Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
timer
8:00000
Slide 1 - Diapositive
Ben jij klaar voor een test over avocado's ?
Slide 2 - Diapositive
Kies het goede antwoord. De avocado's worden in Nederland veel gegeten. Daarom worden er steeds meer geïmporteerd. Die avocado's komen dan bijvoorbeeld via de Rotterdamse havens in Nederland aan. Wat betekent importeren?
A
maken in het eigen land, produceren
B
vervoeren naar een ander land, wegbrengen
C
binnenhalen uit het buitenland, invoeren
D
eten in het eigen land, consumeren
Slide 3 - Quiz
Nederlanders eten gemiddeld 12 avocado's per jaar. In 2008 waren dat er ongeveer 3. Dat zijn dus .............keer zoveel avocado's.
A
6
B
2
C
4
D
9
Slide 4 - Quiz
Kies het goede antwoord. De avocado wordt behalve in Nederland ook in andere landen in Europa veel gegeten, daarom worden er steeds meer geëxporteerd. Die avocado's gaan dus meteen door naar andere landen in Europa. Wat betekent exporteren?
A
wegbrengen naar het buitenland om te verkopen, uitvoeren
B
gratis geven aan andere landen, weggeven
C
binnenhalen uit het buitenland, kopen
D
weggooien in de afvalbak, vernietigen
Slide 5 - Quiz
Waar of niet waar ? Avocado's groeien ook in Nederland.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Kies het goede antwoord. Het merendeel van de avocado's wordt uitgevoerd naar andere Europese landen. Een klein gedeelte blijft in Nederland. Wat betekent het merendeel?
A
het kleinste deel
B
het mooiste deel
C
het grootste deel
D
het lekkerste deel
Slide 7 - Quiz
De meeste avocado's komen uit Peru, Chili, Colombia en Mexico. In welk werelddeel liggen deze landen?
A
Azië
B
Zuid-Amerika
C
Afrika
D
Europa
Slide 8 - Quiz
Kies het goede antwoord. Nederland zorgt voor de rijping van de avocado's, voor de controle en eventuele verpakking. Soms zit er wel een verpakking om, soms niet. Wat betekent eventueel?
A
belangrijk
B
groot
C
ingewikkeld
D
mogelijk
Slide 9 - Quiz
Avocado's komen in Nederland vooral aan in de Rotterdamse................... .
A
busstation
B
vliegveld
C
treinstation
D
haven
Slide 10 - Quiz
Kies het goede antwoord. Een avocado telt mee voor de richtlijn van 250 gram groente per dag. Het Voedingscentrum adviseert iedere dag 250 gram groente te eten. Wat betekent de richtlijn?
A
de aanwijzing hoe je iets het best kunt doen
B
de regel hoe je iets per se moet doen
C
de vraag hoe je iets het liefst wilt hebben
D
het plan hoe je iets samen gaat doen
Slide 11 - Quiz
Waar of Niet Waar ? Volgens het Voedingscentrum is de avocado een groente.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Kies het goede antwoord. Een avocado bevat in tegenstelling tot andere groenten veel vet. In de meeste groenten zit bijna geen vet. Wat betekent in tegenstelling tot?
A
samen met
B
net als
C
anders dan
D
liever dan
Slide 13 - Quiz
Er zitten veel vitamines in avocado's. en ook veel .................... net als in vis, boter en noten.
A
suiker
B
vet
C
zout
D
melk
Slide 14 - Quiz
Kies het goede antwoord. Door de gestegen vraag naar avocado’s richten steeds meer boeren zich op het telen van de vrucht. Bijvoorbeeld in Mexico en Peru zijn veel avocado's. Wat betekent telen?
A
planten verkopen
B
planten laten groeien
C
dieren laten groeien
D
dieren of planten in je huis hebben
Slide 15 - Quiz
Boeren kunnen veel geld verdienen met het telen van avocado's. Hoe worden avocado's daarom ook wel genoemd ?
A
het groene goud
B
de zilveren vrucht
C
de vette schat
D
het rijpe geheim
Slide 16 - Quiz
Kies het goede antwoord. Je staat er als consument misschien niet altijd bij stil dat het laten groeien van avocado's veel water kost. Als klant zouden we daar meer over kunnen nadenken. Wat betekent de consument?
A
iemand die iets maakt of bedenkt
B
iemand die iets verkoopt
C
iemand die iets geeft of schenkt
D
iemand die iets koopt of gebruikt
Slide 17 - Quiz
Voor het telen van een avocado is .................. water nodig.
A
weinig
B
veel
C
regen
D
bron
Slide 18 - Quiz
Kies het goede antwoord. Het telen van één avocado kost circa 70 liter water. Het kan iets meer of minder zijn. Wat betekent circa?
A
ongeveer
B
niet meer dan
C
precies
D
meer dan
Slide 19 - Quiz
Hoe kun je de pit van een avocado er het beste uithalen ?
A
met een schaar
B
met je vingers
C
met een lepel
D
met een mes
Slide 20 - Quiz
Kies het goede antwoord. Artsen pleiten voor betere instructies op de verpakking van avocado's. Ze doen er hun best voor dat er een betere uitleg komt op de verpakkingen. Wat betekent pleiten voor?