Les 2

Les 2
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 2

Slide 1 - Diapositive

Introductie van de les:
Heet de studenten welkom en geef aan dat je wilt beginnen.
Lesplanning
- Lesdoelen
- Woordweb
- Tekst lezen + opdracht
- Nabespreking

Slide 2 - Diapositive

Bespreek de lesplanning van deze les.
Lesdoelen

- Je (economische) woordenschat uitbreiden.
- Woordstrategieën toepassen op woorden die je niet kent of die je lastig vindt om zo achter de betekenis te komen.
- Samenwerken met een klasgenoot en elkaar ondersteunen.
- Informatie verzamelen voor een student op de partnerschool over Tony's Chocolonely.

Slide 3 - Diapositive

De docent legt de lesdoelen van deze les uit. Op het moment dat de lesdoelen zijn uitgelegd, checkt de docent of alle studenten de gebruikte termen snappen en of er vragen zijn.
Volgende les: schrijfopdracht
Wat ga je ook alweer doen?

Slide 4 - Diapositive

De docent checkt of de studenten nog weten wat de eindopdracht is die ze volgende keer gaan maken. 
Eindopdracht (les 3)
Je schrijft (of typt) een brief naar je ´maatje´ in Brussel.
In deze brief leg je uit wat Tony's Chocolonely is. Houd er rekening mee dat de Belgische student dit concept niet kent.

In de brief gebruik je informatie uit de teksten die we gaan lezen en woorden die we de komende twee lessen gaan leren.

Slide 5 - Diapositive

Kort licht de docent nogmaals toe wat de eindopdracht inhoudt. Hierbij wordt benadrukt dat ze ook tijdens deze les weer informatie kunnen opdoen die ze kunnen gebruiken voor hun tekst.
Woordweb!

Ga naar deze site:


Vul daar de moeilijke woorden in
die je in de tekst van vorige week hebt gevonden.

Slide 6 - Diapositive

De studenten krijgen de link naar het woordweb op Miro en vullen het woord in dat ze na afloop van de vorige les hebben opgeschreven. Deze komen centraal op het bord te staan. Als alle studenten zijn ingelogd, laat dan het woordweb op het scherm zien.
Het ontraadselen van lastige woorden

Slide 7 - Diapositive

De docent kiest een woord uit dat vaker voorkomt in de mindmap en laat deze in de zin waarin het woord in de tekst stond op het bord zien. Dan gaat hij hardop denkend de stappen voordoen die de studenten ook moeten nemen om tot de betekenis van een woord te komen. De docent heeft hierbij ook interactie met de studenten (vragen zijn opgenomen in bijlage van het dossier). Deze stappen moeten de studenten in de volgende opdracht ook zelf zetten om moeilijke woorden te begrijpen.
Tekst: Tony's jaarverslag

Bekijk de tekst globaal.

Waar zal de tekst over gaan?
 Wat zal het onderwerp zijn van de tekst?
Wat zal het tekstdoel zijn?
Welke woorden verwacht je in zo’n soort tekst?

Slide 8 - Diapositive

De studenten en de docent pakken de nieuwe tekst erbij. Ze krijgen kort de tijd om de tekst globaal te bekijken. Dan vraagt de docent aan de klas of ze een idee hebben waar de tekst over gaat en wat voor woorden ze daarbij zouden verwachten. Op deze manier wordt de voorkennis geactiveerd en anticiperen ze op woorden die ze tegen zouden kunnen komen. Telkens wordt de beurt gegeven aan een andere student, om de klas zo actief te houden.
Lees nu de tekst!
Denk ook na over wat de tekstsoort
en het tekstdoel zouden kunnen zijn.

Sneller klaar?
Maak een top drie van de lastigste onderstreepte woorden die je in de tekst bent tegengekomen. Heb je al een idee wat de betekenis van deze woorden zou kunnen zijn?

Slide 9 - Diapositive

De studenten lezen de tekst. Ook krijgen ze de opdracht om na te denken over de tekstsoort en het tekstdoel. In de tekst zijn woorden die behandeld gaan worden onderstreept. Studenten die sneller zijn, kunnen alvast de volgende opdracht gaan maken, deze staat op het bord. 

 Studenten die (veel) moeite hebben met begrijpend lezen, bijvoorbeeld door dyslexie, een andere moedertaal hebben of concentratieproblemen hebben, kunnen in overleg met de docent de tekst al eerder krijgen zodat ze deze rustig thuis kunnen lezen. Tijdens de les gebruiken ze deze tijd om nogmaals de tekst te lezen en zich meer te kunnen focussen op de onderstreepte woorden.
Aan de slag!
Ga met je duo-partner zitten. 
1. Bespreek met elkaar wat de tekstsoort en het tekstdoel zijn.

2. Maak een gezamenlijke top 3 van de lastigste onderstreepte woorden in de tekst, zet deze op de post-it en ga aan de hand van het stappenplan de betekenis achterhalen.

3. Zet de drie woorden die je hebt gekozen in een andere zin waarin de betekenis naar voren komt.

Slide 10 - Diapositive

De studenten gaan in duo’s werken. Eerst bespreken ze het tekstdoel en de tekstsoort. Daarna overleggen ze over de woorden die ze het lastigste vinden. Samen gaan ze kijken of ze achter de betekenis van het woord kunnen komen door dezelfde stappen te zetten als de docent. Hiervoor krijgen ze het stappenplan (op papier, opgenomen in dossier). Ze krijgen de opdracht om de drie woorden die ze hebben gekozen in een andere zin te zetten zodat de betekenis duidelijk wordt.

De docent maakt de indeling van de tweetallen en onderscheidt hierin zwakke en sterke lezers. De zwakke lezers gaan eerst met de docent een onderdeel doen en daarna in tweetallen. Ze krijgen extra instructie en ondersteuning. De sterkere lezers gaan meteen individueel aan de slag. Deze indeling is van tevoren al gemaakt door de docent op basis van eerder behaalde resultaten voor begrijpend lezen. De docent kan er natuurlijk ook voor kiezen om de studenten zelf duo's te laten maken, maar dan bestaat er de kans dat de zwakkere studenten achter raken. 
Bespreking
Welke woorden heb je gekozen en hoe ben je achter de betekenis gekomen?

Slide 11 - Diapositive

Afhankelijk van de tijd wordt er aan een aantal duo’s gevraagd of zij een van hun gevonden betekenissen willen toelichten. De docent vraagt eerst welk woord ze hebben uitgekozen en checkt dan of er nog meer duo’s zijn die dat woord hebben uitgekozen. Als de studenten dan de stappen tot de betekenis hebben uitgelegd, vraagt de docent na aan de andere duo’s of zij tot hetzelfde antwoord zijn gekomen en of ze dezelfde stappen hebben genomen. De zinnen die de duo’s hebben bedacht waarin het woord wordt gebruikt worden ook met elkaar gedeeld. Belangrijk hierbij is dat de docent aanstuurt op het volgen van de stappen, aangezien veel studenten de neiging hebben om antwoorden te gaan gokken.
Lesdoelen: behaald?
- Je (economische) woordenschat uitbreiden.
- Woordstrategieën toepassen op woorden die je niet kent of die je lastig vindt om zo achter de betekenis te komen.
- Samenwerken met een klasgenoot en elkaar ondersteunen.
- Informatie verzamelen voor een student op de partnerschool over Tony's Chocolonely.

Slide 12 - Diapositive

Aan het einde van de les worden de lesdoelen van deze les weer getoond en vraagt de docent aan een aantal studenten of ze het lesdoel hebben gehaald. Ook is er de mogelijkheid om nog vragen te stellen. De docent laat de studenten handen opsteken als ze vinden dat ze het lesdoel hebben behaald. Als er studenten zijn die aangeven dat ze dit doel nog niet hebben behaald, vraagt de docent wat er nodig is om wel zo ver te komen.

Tot de volgende keer!

Slide 13 - Diapositive

De les wordt afgesloten. De studenten hoeven voor de volgende les geen huiswerk te maken.