AN - afweer

 afweer
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

 afweer

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
  1. Rol van huid en slijmvliezen bij afweer
  2. Algemene en specifieke afweer

Slide 2 - Diapositive

Afweer van het lichaam
Het menselijk lichaam kan op verschillende manieren reageren op het binnendringen van een lichaamsvreemde stof of ziekteverwekker :

- een directe afweer 
- een indirecte afweerreactie.

Slide 3 - Diapositive

Directe  afweer
De directe afweerreactie treedt vrijwel direct op en kenmerkt zich door een ontstekingsreactie met pijn, warmte, roodheid en zwelling. 

Slide 4 - Diapositive

Directe afweer
Eerste afweerlinie
Tweede afweerline

Slide 5 - Diapositive

Eerste afweerlinie
  • buitenste verhoornde laag opperhuid
  • zweet- en talgklieren
  • speeksel, traanvocht, slijm
  • luchtwegen > trilharen/slijm
  • maagzuur
  • urinewegen: schoonspoelen
  • vagina:  zure afscheiding
  • bacterieflora 

Slide 6 - Diapositive

Waar bevinden zich slijmvliezen?
A
Neus en mond
B
Urinewegen en vagina
C
Ogen
D
Oren

Slide 7 - Quiz

Welke organen zijn betrokken bij de eerste afweerlinie?
A
Witte bloedcellen
B
Maagsap en -zuur
C
Huid en slijmvliezen
D
Lymfeklieren

Slide 8 - Quiz

Tweede afweerlinie
Hierbij spelen bepaalde witte bloedcellen, de granulocyten, een belangrijke rol. De granulocyten proberen vreemde indringers, zoals bacteriën, door middel van fagocytose te vernietigen om zo de schade te beperken. Het weefsel reageert op die plaats met een ontsteking.

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn verschijnselen die je ziet bij een ontstekingsreactie?

Slide 10 - Carte mentale

zes verschijnselen ontstekingsreactie

  • Roodheid
  • Zwelling
  • Warmte
  • Pijn
  • Pus
  • Gestoorde functie 

Slide 11 - Diapositive

Koorts
  • remt groei ziekteverwekkers
  • versnelt fagocytose
  • stimuleert weefselherstel 

Slide 12 - Diapositive

Wat is de functie van deze verschijnselen?
  • Tweetallen 

Slide 13 - Diapositive

Indirecte afweer
Deze vorm van afweer maakt het lichaam immuun voor die specifieke ziekteverwekker. Bij deze indirecte afweerreactie zijn andere witte bloedcellen betrokken, de lymfocyten uit het immunologisch systeem. Komen de lymfocyten in contact met ziekteverwekkers of vreemde eiwitten, dan reageren zij daarop door specifieke afweercellen te maken, antistoffen geheten. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Immuniteit
Immuniteit wil zeggen dat je niet vatbaar oftewel immuun bent voor een infectieziekte. Dat kan alleen als er een voldoende mate van afweer is gevormd tegen de ziekteverwekker. De immuniteit is op verschillende manieren te verkrijgen. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Opdracht
  • Maak een mindmap waarin de volgende termen uitgewerkt worden: B-lymfocyten, antistoffen, geheugen-B-lymfocyten, humorale immuniteit, T-lymfocyten, cellulaire immuniteit, T-geheugencellen, T-helpercellen

Slide 20 - Diapositive

Vaccinatie
Doel is om zo bepaalde infecties onder de bevolking te voorkomen en verspreiding van die ziekten af te laten nemen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Falende afweer
leukopenie
agranulocytose.
immunodeficiëntie
                                                       
                       Zoek op wat bovenstaande begrippen betekenen

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
maak de opdrachten van het expert college over de circulatie

Slide 24 - Diapositive

Wat zijn antigenen?
A
Afweercellen
B
Stoffen die aan de ziekteverwekker zitten
C
Stoffen die aan de afweercellen kleven
D
Ziekteverwekkers

Slide 25 - Quiz

Lymfocyten
B-Lymfocyten: bloedstamcellen  in rode beenmerg
T-lymfocyten: stamcellen van de zwezerik

Slide 26 - Diapositive

B-lymfocyt
  • Nieuw antigeen gedetecteerd? Intensief vermeerderen 
  • geheugen-B-lymfocyten: onthouden de ziekteverwekker > volgende keer snel vermenigvuldigen

Slide 27 - Diapositive

Antistoffen
Antistoffen (immunoglobulinen): richten zich tegen 1 soort ziekteverwekker
Op 2 manieren maken ze ziekteverwekkers onschadelijk:
  1. blokkeren ziekteverwekkers
  2. samenklonteren

Slide 28 - Diapositive

T-lymfocyten
  • cellulaire immuniteit: maken zelf cellen dood
  •  1 type ziekteverwekker
  • T-geheugencellen
  • T-helpercellen: stimuleren en ondersteunen werking T- en B(!)-lymfocyten

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive