Geschiedenis: Tijd - les 1

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5

Geschiedenis

Tijdwijzers

Les 1: De kalender

De planning

Les 1: De kalender

Les 2: Hoe laat is het? 

Les 3: Jaren tellen

Les 4: Je eigen geschiedenis

Les 5: De geschiedenis van je familie

Waar denk je aan bij
'Tijd' ?

Hoe meet je tijd?

Les 1: De kalender

Wat ga je leren

- Wat een kalender is

- Hoe wij onze tijd indelen

- Waarom we tijd indelen

Kalenders

Er zijn veel soorten kalenders. Welke soorten herken jij?

Jaarkalender

Op een jaarkalender kan je het hele jaar bekijken.

Maandkalender

Veel mensen gebruiken een maandkalender. Daarop schrijve nze dingen die ze willen onthouden.

Waarvoor kun je een
kalender gebruiken?

Tijd op papier

Op een kalender kun je zien wanneer iets gebeurt

Klik op de afbeelding hiernaast.

• Op welke dag is het Sinterklaas?

• Wanneer is het Pasen?
• Hoeveel dagen duurt het nog voordat je jarig bent?

Tijdsindeling

Hoeveel maanden heeft een jaar?

• 12 maanden

Hoeveel dagen heeft een jaar?

• 365 dagen

Hoeveel dagen heeft een maand?

• 30, 31 dagen. 
• Alleen februari heeft 28 dagen en eens in de vier jaar 29 dagen.

Hoe kan je zien hoeveel dagen een maand heeft?

Hoeveel dagen heeft een jaar?

1. 300
2. 365
3. 500

Wat is waar?

1. Alle maanden zijn even lang
2. De maanden hebben 28, 29, 30 of 31 dagen
3. Februari is de langste maand

Hoeveel uren heeft een dag?

Waarom heeft een dag eigenlijk 24 uur?

En waarom heeft een klok 12 uren?

Hoelang duurt een minuut?

1. 10 seconden
2. 100 seconden
3. 60 seconden

Hoeveel jaar ben jij?

1. 7 jaar
2. 8 jaar
3. 9 jaar
4. 10 jaar

Leeftijd

• Wie zijn er even oud?

• Zijn jullie precies even oud?

• Hoe kan je dat uitzoeken?

Hoeveel maanden ouder?

• Onderzoek in tweetallen hoeveel jaar en maanden jullie verschillen in leeftijd. 
• Gebruik de kalender hiernaast.

• Kan je ook onderzoeken hoeveel jaar, maanden én dagen jullie verschillen in leeftijd?
  

Maak je eigen weekkalender

Wat ga je deze week allemaal doen? 

Wat mag je niet vergeten?

Vul de weekkalender in:

1. Vul de dagen in 
2. Vul de data in
3. Schrijf op wat je elke dag gaat doen

Wat is het belangrijkste wat je deze les hebt geleerd?