Kwaliteitsbevorderaar: Gesprekstechnieken

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Gesprekstechnieken

Planning

• Uitleg gespreksvormen
• Opdracht 1
• Uitleg gesprekstechnieken
• Opdracht 2

Wat gebruik je bij het voeren van een gesprek?

Algemeen 4 gespreksfasen

1. Aanloopfase
2. Planningsfase 
3. Themafase
4. Slotfase  

Algemeen 4 gespreksfasen

1. Aanloopfase 

Begroeten

Toon bepalen

Algemeen 4 gespreksfasen

2. Planningsfase 

Doel uitleggen 

Uitleggen hoe het gesprek eruit gaat zien

Algemeen 4 gespreksfasen

3. Themafase

Gespreksonderwerp bespreken

Eventueel vragen stellen

4 Communicatie niveaus

Algemeen 4 gespreksfasen

4. Slotfase 

Gesprek samenvatten 

Eventuele afspraken vastzetten 

Afronden en afsluiten

4 Communicatie niveaus

1. Inhoudsniveau

4 Communicatie niveaus

2. Procesniveau 

4 Communicatie niveaus

3. Relatie & 

interactieniveau

4 Communicatie niveaus

4. Waardering & 

erkenningsniveau

4 fasen

4 niveaus

thema

thema

inhoud

inhoud

slot

aanloop

realtie

waardering

proces

planning

Opdracht 1

Gespreksvormen: 

Luisteren en in gesprek gaan  op inhoud

Luisteren en in gesprek gaan op betrekkingsniveau

Gesprekstechnieken

Wat denk je dat een gesprekstechniek inhoudt?

Gesprekstechnieken

Een korte definitie: “het bewust hanteren van de volgorde van een gesprek met bewust gebruik van communicatietechnieken, met als doel kennis te delen, een houding te beïnvloeden of gedrag te veranderen.” 

Functie van gesprekstechnieken

• Als hulpmiddel om de communicatie te verbeteren
• Als hulpmiddel om miscommunicatie te voorkomen
• Als hulpmiddel het doel van het gesprek te behalen
• Als reminder wat wel en niet te doen of te zeggen

10 gesprekstechnieken

Alle 10 op een rij

1. Wees een OEN. Open, Eerlijk en Nieuwsgierig 

2. Laat OMA thuis. Oordelen, meningen, aannames 

3.  Gebruik LSD. Luisteren, Samenvatten en Doorvragen 

4. Raak de KLUTS niet kwijt. Kijken, Luisteren, (Uit)vragen, Toetsen en Samenvatten

5. Neem ANNA mee. Altijd Navragen, Nooit Aannemen

6. Smeer NIVEA. Niet Invullen Voor Een Ander

7. Maak je niet DIK. Denk in Kwaliteiten of Denk in Kansen

8. Doe als een KOE. Kaken Op Elkaar

9. Wees een HELD. Herkennen, Erkennen, Loslaten en Doorgaan

10. Doe het VAAK.  Verwachtingen, Afspraken, Aanspreken en Kalibreren 

Opdracht 2

Kies in je groepje een gesprekstechniek die het beste bij jullie gespreksvorm past. 

- Geef aan waarom deze techniek het beste past bij jullie gespreksvorm. 

- Geef aan hoe je deze techniek toepast bij jullie gespreksvorm. 

OEN: Open, Eerlijk en Nieuwsgierig

OMA: Oordelen, meningen, aannames

LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen

KLUTS: Kijken, Luisteren, (Uit)vragen, Toetsen en Samenvatten

ANNA: Altijd Navragen, Nooit Aannemen

NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander

DIK: Denk in Kwaliteiten of Kansen

KOE: Kaken Op Elkaar

HELD: Herkennen, Erkennen, Loslaten en Doorgaan

VAAK: Verwachtingen, Afspraken, Aanspreken en Kalibreren