Grammatik Kapitel 2 Les 15

Dienstag, den 5. Dezember 2017
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dienstag, den 5. Dezember 2017

Slide 1 - Diapositive

Programm
1. Lernziele
2. Abhören
3. Wiederholung Grammatik Kapitel 2
4. Diagnostischer Test
5. Evaluation
6. Zeit übrig? Quiz

Slide 2 - Diapositive

Lernziele
  1. Am Ende der Stunde wisst ihr was ihr noch für die Prüfung lernen musst.
  2. Am Ende der Stunde wisst ihr welche Übungen in der Grammatikprüfung enthaltet sind.

Slide 3 - Diapositive

Herhaling zwakke werkwoord
  • STAM: werkwoord -en  wohnen - wohn
  • Ezelsbruggetje: F E E ST T EN T EN
  • Stam eindigend op d/t  dan extra e bij du/er,sie,es/man/ihr, z. B arbeiten:             stam arbeit dus: du arbeitest, er/sie/es/man arbeitet, ihr arbeite
  • Denk ook aan de werkwoorden: zeichnen, atmen, öffnen, rechnen, regnen,
  • Stam eindigend op sis-klank (s/ss/x/sch/ß/z) du alleen t, z. B. tanzen:          stam tanz dus:du tanzt





Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Sterke werkwoorden


Sterke werkwoorden 
heben de kracht om in de verleden tijd van klank te veranderen.

Slide 9 - Diapositive

Sterke werkwoorden
Sterke Duitse werkwoorden zijn in het Nederlands ook vaak sterk.

Als in tegenwoordige tijd in de stam:
-  e  staat verandert die in  i of ie
- a  staat verandert die  in ä
  LET OP! alleen bij: du/er/sie/es 
- voltooid deelwoord 
   ge + werkwoord: gesehen, gefallen, geschlafen



Slide 10 - Diapositive

Mhhh....... wat is eigenlijk het voltooid deelwoord?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Voltooid deelwoord sterk werkwoord

begint met ge- en op einde -en, maar
geen echt regel verder.
Dus uit je hoofd leren!!
gefallen, gegessen, geholfen, gefahren, geschlafen, gesehen, gegeben, gelesen, gekommen

Slide 14 - Diapositive

Diagnostische toets


Maak nu de diagnostische toets voor jezelf in ca. 10 minuten.

Stel je zelf de volgende vragen:
1. Wat ging makkelijk?
2. Wat ging moeilijk(er)?
3. Waaraan moet ik nog werken voor   
     het proefwerk?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Antworten
5. 1  redest
2  liebt,  3  kostet ,4  wohnst  
6. 1. du, 2. Sie
7. 1 der, 2 die,  3 das,  4 der 
 8. 1 seht, 2 fällt,  3 hilfst, 4 schläft 
 9 1 gesehen, 2 gegessen
 10 1 gemacht, 2 reserviert, 3 gezeichnet, 4 getauscht  

Slide 18 - Diapositive

Evaluation
Wat weet je al?
Wat moet je nog leren voor maandag?

Slide 19 - Diapositive