Zinsdelen 2.0

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Welkom DTH1O!

Terugkoppeling boekendoos

Herhalen 

Nieuw onderwerp

Aan de slag! / toets inzage

Waar waren we gebleven...

Grammatica zinsontleding

Welke twee stappen hebben we vorige week behandeld?

Hoe pak je elk onderdeel aan?

Oefening

Neem de zinnen over. Zet een streep onder de pv en zet de zinsdelen tussen | haken |. 

1. Door de najaarsstorm waaiden de pannen van het dak.

2. Hij sloeg de spijker op de kop.

3. Na de voorstelling bleven we hangen.

4. Januari was erg koud dit jaar.

5. De docent heeft het proefwerk nagekeken.
 

Oefening

1. Door de najaarsstorm | waaiden | de pannen (|) van het dak.

2. Hij | sloeg | de spijker | op de kop.

3. Na de voorstelling | bleven | we | hangen.

4. Januari | was | erg koud | dit jaar.

5. De docent | heeft | het proefwerk | nagekeken.
 

Stap 1: persoonsvorm (PV)

1. De tijdproef (tt-vt)

Na het zesde lesuur mochten de leerlingen naar huis.

2. De vraagproef

Mogen de leerlingen na het zesde lesuur naar huis?

3. De persoonsproef (ev-mv)

Na het zesde lesuur mag de leerling naar huis.

Stap 2: zinsdelen

De zinsdeelproef: probeer welke woorden je samen vóór de persoonsvorm kan zetten. 

Mijn tip: stel vragen aan de zin, het antwoord is één zinsdeel.

Wat kan/weet je nu?

Ik kan de persoonsvorm in zinnen vinden.

Ik kan de zinsdeelproef gebruiken om zinnen in zinsdelen te verdelen.

Nieuw onderwerp

Stap 1: persoonsvorm

Stap 2: zinsdelen

Stap 3: ???

Stap 3: onderwerp

Bijna elke zin heeft een onderwerp (ow). 

Deze hoort bij de persoonsvorm, want het onderwerp doet/is/wordt iets.

Er zijn twee manieren om het onderwerp te vinden. 

Stap 3: onderwerp

Manier 1

Vraag: wie of wat + persoonsvorm? Antwoord: onderwerp

Manier 2

Verander de pv van getal: ev wordt mv of andersom.

Doet dat bij: Gisteren heeft mijn broer bij de slager vlees gekocht.

Quiz

Log in met je eigen naam!

Muziek kan heel veel emotie bij mensen losmaken.

Wat is de persoonsvorm?

Muziek kan heel veel emotie bij mensen losmaken.

Wat is het onderwerp?

Ruud gaat vandaag een keer met de trein naar school.

Wat is de persoonsvorm?

Ruud gaat vandaag een keer met de trein naar school.

Wat is het onderwerp?

Veel mensen vinden scheef hangende schilderijen irritant.

Wat is de persoonsvorm?

Veel mensen vinden scheef hangende schilderijen irritant.

Wat is het onderwerp?

Deze rode lange broek vindt Marianne het mooist.

Wat is de persoonsvorm?

1. Deze rode lange broek
2. vindt
3. Marianne
4. het mooist

Deze rode lange broek vindt Marianne het mooist.

Wat is het onderwerp?

1. Deze rode lange broek
2. vindt
3. Marianne
4. het mooist

De klimaatsverandering komt niet door de stabiele zon.

Wat is de persoonsvorm?

1. De klimaatsverandering
2. komt
3. niet
4. door de stabiele zon

De klimaatsverandering komt niet door de stabiele zon.

Wat is de persoonsvorm?

1. De klimaatsverandering
2. komt
3. niet
4. door de stabiele zon

De gymdocent heeft de tennisrackets klaar gelegd.

Wat is de persoonsvorm?

1. De gymdocent
2. heeft
3. de tennisrackets
4. klaar gelegd

De gymdocent heeft de tennisrackets klaar gelegd.

Wat is het onderwerp?

1. De gymdocent
2. heeft
3. de tennisrackets
4. klaar gelegd

Welkom DTH1O!

Stillezen 

Startopdracht / herhalen

Zelfstandig werken

Nieuwe stof

Aan de slag! / toets inzage

Stillezen

Pak je leesboek en ga 15 minuten in stilte lezen.

Nog geen nieuw boek?

Meld bij de docent dat je er eentje gaat halen

Of ga nieuws lezen op NOS

Startopdracht

Wat heb je afgelopen lessen geleerd?

Welk onderdeel vind je
bij stap 1?

Op welke manieren vind je
de persoonsvorm?

De acteurs gaan hun tekst oefenen.

Het ijskoude water bevriest in de winter.

Sep bewaart de bestanden op zijn laptop.

In de pauze hebben Kim en Vera gevoetbald.

Wat doe je bij stap 2?

Zinsdelen

Pieter heeft zijn spullen opgeruimd.

Sara fiets naar school. 

De bus stopt bij de bushalte. 

Welk onderdeel vind je
bij stap 3?

Hoe vind je
het onderwerp?

De acteurs gaan hun tekst oefenen.

Het ijskoude water bevriest in de winter.

Sep bewaart de bestanden op zijn laptop.

In de pauze hebben Kim en Vera gevoetbald.

Zelfstandig werken/duo's

Eerst: ga naar hoofdstuk 1 taalverzorging grammatica pv en zinsdelen.

Maak opdracht 2 tot en met 4.

Ga naar hoofdstuk 2 taalverzorging grammatica onderwerp.

Maak opdracht 2 tot en met 4.

Klaar? Maak opdracht 5 en daarna ga je lezen. 

Stap 4

En toen?

Stap 4: werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in de zin

Soms één werkwoord (pv), soms zijn het er meer 

Hoe schrijf je dan al die stappen op?

Die bloemen staan een hele week in de vaas.

Die bloemen | staan | een hele week | in de vaas.

pv=staan

ow=Die bloemen

wg=staan

Nu jij!

1 Dit weekend wil ik mijn verjaardag gaan vieren.

2 Na het klassenfeest ruimen de leerlingen de rommel op.

Uitwerking

1 Dit weekend | wil | ik | mijn verjaardag | gaan vieren.

pv=wil

ow=ik

wg=gaan vieren

2 Na het klassenfeest | ruimen | de leerlingen | de rommel | op.

pv= ruimen

ow=de leerlingen

wg=ruimen op!!!

Zelfstandig werken/duo's

Ga naar Nieuw Nederlands hoofdstuk 3 taalverzorging werkwoordelijk gezegde.

Maak opdracht 1 t/m 5.

Aan het einde van de les zijn 1 t/m 3 zeker af!

Helemaal klaar? Maak steropdracht 6 en daarna ga je lezen.