Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.5 soorten mengsels
Slide 1 - Diapositive
Mengsel
Mengsels hebben altijd een:
- Smelttraject
- Kooktraject
Slide 2 - Diapositive
mengsels
Wat voor mengsels ken je?
Wat is een mengsel?
Slide 3 - Diapositive
Wat zijn mengsels?
- Meeste stoffen zijn mengsels
-Mengsels bestaat uit meerdere stoffen (ingredienten)
Slide 4 - Diapositive
Zuivere stoffen en mengsels
Zuivere stof: Mengsel:
Er zit maar één soort stof in Meerdere stoffen door
elkaar
Slide 5 - Diapositive
Mengsels
Slide 6 - Diapositive
Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
Een voorbeeld van een suspensie is verf.
Slide 7 - Diapositive
Suspensie
Slide 8 - Diapositive
Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.
Slide 9 - Diapositive
Suspensie
Slide 10 - Diapositive
Oplossing & Emulsie
Oplossing: In een oplossing zijn twee stoffen gelijkmatig door elkaar gemengd. Een oplossing is doorzichtig. Bijvoorbeeld limonade of suiker dat oplost in water.
Emulsie: In een emulsie zijn twee vloeistoffen pas gemengd door een derde stof, een emulgator.
Een emulsie is troebel.
Een emulsie is bijvoorbeeld shampoo of pindakaas.
Slide 11 - Diapositive
Emulsie
Altijd troebel
Ontmengt in een tweelagensysteem (zonder emulgator)
Een emulsie bestaat uit....
Twee vloeistoffen die niet mengen
Een emulgator
Slide 12 - Diapositive
Emulsie
Vloeistof/ vloeistof
Troebel
Tweelagensysteem
Emulgator
Slide 13 - Diapositive
Wat is een emulsie?
Emulsie = Een troebel mengsel van water en olie
Slide 14 - Diapositive
Oplosmiddelen
Meest gebruikte oplosmiddel :
Water
Slide 15 - Diapositive
Alcohol als oplosmiddel
Vetten en oliën lossen niet op in water. Voor deze stoffen heb je een ander oplosmiddel nodig. Bijvoorbeeld alcohol.
Slide 16 - Diapositive
Oplosmiddel water:
suiker
zout
Oplosmiddel alcohol:
vetten
oliën
Scheikundige benaming: ethanol
Slide 17 - Diapositive
Oplosmiddelen
In een oplosmiddel kunnen stoffen oplossen.
Vaak gebruik je (gedestilleerd) water als oplosmiddel.
Wasbenzine (vet)
Alcohol (vet)
Aceton (nagellak)
Terpentine (verf)
Slide 18 - Diapositive
Oplosmiddel
Stof waarin je iets oplost.
Siroop (ranja) los je op in water
Water is het oplosmiddel.
Andere voorbeelden: Wasbenzine, alcohol, aceton, olie
Slide 19 - Diapositive
To DO
Maak opgaven op pagina 16-18, 1.5: 52 t/m 74
Maak op pagina 32-34 de grafiek en opgaven van het practicum van vorige les