinden? Ga dan al aan de slag met opdracht 1 t/m 3 en 5, blz. 112 + 113.

2. Wil je extra uitleg? Kijk dan naar het theorie filmpje. 

apps.noordhoff.nl

Zelfstandig werken

- Wat: maak opdracht 1 t/m 3 en 5, blz. 112+113

- Hoe zelfstandig

- Hulp: theorie en docent

- Tijd: 20 minuten

- Uitkomst: je kan het lv en mw herkennen en toepassen

- Klaar? ga verder met de extra uitdaging opdracht 4.

Wanneer dit af is, steek je je hand op voor het antwoordenboek.

Klaar binnen de tijd? Maak dan de extra opdracht die je van de docent krijgt

Extra uitdaging

- Wat: extra opdracht: vind de pv, ond, gez. en mw

in een leesfragment uit het boek  van Anna Woltz

- Hoe: lees de instructie van de opdracht zelfstandig

- Hulp: theorie 

- Tijd: binnen werktijd; nog niet af? niet erg! Dan ga je hiermee de volgende les verder!

- Uitkomst: je kunt ond, pv, lv en mw toepassen

- Klaar? kijk na aan de hand van antwoordblad

Wisbordjespel: Check je kennis!- Grammatica - zinsontleding

Benoem de persoonsvorm in de zin:
Ik neem de bus naar het station.

Wat is het gezegde?

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?

mijn scooter =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. werkwoordelijk gezegde

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten

1. Geen meewerkend voorwerp
2. jou
3. Sophie
4. de groeten

Lesdoel

Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden.

Wisbordje: vul in ja of nee?

Waarom wel of niet? Hoe verder?

huiswerk

Maak opdracht 1 t/m 3 en 5. blz.112+ 113

meewerkend voorwerp

Irma      geeft    het cadeau   aan   Rachel

Wie geeft = Irma = (degene die iets doet) = ?

Wat geeft Irma = het cadeau = (datgene wat gegeven wordt) =?

Aan wie geeft Irma = Rachel (de ontvanger!) =?