Quiz De kalender
1 / 29
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel dagen zitten er in 1 week?
A
5 dagen
B
6 dagen
C
7 dagen
D
8 dagen
Slide 2 - Quiz
Welke dag is het vandaag?
A
Vrijdag
B
Dinsdag
C
Maandag
D
Zondag
Slide 3 - Quiz
Vandaag is het Dinsdag. Welke dag is het morgen?
A
Zaterdag
B
Maandag
C
Woensdag
D
Donderdag
Slide 4 - Quiz
Welke dag komt voor Zondag?
A
Maandag
B
Zaterdag
C
Vrijdag
D
Dinsdag
Slide 5 - Quiz
Hoe heet de dag voor Vrijdag?
A
Maandag
B
Woensdag
C
Zaterdag
D
Donderdag
Slide 6 - Quiz
Hoeveel maanden zitten er in een jaar?
A
10
B
4
C
8
D
12
Slide 7 - Quiz
Augustus is de..... maand van het jaar.
A
5
B
8
C
7
D
9
Slide 8 - Quiz
November is de.... maand van het jaar?
A
6
B
9
C
11
D
4
Slide 9 - Quiz
Wat is de laatste maand van het jaar?
A
Oktober
B
April
C
Februari
D
December
Slide 10 - Quiz
Wat is de derde maand van het jaar?
A
Maart
B
Oktober
C
Augustus
D
Juni
Slide 11 - Quiz
Hoeveel dagen heeft een jaar?
A
365 dagen
B
265 dagen
C
330 dagen
D
300 dagen
Slide 12 - Quiz
Hoeveel dagen heeft een jaar als het schrikkeljaar is?
A
365 dagen
B
366 dagen
C
360 dagen
D
363 dagen
Slide 13 - Quiz
Hoeveel weken heeft een jaar?
A
52 weken
B
365 weken
C
12 weken
D
4 weken
Slide 14 - Quiz
Hoeveel seizoenen zijn er in een jaar?
A
2
B
5
C
3
D
4
Slide 15 - Quiz
Wanneer begint de zomer
A
21 Juni
B
21 Juli
C
21 Maart
D
21 April
Slide 16 - Quiz
Wanneer begint de Herfst
A
21 September
B
21 Augustus
C
21 Oktober
D
21 Maart
Slide 17 - Quiz
Wanneer begint de Lente?
A
20 Januari
B
20 Maart
C
20 Juli
D
20 Oktober
Slide 18 - Quiz
Wanneer begint de Winter
A
21 Februari
B
21 Juli
C
21 December
D
21 November
Slide 19 - Quiz
Dit is een foto
van de winter.
van de winter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Na de winter komt de lente.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Na de zomer komt de winter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Wat voor soort kalender is dit?
A
een verjaardagskalender
B
een maankalender
C
een jaarkalender
D
een agenda
Slide 23 - Quiz
Wat voor soort kalender is dit?
A
een verjaardagskalender
B
een maandkalender
C
een jaarkalender
D
een agenda
Slide 24 - Quiz
Wat voor soort kalender is dit?
A
een verjaardagskalender
B
een maankalender
C
een jaarkalender
D
een agenda
Slide 25 - Quiz
Petra is jarig op 17-12
Welke maand wordt hier bedoeld?
Welke maand wordt hier bedoeld?
A
17 november
B
17 december
C
17 augustus
D
17 januari
Slide 26 - Quiz
Hoe schrijf je 18 april in cijfers?
A
18-4
B
18-04
C
04-18
D
4-18
Slide 27 - Quiz
Hoe kun je de geboorte-
datum van Felix ook op-
schrijven?
datum van Felix ook op-
schrijven?
A
07-06-2024
B
07-08-2024
C
07-07-2024
D
07-09-2024
Slide 28 - Quiz
Het is 30 maart. Hoe
lang is de melk nog
goed?
lang is de melk nog
goed?
A
nog 2 dagen
B
Is al 2 dagen over datum
C
nog 20 dagen
D
nog 29 dagen
