GHZ-probleemgedrag

GHZ 
Onbegrepen gedrag 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

GHZ 
Onbegrepen gedrag 

Slide 1 - Diapositive

Normaal gedrag of gewenst gedrag is afhankelijk van de normen en waarden in een cultuur. En hangen ook samen met opvoeding.

Bij de GHZ hangt het ook samen met wat je visie is op de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Hanteer je bij mensen met een verstandelijke beperking dezelfde normen en waarden of niet?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat versta je onder gewoon gedrag?

Slide 3 - Carte mentale

Normaal gedrag of gewenst gedrag is afhankelijk van de normen en waarden in een cultuur. En hangen ook samen met opvoeding.
Bij de GHZ hangt het ook samen met wat je visie is op de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Hanteer je bij mensen met een verstandelijke beperking dezelfde normen en waarden of niet?

Wat versta je onder onbegrepen gedrag?

Slide 4 - Carte mentale

Onbegrepen gedrag is gedrag dat storend is voor de zorgvrager en/of zijn omgeving.
Agressie; slaan schoppen, schelden,
Weglopen/dwalen, Roepen, Teruggetrokken gedrag vertonen/ apathie, Angst,
Onrust, Claimend gedrag,  Zelfverwonding (zelfmutilatie), 
Dwanghandelingen.


Onbegrepen gedrag (ongewenst gedrag) 
Geen diagnose! 
Afhankelijk van: 
  • normen en waarden 
  • je visie hierbij is gericht op de doelgroep. 
  • met tolerantie van de zorgverlener. (vermoeidheid, spanningen) 
  • Ga uit van gedrag van de cliënt, is het voor hem/haar storend en/of heeft het vervelende gevolgen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kunnen vervelende gevolgen zijn op korte-/lange termijn?

Slide 6 - Question ouverte

Korte termijn of directe gevolgen cliënt:
  • Verlies van eigendommen
  • Pijn door zelfverwonding
  • Gevoel van mislukking
Lange termijn gevolgen cliënt:
  • Verstoorde relatie met de omgeving
  • Waardoor o.a. missen van betekenisvolle sociale contacten
  • Minder ontplooiijngsmogelijkheden en minder levensvreugde.
  • Omkeren dag en nachtritme


Aansluiten aan onbegrepen gedrag 
  • Hiervoor is het belangrijk dat je kennis hebt over hebt over probleemgedrag.
  • Het is een symptoom, vergelijk het met koorts. Het gedrag geeft aan dat er iets aan de hand is.
  • Het is soms de enige manier van de cliënt om zich te uiten. 



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken 
  • Biologische factoren
  • Sociale factoren
  • Psychische factoren 

Slide 9 - Diapositive

Biologische factoren
  • Bijvoorbeeld visuele beperkingen, geheugen problemen, stoornis in prikkelverwerking, pijn, moeite met praten.
Sociale factoren
  • Overvragen en ondervragen, tolereren van ongewenst gedrag, ontbreken van aandacht, ongeschikte groepssamenstelling, gebrek aan structuur in de leefomgeving

Psychische factoren:
  • Verminderde draagkracht, vertraagde sociaal emotionele ontwikkeling, zich onveilig voelen. 

Slide 10 - Vidéo

Brandon 
Onbegrepen gedrag blijft bestaan, wanneer
  • Wanneer de oorzaak niet goed begrepen wordt
  • Wanneer gedrag positieve gevolgen heeft voor de zorgvrager.

Slide 11 - Diapositive

Bijvoorbeeld: een zorgvrager krijgt altijd veel aandacht als hij hard schreeuwt. Dus blijft hij hard schreeuwen. 
Methodische aanpak onbegrepen gedrag
  1. De diagnostische fase: wat is er precies aan de hand, hoe uit het zich en waar komt het uit voort?
  2. De planningsfase: opstellen handelingsplan
  3. De uitvoeringsfase: goed observatie en rapportage is belangrijk.
  4. De evaluatiefase: het handelingsplan wordt zo nodig bijgesteld. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diagnostische fase 
Geef een concrete beschrijving van het gedrag.
  • duur en frequentie 
  • plaats en omstandigheden
  • Gevolgen

Noteer bij elk punt wat je wilt onderzoeken. 

Slide 13 - Diapositive

Duur en frequentie
Sinds wanneer bestaat het gedrag? 
Hoe lang duurt het? 
oe vaak komt het voor? 
Op welke tijdstippen komt het voor?

Plaats en omstandigheden
Waar vindt het gedrag plaats? 
 Onder welke omstandigheden treedt het gedrag op? 
Zijn er provocerende of escalerende factoren aan te wijzen bij de zorgvrager en/of in de omgeving? 
Zijn er factoren aan te wijzen waardoor het gedrag afnam of zelfs verdween?

Gevolgen:
Voor wie is het gedrag een probleem? de zorgvrager, medebewoner, medewerkers en/of familie? 
Welk aspect van het gedrag is dan een probleem? 
Welke gevoelens worden losgemaakt? Wat zegt de zorgvrager zelf over het gedrag?


Opdracht 
Ga naar free-learning.nl en doorloop de module 
Gentle-teaching 
 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rol begeleider bij escalatie 
  • Bij signalen: ingrijpen voordat het escaleert door afleiding, negeren van ongewenst gedrag, afzonderen, zoals afgesproken in zorgplan
  • Schakel eventueel groepsgenoten in
  • Duidelijkheid, vriendelijk en beslist wijzen op……
  • Structuur bieden, grenzen stellen en handhaven
  • Emoties niet hoog laten oplopen (ook bij blijde dingen afpassen)
  • Bij conflict: crisis interventie volgens zorgplan naar individu zoals. Afleiden,  afzonderen, time out op kamer, extra medicatie.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandacht voor de groep na escalatie 
  • Begeleider houdt zich bezig met individu, de ander met de groep
  • Blijf zelf rustig en geef aandacht aan geschrokken bewoners, geef wat te drinken bijvoorbeeld
  • Leg niet teveel uit, zeg dat het nu over is
  • Pak de draad van alledag weer op
    Individu komt begeleid weer naar de groep




 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions