7.2 Ontstaan van nieuwe soorten

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog van 7.1?
Herhaling

Slide 2 - Diapositive

Wat is evolutie?

A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.

Slide 3 - Quiz

Er zijn veel theorieën over het ontstaan van het leven. Zet de volgende theorieën op chronologische volgorde. Begin met de theorie die het langst geleden is ontstaan.
Neodarwinistische theorie
Creationisme
Evolutietheorie van Darwin
Evolutietheorie van De Lamarck
Catastrofetheorie

Slide 4 - Question de remorquage


Evolutie treedt volgens Darwin op doordat ….
A
.. in een populatie individuen zich voortdurend aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden en vooral nieuwe kenmerken doorgeven aan hun nakomelingen.
B
.. verandering in het milieu de individuen in een populatie aanzet tot mutaties om te overleven; die mutaties worden dan doorgegeven aan hun nakomelingen.
C
.. in een populatie alléén sterke individuen overleven en deze dus ook gemiddeld sterke individuen zullen voortbrengen.
D
.. in een populatie vooral de aan het milieu aangepaste individuen zich zullen voortplanten.

Slide 5 - Quiz

Wat is de wetenschappelijke naam voor de moderne mens?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Twee uitspraken over het ontstaan van nieuwe soorten:
Katrien zegt: Er is sprake van twee nieuwe soorten als twee groepen organismen niet meer in staat zijn onderling voort te planten.
Marion zegt: Bij het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk dat een groep organismen geïsoleerd raakt van een andere groep soortgenoten.
Wie heeft gelijk?
A
Beide hebben gelijk
B
Geen van beide heeft gelijk
C
Alleen Katrien heeft gelijk
D
Alleen Marion heeft gelijk

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Bij welke van onderstaande samenlevingsvormen is de kans het grootst dat er co-evolutie plaatsvindt?
A
Beide soorten hebben voordeel van elkaar
B
Ene heeft voordeel, ander geen nadeel
C
De ene parasiteert de andere
D
De een is predator, de ander prooi

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Het ontstaan van nieuwe soorten door een barrière is
A
Sympatrische soortvorming
B
Parametrische soortvorming
C
Geometrische soortvorming
D
Allopatrische soortvorming

Slide 26 - Quiz


Wat is de goede volgorde van evolutie?
A
Survival of the fittest, natuurlijke selectie, genetische variatie, overerving goede eigenschappen
B
Genetische variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
C
Natuurlijke selectie, genetische variatie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
D
Genetische variatie, survival of the fittest, natuurlijke selectie, overerving goede eigenschappen

Slide 27 - Quiz

Hoe ontstaan steeds nieuwe soorten?
A
Alleen door het uitsterven van soorten
B
Alleen door het veranderen van soorten
C
Door het veranderen en het uitsterven van soorten
D
Door het kruisen van verschillende soorten

Slide 28 - Quiz

Wetenschappers onderscheiden allopatrische en sympatrische soortvorming. Bij welke vorm hoort de omschrijving?

Een vissoort in 1 meer splitst zich op in een groep die zich in het open water voortplant en een groep die zich op de bodem voortplant
A
Allopatrisch
B
Sympatrisch

Slide 29 - Quiz

Zet de begrippen bij de juiste beschrijving
Beschrijving
Begrip
Soortvorming door reproductieve isolatie vanwege verschillen in gedrag
Soortvorming door geologische barrière
Selectie op uiterlijke kenmerken door partner
Sympatrische soortvorming
Allopatrische soortvorming
Seksuele selectie

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Wat is het verschil tussen natuurlijke selectie en kunstmatige selectie?

Slide 34 - Question ouverte

Hagedissen van 1 soort raken gescheiden door een kloof waardoor de hagedissen aan de ene kant van de kloof niet meer kunnen voortplanten met de hagedissen aan de andere kant van de kloof is.....
A
Allopatrisch
B
Sympatrisch

Slide 35 - Quiz

De evolutietheorie gaat ervan uit dat:
1. Door mutatie steeds nieuwe ......................... ontstaan. 
2. Als een organisme zich kan aanpassen aan zijn omgeving heeft hij een grotere ............................. Dit verschijnsel noemen we .........................
3. Door ......................... kunnen individuen van dezelfde soort steeds meer verschillen van elkaar, omdat ze in een andere omgeving leven. Hierdoor kunnen er uiteindelijk nieuwe ......................... ontstaan. Deze verschillende soorten kunnen zich uiteindelijk niet meer .......................... samen.

soorten
overlevingskans
natuurlijke selectie
isolatie
genotypen
voortplanten

Slide 36 - Question de remorquage

Wat heb je deze les geleerd?
Ontstaan van
nieuwe soorten

Slide 37 - Carte mentale

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive