Lesweek 2: les 1

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen

• Je herhaalt de lesstof van vorige week.
• Je benoemt de onderdelen van het communicatieproces.
• Je past het AIDA-model toe.

Van welke beweging in de bedrijfskolom is sprake als fabrikanten direct gaan leveren aan consumenten?

1. Integratie
2. Differentiatie
3. Parallellisatie
4. Specialisatie

Een fabrikant van parfum zal gebruik maken van:

1. Intensieve distributie
2. Selectieve distributie
3. Exclusieve distributie

Een fabrikant van kant-en klaarmaaltijden maakt gebruik van intensieve distributie.

Deze fabrikant levert aan…

1. alle specialiteitenzaken in een regio.
2. alle supermarkten in een regio.
3. enkele supermarkten in een regio.

Voor welke vorm van distributie zal de producent van Rolex horloges kiezen?

1. Intensieve distributie
2. Exclusieve distributie
3. Selectieve distributie

Op welke wijze zullen de onderstaande producten gedistribueerd worden?

Intensieve distributie

Selectieve distributie

Exclusieve distributie

Bij selectieve distributie levert een bedrijf aan…

1. alle supermarkten
2. de groothandel rechtstreeks
3. een dealernetwerk.

De bedrijfskolom van rijst is erg lang. Er word een schakel tussenuit gehaald. Hoe noem je dat?

1. Integratie
2. Differentiatie
3. Parallelisatie
4. Specialisatie

Wat is communicatie?

Het proces waarin een zender via een medium, met een bepaalde bedoeling, informatie (boodschap) doorgeeft aan een ontvanger die deze informatie verwerkt.

ZBMO-model

• Zender: iemand die een boodschap wil doorgeven
• Boodschap: hetgeen dat je wilt overdragen (in woorden, beelden, geluid )
• Medium: datgene waarmee je de boodschap overbrengt (tv radio, website, app, social media, krant, tijdschrift, reclame etc.)
• Ontvanger: iemand die de boodschap wil ontvangen

ZMBO-model

• Feedback: ontvanger kan reageren (positief of negatief)
• Terugkoppeling: de reactie van de zender op de feedback van de ontvanger.
• Encoderen: een boodschap die je wilt overbrengen onder woorden brengen. 
• Decoderen: het interpreteren van een ontvangen boodschap. 

ZBMO-model

Ruis

Verstoring van de boodschap waardoor deze niet overkomt.

Redenen?

• Storend geluid op de achtergrond
• Moeilijk onbegrijpelijk taalgebruik
• Te veel gebruik maken van vaktaal (jargon) bij                           niet-professionals

Externe ruis is een verstoring van het communicatieproces door factoren die te maken hebben met het communicatieproces zelf.

1. Juist
2. Onjuist

Uit hoe veel elementen bestaat het communicatieproces?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Wat is het verschil tussen
encoderen en decoderen?

Wat betekent de term 'encoderen'?

1. de boodschap vertalen in tekst die voor jou begrijpelijk is
2. zorgen dat je geconcentreerd bent op de boodschap
3. de boodschap vertalen voor iemand die de taal niet spreekt
4. de boodschap voor een ander omzetten in begrijpelijke taal

Ruis

Encoderen

Decoderen

Ontvanger

Zender

Boodschap

Medium

Feedback

Activerende tekst

• In een activerende tekst zet je de lezer tot actie aan: je wilt dat de lezer iets gaat doen.
• Als je een activerende tekst schrijft moet je:
  

• de aandacht trekken
• de lezer interesseren
• de lezer hebberig maken
• de lezer aanzetten iets te doen

Presentatie <---> consument

Reclame 

Reclamemakers gebruiken vaak het AIDA-model

AIDA-model: 

- Aandacht trekken

- Interesse wekken

- Drang (behoefte)

- Actie

AIDA-model

Als je iets wilt promoten, moet je altijd rekening houden met het AIDA-model. AIDA is de afkorting van de Engelse woorden ‘Awareness’, ‘Interest’, ‘Desire’ en ‘Action’.

1. Awareness betekent je ergens van bewust zijn. 

2. Interest betekent interesse. De interesse van de doelgroep moet gewekt worden. 

3. Desire betekent verlangen. Het gaat om het verlangen te kopen of deel te nemen.

4. Action betekent actie.  Dit is het daadwerkelijk overgaan tot koop of deelname.

AIDA-model

• A - attention/aandacht
  je trekt de aandacht --> kleur, plaatjes, kopregel, vormgeving
• I - interest/interesse
  je prikkelt het interesse met aanbod en/of belofte
• D - desire/behoeften
  inspelen op behoeften klant
• A - action/actie
  aanzetten tot actie --> tijdelijke aanbieding, op = op
   

Wat gebeurt er bij 'desire' van het AIDA-model?

1. De verkoper laat de klant zien hoe iets werkt
2. De klant raakt geïnteresseerd in het product
3. De klant ontwikkelt een verlangen naar het product
4. De klant koopt het product

Einde les!