week 19 klas 1 F

Wat gaan we doen?                         WEEK  19/1 



  • terugblik  :  met aantal vragen 
  • vooruitblik : wat komt er nog de komende 7 weken    
  • aan het werk  proeftoets H4 
  • controle op weektaken t/m 16 






H4 Grammatica zinsdelen/ woordsoorten /formuleren en spelling 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?                         WEEK  19/1 



  • terugblik  :  met aantal vragen 
  • vooruitblik : wat komt er nog de komende 7 weken    
  • aan het werk  proeftoets H4 
  • controle op weektaken t/m 16 






H4 Grammatica zinsdelen/ woordsoorten /formuleren en spelling 

Slide 1 - Diapositive

      H4 : SO    Grammatica,spelling, formuleren  : vragen     

 Zinsdelen 





  1. pv   ik heb 
  2. wg   ik heb gegeven 
  3. ow  ik heb gegeven 
  4. lv     ik heb bloemen gegeven 
hoe te vinden ? 
welke vragen moet je stellen ?  

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

      H4     Gramm. woordsoorten 
  1. lidwoord
  2. zelfstandig naamwoord
  3. bijvoeglijk naamwoord         (stoffelijk) bvn 
  4. werkwoord                            zww en hww 

5. aanwijzend voornaamwoord 
6. vragend voornaamwoord 

Slide 4 - Diapositive

hulp werkwoord
aanwijzend vnw
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk nw
zelfstandig werkwoord 
vragend voornaamwoord 
wie 
heeft 
die 
moeilijke 
vraag 
bedacht ? 

Slide 5 - Question de remorquage

hulp werkwoord
aanwijzend vnw
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk nw
zelfstandig werkwoord 
vragend voornaamwoord 
wie 
heeft 
die 
moeilijke 
vraag 
bedacht ? 

Slide 6 - Question de remorquage

Spelling : Meervoud van melodie en bacterie
welke 2 zijn goed gespeld ?
A
Melodiën
B
Melodieën
C
Bacteriën
D
Bacterieën

Slide 7 - Quiz

formuleren : Welke verwijswoorden?
A
Hij, hem, zijn
B
Zij/ze, haar
C
Zij/ze, hun

Slide 8 - Quiz

vooruitblik 
  • volgende week : SO H4  woensdag /donderdag 
  • boekbespreking : schema wie /wanneer 
  • schrijfopdracht bij H5  
  • Toets in de toetsweek : Lezen en Woordenschat 

Slide 9 - Diapositive

nu aan het werk 
maken : proeftoets 
NN  online Planning week 19 

 bekijk de samenvatting 
vragen 

Slide 10 - Diapositive


deze, die, dat, zulke, dergelijke,  
zo'n, dezelfde  
wie ,
wat , 
waar , 
welke , 
wat voor een 

Slide 11 - Diapositive

Wat gaan we doen?                         WEEK  19/2 


  • herhaling   zinsdelen :   onderwerp / lijdend voorwerp 
  •                    woordsoorten:  2 voornaamwoorden 
                         
                                                 

  •  aan het werk : maken weektaak 19 






Slide 12 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
GRAMMATICA WOORDSOORTEN
Lidwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Onderwerp
Persoonsvorm
Bijvoeglijke naamwoorden
Lijdend voorwerp
vragende voornaamwoorden
aanwijzende voornaamwoorden 

Slide 13 - Question de remorquage

Piet en Jan/ hebben /pindakaas/ gekocht.
Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
Lijdend voorwerp
Dit zinsdeel geeft aan wie of wat iets doet.
Dit zinsdeel overkomt of ondergaat iets.
Dit zinsdeel vertelt wat het onderwerp in een zin doet.
Dit zinsdeel verandert mee als je de zin van tijd verandert.

Slide 14 - Question de remorquage

Grammatica zinsdelen




Welke vraag stel je om onderwerp te vinden ?
Wie /wat + .......

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden ?
Wie/ wat + ……… + ………. ?                                           3 keer het lv ? 

  1.  Ieder weekend wast mijn buurman zijn auto.
  2.  We verkopen onze overbodige spullen via internet.
  3. Hebben jullie nog een surfplank in de schuur liggen?






Slide 15 - Diapositive

Grammatica zinsdelen




Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden ?

Wie/ wat + ……… + ………. ?

  1.  Ieder weekend wast mijn buurman zijn auto.
  2.  We verkopen onze overbodige spullen via internet.
  3. Hebben jullie nog een surfplank in de schuur liggen?






Slide 16 - Diapositive

aanwijzend voornaamwoord
(aanw.vnw)
vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Geen aanwijzend of
vragend voornaamwoord
deze
daar
die
wie
dit
wat
waar
welk
dat

Slide 17 - Question de remorquage

nu aan het werk 
maken : proeftoets 
NN  online Planning week 19 

 bekijk de samenvatting 
vragen 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo