Het menselijk lichaam: Organen en Cellen

Welkom
Het menselijk lichaam: Organen en Cellen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Het menselijk lichaam: Organen en Cellen

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
  • Leerdoelen
  • Voorkennis
  • Theorie
  • Overhoring
  •  Leerdoelen check
  • Einde .

Slide 2 - Diapositive

leerdoelen

  • Je kunt de belangrijkste organen in het menselijk lichaam benoemen en hun functies beschrijven.

  • Je begrijpt de basisstructuur van menselijke cellen en kunt de functies van de verschillende cel onderdelen uitleggen.

Slide 3 - Diapositive

Wat is een orgaan?

Slide 4 - Question ouverte

Uit welke organen bestaat het menselijk lichaam?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een cel

Slide 6 - Question ouverte

Hoe is een menselijk cel opgebouwd?

Slide 7 - Question ouverte

Organen

  • Organen zijn structuren in ons lichaam.
  • Bestaan uit verschillende soorten cellen en weefsels.
  • Elk orgaan heeft een unieke functie.
  • Werken samen om specifieke taken uit te voeren.

Slide 8 - Diapositive

Organen
  • Het menselijk lichaam heeft ongeveer 78 organen.
  • Deze organen werken samen in verschillende orgaansystemen.
  • Ondersteunen de diverse functies van het lichaam, zoals: zenuwstelsel, spijsverteringsstelsel, ademhalingsstelsel.

Slide 9 - Diapositive

Organen
Belangrijkste organen:
  • Hart
  • Hersenen
  • Longen
  • Lever
  • Nieren
  • Maag
  • Darmen
  • Huid

Slide 10 - Diapositive

                                   Het Hart




  • Het hart is een spier die bloed door het lichaam pompt.
  • Het bloed transporteert zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen.
  • Voert afvalstoffen af.
  • Het hart heeft vier kamers: twee boezems en twee kamers.
  • Deze kamers werken samen om het bloed rond te pompen.
                                De Hersenen




  • Controlecentrum van het lichaam.
  • Verantwoordelijk voor gedachten.
  •  Verantwoordelijk voor geheugen.
  • Verantwoordelijk voor emoties.
  • Verantwoordelijk voor coördinatie van bewegingen.

Slide 11 - Diapositive

                                     De Longen




  • Verantwoordelijk voor de ademhaling.
  • Nemen zuurstof op uit de lucht die we inademen. 
  • Geven kooldioxide af aan de lucht die we uitademen.
  • Zorgen ervoor dat ons bloed zuurstofrijk is.
  • Essentieel voor het functioneren van ons lichaam.
                                     De Nieren




  • Filteren afvalstoffen en overtollig water uit het bloed om urine te vormen.
  • Helpen bij het reguleren van de bloeddruk.
  • Balanceren elektrolyten.
  • Produceren hormonen die belangrijk zijn voor:
                  - De aanmaak van rode bloedcellen.
                  - De gezondheid van de botten.



   

Slide 12 - Diapositive

                                      De Darmen




  • Dunne darm:
  1. Verantwoordelijk voor de verdere vertering van voedsel.
  2. Verantwoordelijk voor de opname van voedingsstoffen.
  • Dikke darm:
  1. Onttrekt water en zouten aan de brij waardoor de ontlasting indikt.
                                 De Lever




  • Verwerkt voedingsstoffen die uit de darmen worden opgenomen.
  • Ontgift het bloed.
  • Produceert gal (vertering van vetten).
  • Slaat energie op in de vorm van glycogeen.

Slide 13 - Diapositive

                                De Maag




  • Breekt voedsel af door middel van maagzuur en enzymen.
  • Maakt het voedsel vloeibaar.
  • Bereidt voedsel voor op verdere vertering en opname in de darmen.
  • Speelt een belangrijke rol in het begin van de spijsvertering.
                                  De Huid




  • Het grootste orgaan.
  • Beschermt het lichaam tegen externe invloeden.
  • Helpt bij de regulatie van de      lichaamstemperatuur.

Slide 14 - Diapositive

Welk orgaan is verantwoordelijk voor de filtratie van afvalstoffen uit het bloed?

A
Longen
B
Maag
C
Nieren
D
Hart

Slide 15 - Quiz

Welk orgaan is verantwoordelijk voor de opname van voedingsstoffen uit voedsel?
A
Maag
B
Darmen
C
Lever
D
Nieren

Slide 16 - Quiz

Welk orgaan is het grootste in het menselijk lichaam en speelt een belangrijke rol bij de ontgifting?
A
Longen
B
Hart
C
Lever
D
Maag

Slide 17 - Quiz

Cellen
  • De kleinste levende bouwstenen van ons lichaam.
  • Alles wat leeft, bestaat uit cellen.
  • Ons lichaam heeft miljarden cellen.
  • Elke cel heeft een specifieke taak.

Slide 18 - Diapositive

Soorten cellen
Er zijn verschillende soorten cellen in ons lichaam, zoals:
•    Spiercellen
•    Zenuwcellen
•    Bloedcellen


Slide 19 - Diapositive

Opbouw van een cel:
  • Een cel uit het menselijk lichaam is opgebouwd uit verschillende onderdelen, elk met een specifieke functie.

Slide 20 - Diapositive

De basisstructuur en functies van menselijke cellen:
Celmembraan
Cytoplasma
Celkern
Mitochondriën
Endoplasmatisch Reticulum (ER)
Golgisysteem
Lysosomen
Ribosomen
Celskelet

Slide 21 - Diapositive

Welke structuur is een gelachtige vloeistof waarin de organellen drijven?
A
Celkern
B
Cytoplasma
C
Celmembraan
D
Lysosomen

Slide 22 - Quiz

Welke structuur reguleert welke stoffen in en uit de cel gaan?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
Golgisysteem

Slide 23 - Quiz

Welke structuur geeft de cel vorm en helpt bij intracellulair transport?
A
Celkern
B
Cytoplasma
C
Celskelet
D
Mitochondriën

Slide 24 - Quiz

Samenvatting leerdoel: Organen

  • Belangrijkste organen en hun functies:
        -Hart: Pompt bloed.
         -Hersenen: Regelen lichaam.
         -Longen: Zuurstof in, kooldioxide uit.
         -Lever: Ontgift bloed, maakt gal.
         -Nieren: Filtreren bloed, maken urine.
         -Maag: Verteert voedsel.
         -Darmen: Nemen voedingsstoffen op.
         -Huid: Grootste orgaan, beschermt en 
           reguleert temperatuur

  • Organen werken samen in orgaansystemen
     -Ademhalingsstelsel
     - Verteringsstelsels
     - Bloedvatenstelsel
    - Zenuwstelsel



Samenvatting leerdoel: Cellen

  • Cellen zijn de bouwstenen van het leven en zijn opgebouwd uit basisstructuren  .
     - Celmembraan: Beschermt cel, regelt in- en uitgaande 
        stoffen.
     - Cytoplasma: Vloeistof met cel onderdelen.
     - Celkern: Bevat DNA, regelt cel.
     - Mitochondriën: Maken energie.
     - Endoplasmatisch Reticulum (ER):
     - Golgisysteem: Verpakt eiwitten en vetten.
     - Lysosomen: Breken afval af.
     - Ribosomen: Maken eiwitten.
     - Celskelet: Geeft vorm, helpt bij transport.

  • Al deze structuren werken samen om de cel goed te laten functioneren.


Slide 25 - Diapositive

Opdracht
Vul de twee werkbladen zo zorgvuldig mogelijk in.

Succes!

Slide 26 - Diapositive