V5 - les 13 evaluatie periode 1

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Hoy trabajas en parejas

Bella-Sara

Sarah-Pieter

Sophia-Olivier

Jaro-Nola

Bodine-Luka

Sophie-Priya

Andrea-Lotte

Romain-Oscar

Jonathan-Ryanne

El objetivo de la clase de hoy es reflexionar sobre tu aprendizaje de español

La clase anterior

Habla con tu pareja de hoy y contesta a estas preguntas en holandés:

1. Hoe vond je dat je pitch ging?

2. Hoe kwam dat?

3. Wat zou je anders hebben gedaan?

4. Wat neem je mee voor een ander vak van wat je geleerd hebt?

5. Wat neem je mee voor Spaans wat je kan gebruiken in de volgende periode?

Tu evaluación

Escribe en la hoja en holandés lo siguiente:

1. Welke grammatica heb je geleerd voor Spaans deze periode?

2. Welke grammatica zou je nog willen verbeteren voor de volgende periode?

3. Welke vaardigheid heb je geleerd in deze periode?

4. Waar ben jij het meest trots op? Waarom?

5. Welk(e) fout(en) heb je gemaakt in de periode? En heb je jezelf daarin verbeterd? 

6. Zou je in deze periode iets anders hebben gedaan?

7. Wat wordt jouw leerdoel(en) voor Spaans in de volgende periode?

El siguiente periodo

Mira el pta de español en tu ordenador o móvil y lee cuáles son los exámenes del nuevo periodo.

El siguiente periodo

Escribe en la hoja amarilla en grupos de 4/5 (elegido por la profesora) 

qué  necesitas sobre español

1. de gramática

2. de vocabulario

3. de destreza (= vaardigheid)

y cómo lo vas a lograr lo que tienes qué estudiar.

Grupos de cinco

Bella-Sara

Sarah-Pieter

Jonathan

Sophia-Olivier

Jaro-Nola

Ryanne

Bodine-Luka

Sophie-Priya

Andrea-Lotte

Romain-Oscar

El siguiente periodo

Escribe en la hoja amarilla en grupos de 4/5 (elegido por la profesora) 

qué  necesitas sobre español

1. de gramática

2. de vocabulario

3. de destreza (= vaardigheid)

y cómo lo vas a lograr lo que tienes qué estudiar.

El siguiente periodo

En grupo vais a presentar lo qué habéis escrito en la hoja.

La evaluación

Piensa 15 segundos en las respuestas de estas preguntas:

1. Wat was het leerdoel van de les van vandaag?

2. Wat neem jij mee uit deze les?