Paragraaf 4 oefenen met rekenen

Oefenen met rekenen
NASK 1 H3 paragraaf 4
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefenen met rekenen
NASK 1 H3 paragraaf 4

Slide 1 - Diapositive

Formules
Eel = U xI x t 
Ek = 1/2 x m x v
Ez = m x g x h 

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel cijfers significant is 0,007629

Slide 3 - Question ouverte

Oefenvraag samen
Een stuwmeer ligt op 25 m boven N.A.P. Het dal ligt op 13 m boven N.A.P. De centrale levert een spanning van 900V en een stroomsterkte van 4A. Elke seconde stroomt er 300 kg aan water door de centrale. 

A. Bereken de zwaarte energie
B. Bereken de elektrische energie

Slide 4 - Diapositive

Vraag 1:
Stel dat 400 kg water met een snelheid van 13 km/h door de rijn stroom. Bereken de bewegingsenergie. 

Slide 5 - Diapositive

Stel dat 400 kg water met een snelheid van 13 km/h door de rijn stroom. Bereken de bewegingsenergie.

Slide 6 - Question ouverte

Vraag 2:
Met een valtoestel bepaalt Anna hoeveel energie er nodig is om het staafje te breken. Je ziet drie afbeeldingen van het valtoestel in gebruik. 

Slide 7 - Diapositive

Anna plaatst het staafje in het valtoestel en tilt het valgewicht 0,80 m omhoog. De massa van het valgewicht is 5,0 kg. De toename van de zwaarte-energie van het valgewicht is daardoor 40J. 

Vraag: toon met een berekening de toename van de zwaarte-energie aan. 

Slide 8 - Diapositive

Met een valtoestel bepaalt Anna hoeveel energie er nodig is om het staafje te breken. Je ziet drie afbeeldingen van het valtoestel in gebruik.

Anna plaatst het staafje in het valtoestel en tilt het valgewicht 0,80 m omhoog. De massa van het valgewicht is 5,0 kg. De toename van de zwaarte-energie van het valgewicht is daardoor 40J.

Vraag: toon met een berekening de toename van de zwaarte-energie aan.

Slide 9 - Question ouverte

Antwoord:

Slide 10 - Diapositive

Anna laat het valgewicht los. Het valgewicht botst tegen een wig voor het
staafje. Het staafje breekt en het valgewicht zwaait door.

Slide 11 - Question ouverte

Antwoord:

Slide 12 - Diapositive