‹Revenir à la recherche

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Welkom!

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
  •    Uitleg studiewijzer periode 2
  •    Uitleg opdracht Instagramgedicht
  •    Instaptoets taalverzorging hoofdstuk 2
  •    Exitticket: Instagramgedicht 

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
  •    Uitleg persoonsvorm tegenwoordige tijd
  •    Stiftgedicht

Slide 3 - Diapositive

Doelen van vandaag
  • Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd juist spellen.
  • Ik kan een stiftgedicht creëren.

Slide 4 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm?
Let op: vanaf vandaag gebruiken we de 'vraag'-manier niet meer!

Slide 5 - Question ouverte

Persoonsvorm

Slide 6 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?
Mijn ouders gaan graag samen naar de film.
A
mijn ouders
B
gaan
C
graag
D
samen

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
De student schrijft een mail naar haar docent.
A
de student
B
een mail
C
schrijft
D
naar haar docent

Slide 8 - Quiz

Schrijf zoveel mogelijk ik-vormen op!
Bijvoorbeeld: ik zwem, ik loop, ...

Slide 9 - Carte mentale

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Alles begint met de ik-vorm!

Drie manieren:
  1.    Ik-vorm
  2.    Ik-vorm + t
  3.    Hele werkwoord

Slide 10 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Alles begint met de ik-vorm!

Ik-vorm
  •    Ik
  •    Als 'jij' of 'je' achter de persoonsvorm staat
  •    Gebiedende wijs

    Slide 11 - Diapositive

    Persoonsvorm tegenwoordige tijd
    Alles begint met de ik-vorm!

    Ik-vorm
    •    Ik ... (lopen) naar huis.
    •    ... (vinden) je dat normaal?
    •    ... (houden) nu eens je mond!

      Slide 12 - Diapositive

      Persoonsvorm tegenwoordige tijd
      Alles begint met de ik-vorm!

      Ik-vorm
      •    Ik loop naar huis.
      •    Vind je dat normaal?
      •    Houd nu eens je mond!

        Slide 13 - Diapositive

        Persoonsvorm tegenwoordige tijd
        Alles begint met de ik-vorm!

        Ik-vorm + t
        •     Jij, je, hij, zij/ze, het
        •    Julia, Peter, Lisa, ...


          Slide 14 - Diapositive

          Persoonsvorm tegenwoordige tijd
          Alles begint met de ik-vorm!

          Ik-vorm + t
          •    Jij ... (lopen) naar huis.
          •    ... (vinden) Julia dat normaal?
          •    Peter ... (dansen) de sterren van de hemel.


            Slide 15 - Diapositive

            Persoonsvorm tegenwoordige tijd
            Alles begint met de ik-vorm!

            Ik-vorm + t
            •    Jij loopt naar huis.
            •    Vindt Julia dat normaal?
            •    Peter danst de sterren van de hemel.


              Slide 16 - Diapositive

              Persoonsvorm tegenwoordige tijd
              Hele werkwoord
              •   Wij, jullie, zij
              •   Hans en José, Lars en Caia, ...

              •    Wij ... (lopen) naar huis.
              •    ... (vinden) jullie dat normaal?
              •    Hans en José ... (geven) mij een mooi cadeau.

                Slide 17 - Diapositive

                Persoonsvorm tegenwoordige tijd
                Hele werkwoord
                •    Wij, jullie, zij
                •    Hans en José, Lars en Caia, ...

                •    Wij lopen naar huis.
                •    Vinden jullie dat normaal?
                •    Hans en José geven mij een mooi cadeau.

                  Slide 18 - Diapositive

                  Persoonsvorm tegenwoordige tijd
                  .



                     Spiek je? > Vind je?
                     Spiekt Erik? > Vindt Erik?
                     Spieken mijn zusjes? > Vinden mijn zusjes?

                  Slide 19 - Diapositive

                  Wat is de juiste spelling?
                  ... (denken) je dat dat een goed idee is?
                  A
                  denk
                  B
                  denkt
                  C
                  denkd
                  D
                  denkdt

                  Slide 20 - Quiz

                  Wat is de juiste spelling?
                  Mijn zusje ... (beloven) mij dat zij op tijd thuis is.
                  A
                  beloofd
                  B
                  belooft
                  C
                  beloofdt
                  D
                  beloof

                  Slide 21 - Quiz

                  Wat is de juiste spelling?
                  Mijn vriend ... (brengen) mij altijd naar huis.
                  A
                  breng
                  B
                  brengd
                  C
                  brendt
                  D
                  brengt

                  Slide 22 - Quiz

                  Aan de slag!
                  Maak opdracht 1 t/m 5 van Taalverzorging 2.1
                  Maak gebruik van Nu Nederlands op jouw laptop. Je mag oordopjes in.
                  Je mag op fluistertoon overleggen met je buur.
                  Susan is beschikbaar voor vragen.
                  20 minuten.
                  Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd juist spellen.
                  Aan de slag met de extra uitdaging. Daarna: iets wat relevant is voor jou.
                  timer
                  20:00

                  Slide 23 - Diapositive

                  Slide 24 - Vidéo

                  Aan de slag!
                  Kies een krant of tijdschrift uit en kies een artikel dat jou aanspreekt.
                  Je hebt een potlood, stift en een krant/tijdschrift nodig.
                  Je mag overleggen. Susan is beschikbaar voor vragen.
                  30 minuten.
                  Je deelt jouw stiftgedicht met jouw klasgenoten in groepjes van vier.
                  Aan de slag met iets wat relevant is voor jou.
                  timer
                  30:00

                  Slide 25 - Diapositive

                  Vandaag
                  •    Uitleg persoonsvorm tegenwoordige tijd
                  •    Stiftgedicht

                  Slide 26 - Diapositive

                  Doelen van vandaag
                  • Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd juist spellen.
                  • Ik kan een stiftgedicht creëren.

                  Slide 27 - Diapositive

                  Volgende les
                  • Uitleg persoonsvorm verleden tijd

                  Huiswerk
                  •  Maken opdracht 1 t/m 5 van Taalverzorging 2.1

                  Slide 28 - Diapositive

                  Plus de leçons comme celle-ci

                  Persoonsvorm tegenwoordige tijd

                  - Leçon avec 26 diapositives
                  NederlandsMBOStudiejaar 1

                  Spelling persoonsvorm in de tt

                  - Leçon avec 36 diapositives
                  Steunles spellingMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

                  Poëzielessen

                  - Leçon avec 38 diapositives
                  NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

                  Groep 6 Taal actief thema 6 week 2

                  - Leçon avec 28 diapositives
                  TaalPrimary Education

                  Oefentoets taalverzorging mh1

                  - Leçon avec 35 diapositives
                  NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

                  Persoonsvorm verleden tijd

                  - Leçon avec 22 diapositives
                  NederlandsMBOStudiejaar 1

                  groep 7 werkwoordcito oefenen

                  - Leçon avec 35 diapositives
                  nederlandsPrimary Education

                  Zaterdag 18 mei 2024 - herhaling spelling en werkwoordspelling

                  - Leçon avec 38 diapositives
                  NederlandsSecondary Education