08. 28 September. H2 20172018
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Welke vormen zijn juist ?
A
to go - went - gone
B
to go - went - going
C
to go - got - gone
D
to go - wend - gone
Slide 6 - Quiz
Welke vormen zijn juist
A
to know - knew - knewn
B
to knew - know - known
C
to know - knew - known
D
to know - new - known
Slide 7 - Quiz
Welke bewering is juist
A
De Past Simple is bij he/she/it anders dan bij alle andere personen
B
De Past Simple voor regelmatige werkwoorden is altijd: HEEL WERKWOORD + ED
C
De Past Simple in ontkennende zinnen vorm je met: DIDN'T + HEEL WERKWOORD
Slide 8 - Quiz
Welk woord(en) is/zijn GEEN signaalwoord(en) voor de PAST SIMPLE
A
last week
B
two years ago
C
yesterday
D
in 2023
Slide 9 - Quiz
Geef de drie vormen van het werkwoord: VLIEGEN
Slide 10 - Question ouverte
Geef de drie vormen van het werkwoord: VERLIEZEN
Slide 11 - Question ouverte
Geef de drie vormen van het werkwoord: VERKOPEN
