Paragraaf 1.6 Laag Nederland

Paragraaf 1.6: Laag Nederland
1. Je doet je telefoon in de telefoontas.
2. Je zorgt ervoor dat je je boeken op tafel hebt liggen.
3. Zit klaar voor de opbouw van Laag Nederland!



1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1.6: Laag Nederland
1. Je doet je telefoon in de telefoontas.
2. Je zorgt ervoor dat je je boeken op tafel hebt liggen.
3. Zit klaar voor de opbouw van Laag Nederland!



Slide 1 - Diapositive

Hoog en laag Nederland
In een ijstijd staat de zeespiegel laag.

Slide 2 - Diapositive

Een warme periode...
We gaan 10.000 jaar terug de tijd in. De ijstijden zijn voorbij. De zeespiegel stijgt. Wat voor gevolgen heeft dit voor Nederland?

Slide 3 - Diapositive

Ontstaan veen
In Laag-Nederland zijn tijdens deze
zeespiegelstijging nieuwe grond-
soorten afgezet.

De stranden en duinen zijn gevormd
door de zee

Achter de duinen ontstond een
moerasgebied, hier vormde zich een
laag veen



Slide 4 - Diapositive

Hoe ontstaat dat dan?
Ontstaat in een moerasrijke omgeving.

Dode platenresten.

Zuurstofarme omgeving.
Welke delfstoffen krijg je van veen?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Veen
Ongeveer 1000 jaar v. Chr. is een nieuwe strandwal gevormd langs
de kust.
Achter de strandwal ontstond een
waddenzee. In deze binnenzee stond
het water vaak stil en werd
afgezet.
Wanneer er openingen in de duinen
ontstonden kwam het zeewater weer
achter de duinen en vormde zich een
laag veen




Slide 7 - Diapositive

Zeeklei? Wat is dat dan?
Het ontstaat in stilstaand water, achter duinen.

Er wordt steeds een laagje klei toegevoegd.

Slide 8 - Diapositive

Waar ontstaat veen?
A
Op hoge zandgrond
B
In moerasgebied

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar: veen kan je gebruiken om de brandstof turf mee te maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Laag Nederland
  • Grote delen van Nederland liggen dus onder NAP.
  • Vaak onderspoeld.
  • Hierdoor ontstonden stranden en duinen.
  • Water kwam en sloeg gat. Hierdoor soort Waddenzee.
  • Soms veel water, soms weinig water (eb en vloed).
  • Klei op bodem --> moeras.
  • Plantenresten --> veen

Slide 11 - Diapositive

We lezen de tekst 'waddenzee en moerassen' P24 in stilte
Je maakt opdracht 1.
5 minuten
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Help! Het water komt nu wel heel erg hoog!

Welke door de mens aangelegde manieren ken je om ons te beschermen tegen het water?

Slide 13 - Diapositive

Noorden
In Friesland en Groningen liep telkens het land onder water.

Daarom bouwden ze terpen.

Later ook dijken.

Teken mee in je schrift

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Polders
- Door de bouw van dijken rondom de terpen ontstonden polders.

 - Water wegpompen met molens / machines.

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Wat: Volgende les is 1.6 (opdracht 3, 4, 6) af 
op blz. 26-27 werkboek
Met wie: Zelfstandig / tweetallen
Hoe: Zacht praten & met atlas
Tijd: 15  minuten
Klaar: Herhaling paragraaf blz. 28-29 werkboek

Slide 18 - Diapositive