Marketing lesweek 5: les 2

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MarketingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je beschrijft het communicatieproces. 
  • Je legt uit waarom het AIDA-model in de marketing gehanteerd wordt. 
  • Je beschrijft het verschil tussen communicatie gericht op consumenten (B2C) en gericht op bedrijven (B2B). 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Promotie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatie

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is communicatie?

Bij communicatie vertel je een boodschap aan een ander persoon.

Dit kan gaan om een gebeurtenis die je wilt vertellen of een vraag die je stelt aan iemand.

De ander reageert hierop naar jou.





Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren
ewelkW
zender
ontvanger
het doorgeven en ontvangen van informatie
informatie
middel

Slide 8 - Diapositive

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.
ZBMO-model

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZMBO-model
  • Zender: iemand die een boodschap wil doorgeven
  • Boodschap: hetgeen dat je wilt overdragen (in woorden, beelden, geluid )
  • Medium: datgene waarmee je de boodschap overbrengt (tv radio, website, app, social media, krant, tijdschrift, reclame etc.)
  • Ontvanger: iemand die de boodschap wil ontvangen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZMBO-model
  • Feedback: ontvanger kan reageren (positief of negatief)
  • Terugkoppeling: de reactie van de zender op de feedback van de ontvanger.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het communicatieproces
Coderen en decorderen

Coderen = je gedachte omzetten in woorden en/of lichaamstaal richting de ontvanger



Decoderen = de woorden en of lichaamstaal van de zender ontvangen bepalen wat deze voor jou betekenen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het communicatieproces
Als een boodschap niet overkomt zoals hij bedoeld is spreken we van ruis. 

Het is belangrijk om er achter te komen wat de oorzaken kunnen zijn van deze ruis. De ruis kan bij het coderen als bij decoderen plaats vinden. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar begint het communicatieproces mee?
A
Zender
B
Ontvanger
C
Boodschap
D
Kanaal

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ruis?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ervaar je ruis in online lessen?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent de term 'encoderen'?
A
de boodschap vertalen in tekst die voor jou begrijpelijk is
B
zorgen dat je geconcentreerd bent op de boodschap
C
de boodschap vertalen voor iemand die de taal niet spreekt
D
de boodschap voor een ander omzetten in begrijpelijke taal

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Promotie: AIDA model 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het AIDA model
  • Attention (attentie / waarom bezoek je de winkel of site)
  • Interest (interesse / je aandacht wordt getrokken)
  • Desire   (behoeft / het besef dat je iets wilt)
  • Action  (actie / overgaan op kopen)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerken
Opdracht Peter's promotie op It's Learning. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions