H2F: 2.1 Handel en nijverheid in de Republiek

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Neem voor je: 

- Memo boek en schrift (hoek tafel)

- Leerboekje (blz. 7)

- Laptop (LessonUp)

Planning

- Uitdelen en bespreken leerboekje

- Uitleg paragraaf 2.1

- Opdracht

Leerboekje: Gouden Eeuw

In het lokaal: Meeschrijven in het schema. 

Leerplein/ thuis: Leerdoelen uitwerken als samenvatting. 

Leerplein/ thuis: Opdrachten Memo

Leerdoelen

- Je kunt een beschrijving geven van de economie van de Republiek. 

- Je kunt uitleggen hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie en welke rol de VOC en de WIC daarbij hadden. 

- Je kunt een verband leggen tussen de driehoekshandel, de slavenhandel en de plantageslavernij. 

Handelskapitalisme

- Handel belangrijkste inkomst Republiek.

- Handelskapitalisme: Economie die draait om handel.

Geld verdienen --> investeren --> meer geld verdienen. 

Economie van de Republiek

- Rond 1450 opkomst Oostzeevaart.

-1540: Veel handel in hout en graan in Amsterdam. 

- Antwerpen was belangrijkste handelsstad tot de Spanjaarden de stad overnamen.

Wat was de grootste bron van inkomst voor de Republiek?

1. Plantages
2. Olie
3. Handel

Wat was het belangrijkste product uit de Oostzeehandel dat werd verhandeld in Amsterdam?

1. Peper en nootmuskaat
2. Hout en graan
3. Goud en zilver
4. Stroopwafels en klompen

Antwerpen

- Rond 1600 toename handel in Hollandse steden. 

- Gevolg van de Val van Antwerpen. 

- Antwerpse kooplieden vluchtten naar Holland. 

Stapelmarkt

- Stapelmarkt: Opslaan van producten en verkopen als het veel waard was. 

In Amsterdam ontstaat de stapelmarkt.

Producten uit hele wereld naar Amsterdam --> worden opgeslagen --> vanuit daar doorverkopen.

Waarom nam de handel in Hollandse steden rond 1600 toe?

Wanneer werden producten doorverkocht vanuit de Amsterdamse stapelmarkt?

1. Als er veel vraag was
2. Als er weinig vraag was
3. Zodra het aankwam
4. Op bestelling

Wereldeconomie

- Wereldeconomie, want handelscontacten over de hele wereld. 

- Republiek doet hieraan mee met de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). 

- VOC had handelsmonopolie: Alleen zij mochten namens de Republiek handelen in Azië.

De WIC

-  West-Indische Compagnie 
(WIC)

- Handelsmonopolie in West-Afrika en Amerika. 

- Kaapvaart:  Beroven schepen van vijand. 

- Plantages

Waar handelde de WIC vooral?

1. Afrika en Amerika
2. Azië
3. Europa
4. Antarctica

Waarvoor staat de afkorting VOC?

1. Vergane Oost-Indische Compagnie
2. Verenigde Oost-Indonesische Compagnie
3. Verenigde Oost-Indische Compagnie
4. Verenigde Onze Indische Compagnie

De VOC had een bijzondere positie. Leg dit uit.

Slavernij

- Driehoekshandel: Handel tussen West-Afrika, Amerika en Europa. 

- Plantages in Amerika na de komst van Europeanen. 

- Plantageslavernij: Gedwongen arbeid door slaven op plantages. 

Werk de leerdoelen van 2.1 uit in het leerboekje op blz. 16-17