Herhalingsles Goederenstroom

Goederenstroom
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goederenstroom

Slide 1 - Diapositive

vrachtbrief
pakbon

Slide 2 - Diapositive

Op dit document staan de prijzen van de producten.
A
Pakbon
B
Factuur
C
Vrachtbrief

Slide 3 - Quiz

Achterdeurprocedure
Zorgt voor de veiligheid van je medewerkers

Slide 4 - Diapositive

Soorten controles
Kwalitatief & kwantitatief

Steekproef, cyclische controle & integrale controle

Slide 5 - Diapositive

Je controleert alle goederen die op de pakbon staan. Je telt het aantal goederen in de verpakking. Ook controleer je of er geen beschadigingen zijn.
A
Een integrale controle
B
Een kwalitatieve controle
C
Een kwantitatieve controle

Slide 6 - Quiz

Je wil de hele voorraad in een half jaar tellen zonder je personeel teveel te belasten of je winkel te moeten sluiten voor het tellen. Wat kies je?
A
Steekproefmethode
B
Integrale inventarisatie
C
Cyclische inventarisatie

Slide 7 - Quiz

Inventariseren
  1. voorbereidingen treffen
  2. Voorraad tellen
  3. Voorraadadministratie bijhouden
  4. Resultaten bespreken
  5. Winkel op orde brengen

Slide 8 - Diapositive

De administratieve voorraad in een winkel is € 156.231,25 / de werkelijke voorraad is € 148.963,25 / Wat is het dervingspercentage? Rond af op twee decimalen.
Formule dervingspercentage: Derving / administratieve voorraad x 100%

Slide 9 - Question ouverte

Uitleg vraag
  1. Derving uitrekenen:
    Verschil = Administratieve voorraad - Werkelijke voorraad
    Verschil = €156.231,25 - €148.963,25
    Verschil = €7.268,00
  2. Formule dervingspercentage
    Derving / administratieve voorraad x 100%
  3. Antwoord: het dervingspercentage is € 7.268 / € 156.231,25 x 100 = 4,65%
  4. Dit betekent dat je 4,65 % van wat je aan waarde denkt te hebben (volgens de administratieve voorraad) niet hebt.

Slide 10 - Diapositive

Voorraadkosten
Rente, Ruimte, Risico

Juwelier <--> Schoenenzaak

Slide 11 - Diapositive

Voorraad 1 januari = 40 stuks
Voorraad 30 januari = 80 stuks
Inkoopprijs = € 20
Voorraadkosten = 5%
Bereken de voorraadkosten

Slide 12 - Question ouverte

Uitleg voorraadkosten

Om de voorraadkosten te berekenen, moeten we eerst het gemiddeld aantal stuks in de voorraad gedurende de periode bepalen. Vervolgens vermenigvuldigen we het gemiddeld aantal stuks met de inkoopprijs om de totale waarde van de voorraad te krijgen. Ten slotte vermenigvuldigen we de totale waarde van de voorraad met het percentage voorraadkosten.

Gemiddeld aantal stuks in de voorraad = (Voorraad 1 januari + Voorraad 30 januari) / 2
Gemiddeld aantal stuks in de voorraad = (40 + 80) / 2
Gemiddeld aantal stuks in de voorraad = 60 stuks


Totale waarde van de voorraad = Gemiddeld aantal stuks in de voorraad * Inkoopprijs
Totale waarde van de voorraad = 60 * €20 = €1200


Voorraadkosten = Totale waarde van de voorraad * Voorraadkosten percentage / 100
Voorraadkosten = €1200 * 5 / 100 = €60
Dus de voorraadkosten bedragen €60.




Slide 13 - Diapositive

Een ondernemer krijgt een aanbod om een grote partij schaatsen in te kopen met een zeer aantrekkelijke korting. Dit heeft wel gevolgen voor zijn voorraadkosten. Schrijf voor de drie soorten voorraadkosten op wat de gevolgen van deze inkoop zijn.

Slide 14 - Question ouverte

Je wilt de servicegraad verhogen om beter te concurreren.
Servicegraad = aantal artikelen aanwezig : aantal artikelen x 100

Gevolgen:
- meer voorraad
- hogere rentekosten
- hogere ruimtekosten
- hogere klanttevredenheid
- hogere risicokosten

Slide 15 - Diapositive

Optimale bestelfrequentie bepalen
Aantal x dat je bestelt

  • Hoeveel ruimte is er?
  • Bestelkosten
  • Levertijd
  • De afzet
  • Houdbaarheid

Slide 16 - Diapositive

Een zaak heeft veel vaste afnemers.
De zaak heeft al jaren een stabiele afzet, maar deze verschilt wel per week.
In overleg met de leveranciers is afgesproken dat er elke maandag een bestelling wordt geplaatst.
A
Vast tijdstip - variabele bestelgrootte
B
Vast tijdstip - vaste bestelgrootte
C
Variabel tijdstip - vaste bestelgrootte

Slide 17 - Quiz

Bereken de technische en economische voorraad
Magazijn
Besteld
Verkocht
Tablet
30
5
2
TV
65
6
9

Slide 18 - Diapositive

.
.
.
.
.
Technische voorraad = 30 + 65 = 95 stuks
Economische voorraad tablets = 30 + 5 - 2 - 33  EV TV=62

Magazijn
Besteld
Verkocht
Tablet
30
5
2
TV
65
6
9

Slide 19 - Diapositive

Criminele derving tegengaan
(dervingbestrijdingsplan)
  • Cameratoezicht verbeteren
  • Indeling schappen overzichtelijker maken
  • Dagelijkse voorraadcontrole uitvoeren
  • Personeel scholen
  • Achterdeurprocedure aanscherpen
  • Kleine of kostbare materialen verplaatsen
  • Elektronische bewaking

Slide 20 - Diapositive

Lisa verkoopt 4 horloges per dag. Ze heeft een levertijd van 3 weken en is 6 dagen per week geopend. Ze houdt voor de zekerheid een veiligheidsvoorraad aan van 8 horloges. Bereken haar bestelpunt.

Slide 21 - Question ouverte