Introductie Communicatie 3

• Zorg en Welzijn
• MBO
• Studiejaar 4

Communicatie 3

Werkproces B1-K1-W5

Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk.

Communicator

Canmedsrollen

Leeruitkomst

· De student:

 analyseert de eigen communicatiestijl en trekt hieruit  conclusies

· stelt 2 SMART leerdoelen op ten aanzien van communiceren

· demonstreert kennis van communicatiestijlen, -technieken en –  methoden in casusgesprekken en inventariseert peerfeedback

· past opgedane kennis toe in de communicatie met een cliënt

E-learning

· 01. Communicatie, advies en instructie - Communicatie theorie

· 02. Interculturele communicatie

· 03. Communicatie, advies en instructie - Het gesprek

· 04. Communicatie, advies en instructie - Vragen stellen

Lessen

- introductie/ Roos van Leary

- Communicatiestijlen

- Transactionele analyse

- Soorten gesprekken

- Casustiek

Opdrachten

Deelopdracht 1: Verdiep je in verschillende soorten communicatiemethoden, -stijlen en –technieken. Beschrijf jouw communicatiestijl en reflecteer op jouw eigen communicatiestijl in relatie tot jouw collega’s en cliënten. Stel 2 SMART-leerdoelen ten aanzien van jouw communicatie in de BPV op.

Deelopdracht 2: Afrondende opdracht

Digibib B1-K1-W5 Toepassing

Wat is communicatie?

1. Het gebruiken van taal
2. Het interpreteren van een boodschap
3. Het overbrengen van informatie van de een naar de ander
4. Het begrijpen van een boodschap

Communicatie:

1. vindt alleen plaats als je met iemand praat.
2. B is altijd tweezijdig.
3. is het doorgeven en ontvangen van informatie.
4. is een ander woord voor massamedia.

Wat is communicatie-ruis?

1. Een ruis in je oor terwijl je een gesprek voert
2. Een storing in de communicatie
3. Ruis van een vliegtuig dat voorbij komt
4. Een soort 'sneeuw' op televisie

Als je in de communicatie
een OEN bent wat doe je dan:

1. open, eerlijk en nieuwsgierig zijn
2. overdreven en naïef
3. ouder, enig (= uniek) en namen noemen
4. Je kunt niet communiceren

In de communicatie wordt vaak gesproken over OMA thuislaten. Waar staat deze afkorting voor?

1. oorzaken, manieren en adviezen
2. opnames, moetjes en aanvullingen
3. oplossingen, maatregelen en aanwijzingen
4. oordelen, meningen en aannames of ongevraagde adviezen

Een regel in de communicatie is dat je ANNA meeneemt in een goed gesprek. Waar staat de afkorting ANNA voor?

1. Altijd Noemen, Nooit Aanwijzen
2. Altijd Navragen, Niet zomaar Aannemen
3. Altijd Nemen, Niet Afgeven
4. Altijd Nagaan, Niet Afgaan

Communicatie over de communicatie:
"wat zeg je dat onaardig."

1. niet-intentionele cc
2. meta communicatie
3. non vocale cc
4. massacommuncatie