5 HAVO Redoxreacties - halfreacties

Redoxreacties
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Redoxreacties

Slide 1 - Diapositive

Redoxreacties
  • Reactie waarbij elektronen (e-) worden overgedragen.
  • Altijd minimaal twee deeltjes aanwezig:


  • Soms reageren meerdere deeltjes samen als oxidator of reductor.
  • Binas tabel 48.
  • Voorbeelden: roesten/corrosie, verbranding, reacties in de batterij.
  • Oxidator: neemt elektronen op
  • Reductor: staat elektronen af

Slide 2 - Diapositive

Oxidator

  • Neemt elektronen op
  • Elektronenacceptor
  • Linkerkolom Binas 48
  • Sterkste oxidator links bovenin (F2)
  • Voorbeeld chloor:

Cl2 (g) + 2 e- -> 2 Cl-
Reductor

  • Staat elektronen af
  • Elektronendonor
  • Rechterkolom Binas 48
  • Sterkste reductor rechts onderin (Li)
  • Voorbeeld ijzer:

Fe (s) -> Fe2+ + 2 e-

Slide 3 - Diapositive

Redoxkoppels
Voorbeeld chloor: Cl2 + 2 e- -> 2 Cl-

  • In het voorbeeld is chloor oxidator (neemt e- op).
  • Er ontstaat Cl-, dit is een reductor.
  • Cl2 en Cl- noemen we samen een redoxkoppel.
  • In Binas 48 staan veel voorkomende redoxkoppels.

Slide 4 - Diapositive

Redoxreacties herkennen
Voorbeeld: 2 Na (s) + Cl2 (g) -> 2 NaCl (s)

  • Na (s) voor de pijl heeft geen lading, na de reactie is dit Na+ geworden (in een zout).
  • Cl2 (g) voor de pijl heeft geen lading, na de reactie is dit Cl- geworden.
  • Na heeft dus een elektron afgestaan aan Cl2.
  • Na is reductor, Cl2 is oxidator.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit dat dit een redoxreactie is:
2 Zn + O2 -> 2 ZnO

Slide 6 - Question ouverte

Halfreacties
  • Elke redoxreactie bestaat eigenlijk uit 2 halve reacties: 1 van de oxidator en 1 van de reductor.
  • Dit geven we weer in halfreacties (Binas 48).
  • Twee halfreacties (red en ox) geven de totaalreactie.

Slide 7 - Diapositive

Voor de reactie waren aanwezig:
ijzer(II)ionen, sulfaationen, water, magnesium
Na de reactie is aanwezig:
ijzer, sulfaationen, water, magnesiumionen
Geef de reactievergelijking. Is dit een redoxreactie?

Slide 8 - Question ouverte

Fe2+(aq) + Mg(s) → Fe(s) + Mg2+(aq)

(sulfaationen en water zijn wel aanwezig, maar doen niet mee)

Slide 9 - Diapositive

Beschrijf kort in woorden wat er op microniveau gebeurt bij deze reactie. Kijk goed naar de formules van de deeltjes.

Slide 10 - Question ouverte

Fe2+(aq) + Mg(s) → Fe(s) + Mg2+(aq)


Mg atomen worden Mg ionen → ze staan elektronen (e-) af
Fe ionen worden Fe atomen → ze nemen elektronen (e-) op  
Mg(s) → Mg2+(aq) + 2 e (RED)
Fe2+ (aq) + 2 e-  → Fe(s) (OX)

In een halfreactie van een oxidator staat altijd links e-
In een halfreactie van een reductor staat altijd rechts e-

Slide 11 - Diapositive

Voor de reactie waren aanwezig:
waterstofionen, chloride-ionen, water, magnesium
Na de reactie is aanwezig:
waterstof, chloride-ionen, water, magnesiumionen
Geef de reactievergelijking. Is dit een redoxreactie?

Slide 12 - Question ouverte

Mg(s) + 2 H+(aq) → Mg2+(aq) + H2(g)

Deeltjes veranderen van lading, dus redoxreactie !

Aan de ladingsverandering kun je zien welke deeltjes e- opnemen en welke deeltjes e- afstaan.

Slide 13 - Diapositive

Sterkte oxidatoren/reductoren
  • Redoxreactie vindt plaats als sterkste oxidator hoger staat dan de sterkste reductor.
  • "Bergafwaarts" = reactie verloopt wel.
  • "Berg op" = geen reactie.
  • Zie volgende slide.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Ik doe een stukje natrium in een bak water.
Leg uit of er een redoxreactie plaats vindt. Zo ja, geef de halfreacties.

Slide 16 - Question ouverte

Kan een blokje natrium als reductor of als oxidator reageren?
A
Alleen reductor
B
Alleen oxidator
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 17 - Quiz

Kan chloorgas als reductor of als oxidator reageren?
A
Alleen reductor
B
Alleen oxidator
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 18 - Quiz

Wat is de halfreactie als ijzerpoeder reageert in een redoxreactie? Gebruik Binas 48.
A
Fe -> Fe2+ + 2 e-
B
Fe2+ + 2e- -> Fe
C
Fe3+ + e- -> Fe2+
D
Fe2+ -> Fe3+ + e-

Slide 19 - Quiz

Wat is de halfreactie als zuurstof in zuur milieu reageert in een redoxreactie? Gebruik Binas 48.
A
O3 + 2 H+ + 2e- -> H2O + O2
B
O2 + 4 H+ + 4e- -> 2 H2O
C
O2 + 2 H+ + 2 e- -> H2O2
D
O2 + 2 H2O + 4e- -> 4 OH-

Slide 20 - Quiz

Ik meng een stukje aluminium met een aangezuurde waterstofperoxide (H2O2) oplossing.
Leg uit of er een redoxreactie verloopt. Zo ja, geef de halfreacties.

Slide 21 - Question ouverte

Aan een oplossing van ijzer(III)chloride wordt een oplossing van tin(II)chloride toegevoegd.
Verloopt er een redoxreactie? Zo ja, geef de halfreacties.

Slide 22 - Question ouverte

Aan een basische oplossing van natriumnitriet wordt een oplossing van kaliumpermaganaat toegevoegd.
Verloopt er een redoxreactie? Zo ja, geef de halfreacties.

Slide 23 - Question ouverte