3.7 Weefselvloeistof en lymfe

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

bespreken opdrachten 1.5

Log in met je telefoon bij lessonup

spinnervragen

quizvragen

open vragen

3.7 weefselvloeistof en lymfe

Leerdoelen

     Weefselvloeistof en  lymfe:

• Je kunt de kenmerken en de functies van weefselvloeistof en lymfe noemen

Programma

Lezen 3.7 blz. 229

uitleg, met vragen tussendoor.

opdrachten maken

view.publitas.com

De lymfevaten vertonen overeenkomsten met de aders, geef een voorbeeld van een overeenkomst.

Hoe heet de vloeistof die zich tussen de cellen bevindt?

Lymfe stroomt sneller dan bloed

1. waar
2. niet waar
3. soms

Wat bevindt zich op plaats P?

1. bloed
2. lymfe
3. weefselvloeistof

Welke stoffen bevinden zich in lymfe?

1. zuurstof en voedingsstoffen
2. koolstofdioxide en afvalstoffen
3. witte bloedcellen
4. alle stoffen in A, B en C zitten in lymfe

Hoe heet de plaats waar een aantal lymfevaten samenkomen?

1. lymfeklier
2. lymfe
3. lymfevat

Wat is de functie van de lymfeknopen (lymfeklieren)?

1. Halen voedingsstoffen uit lymfe
2. Zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
3. Halen zuurstof uit lymfe

Op welke plek komt de lymfe weer in het bloed?

Geef de letter van de slagader.

Hoe heet de vloeistof die zich tussen de cellen bevindt?

• Vocht uit haarvaten geperst = weefselvloeistof.

• Bevat zuurstof en voedingsstoffen, geeft af aan cellen.
• Neemt koolstofdioxide en andere afvalstoffen op

• Terug opgenomen in haarvaten
• Rest via lymfevaten ( WV heet nu lymfe) terug naar 

• Door bloeddruk wordt vocht uit haarvaten geperst = weefselvloeistof.

Functie: Transport

• Bevat zuurstof en voedingsstoffen, geeft af aan cellen.
  
• Neemt koolstofdioxide en andere afvalstoffen van cellen op.

• Deel weefselvloeistof terug opgenomen in haarvaten. Rest via lymfevaten  terug naar de rechterlymfestam en de borstbuis.  Via bovenste holle ader naar hart.

•  Lymfeknopen: Afweer tegen ziekteverwekkers

Aan de slag

opdracht 1 t/m 5