Modernisme Beeldende kunst en Dans

Modernisme 
1900-1945 in het teken van de grote oorlogen
-Massavernietiging
-Alles wordt in twijfel getrokken
-Breuk me het verleden: Kunstenaars zetten zich af tegen tegen oude tradities. (Avant-garde)
-Ontstaan van veel nieuwe stromingen en stijlen: Modernisme
Kunstenaars willen de maatschappij veranderen
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Modernisme 
1900-1945 in het teken van de grote oorlogen
-Massavernietiging
-Alles wordt in twijfel getrokken
-Breuk me het verleden: Kunstenaars zetten zich af tegen tegen oude tradities. (Avant-garde)
-Ontstaan van veel nieuwe stromingen en stijlen: Modernisme
Kunstenaars willen de maatschappij veranderen

Slide 1 - Diapositive

Maatschappij
Modernisme sluit aan bij de maatschappij

Maatschappij: Snelle ontwikkeling van industrieën en technologieën

Modernisme: Snelle afwisseling stijlen en stromingen, voortuitgang

Slide 2 - Diapositive

Expressie
Van zichtbare werkelijkheid naar innerlijke expressie
Op zoek naar essentie, abstractie. Uitdrukking van het innerlijke van de kunstenaar. 

Materiële <->geestelijke: verwerping natuurgetrouwheid (bijvoorbeeld kubisme); vorm, verhouding (bijvoorbeeld Piet Mondriaan, De Stijl).

Originaliteit als criterium.
Kruisbestuiving tussen verschillende disciplines, samen met een groep gelijkgestemden het nieuwe brengen.
Form follows function (bijvoorbeeld Louis Sullivan, Hendrik Petrus Berlage, Frank Lloyd Wright). Anti-kunst en anti-establishment (bijvoorbeeld Futuristen, Dada, Erik Satie).





Slide 3 - Diapositive

beeldende expressie
Van het impressionisme, schilderen wat je zien naar, naar het
Expressionisme: uiten van innerlijke gevoelens en emoties

Abstracte kunst sluit goed aan bij het Modernisme: alle regels loslaten

Slide 4 - Diapositive

19de eeuw
(Romantiek, Realisme, Impressionisme)
Realistische weergegeven (natuurgetrouw)

20ste eeuw
(de Stijl, kubisme, constructivisme)
Loslaten van de Natuurgetrouwheid

Slide 5 - Diapositive

Abstact
Zoektocht naar essentie

De Rus Kazimir Malevitsj start de volledig abstracte kunst (1913).

Nederland: De Stijl: o.a. Piet Mondriaan

Malevitsj, Zwart vierkant

Slide 6 - Diapositive

Constantin Brancusi

Slide 7 - Diapositive

Expressionisme
Die Brücke : Afscheid van geldende kunstregels en maken een ''brug'' naar moderne tijd.  
Uitdrukken van innerlijke drijfveren in de kunst (onderbewuste)

Stijl: chaotisch, weinig tot geen perspectief, kleuren zijn niet realistisch. 

Ernst Ludwig Kirchner

Slide 8 - Diapositive

Surrealisme 
Vanaf 1925 belangrijkste vernieuwende stroming

Sigmund Freud: Dromen en het onderbewuste
Andere werkelijkheid, vervreemding (surrealiteit)
André Breton
Salvador Dali

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Anti-kunst
Anti-establishment (tegen de heersende orde)

Dada: drijft spot met normen en waarden
Afkeer van rede en logica die volgens de dadaïsten geleid
hebben tot de Eerste Wereldoorlog. 
Wijzen schoonheid af en steven naar betekenisloosheid
Maken de bestaande normen en waarden belachelijk

Slide 11 - Diapositive

Techniek en beweging
Begin 20ste eeuw. Grote technische ontwikkeling. Industrialisatie.
Opkomst massamedia (radio, tv)
Futurisme: Italiaanse beweging:
omarmde dynamiek van de moderne samenleving.
Ontwikkeling en beweging laten zien.
Ideeën vaak onmogelijk en absurd. (Venetïe vernietigen/maanlicht) doven)

Giacomo Balla (Futurisme

Slide 12 - Diapositive

Vooruitgang
Fascinatie voor beweging en bewegend beeld

Slide 13 - Diapositive

Functionalisme
Stroming in de architectuur na WOI
De vorm en het uiterlijk van een gebouw dienen te worden bepaald  door zijn functie.
Functie staat voorop! (form follows function)
Geen onnodige versieringen

In Nederland: het nieuwe bouwen
Streven naar: Ruimte en licht

Slide 14 - Diapositive

Andrew Loyd Wright
Hendrikus Berlage
Louis Sullivan
Form Follows Function

Slide 15 - Diapositive

art-noveau/art-deco
Veel versiering
Organisch
Niet altijd praktisch 
Functionalisme
Vorm dient de functie van het gebouw

Slide 16 - Diapositive

Bauhaus (1919-1933) Na WO I
Vernieuwend: Geen traditionele academie
Weimar-Dessau
Industrieel ontwerpen 
(Itten, Gropius, van der Rohe)

Inspiratie uit de Arts and Crafts beweging (UK)
Samenbrengen van  kunst, architectuur en kunstnijverheid en één opleiding
Door Hitler verboden

Slide 17 - Diapositive

Kunst als laboratorium
Combineren van disciplines was typerend voor het modernisme (bijv. Bauhaus)

Onderzoek van en naar nieuwe materialen en manieren om deze toe te passen

Zoals:
Gewapend beton in de architectuur
Metalen buizen en triplex bij meubels
 
Mies van de Rohe

Voorbeeld van hoe materiaal en vorm de functie bepaald

Slide 18 - Diapositive

De nieuwe huiskamer
Breuk met alles wat burgerlijk en ouderwets is

Gerrit Rietveld (de Stijl)
Rietveld-Schröderhuis

Architectuur: open structuur, licht 

Le Corbusier
Rietveld-Schröderhuis



Rietveldstoel

Slide 19 - Diapositive

Modernisme in Rusland
Russische revolutie in 1917 (Lenin)
Jonge kunstenaars helpen mee de communistische staat vorm te geven (tegenovergesteld van het Westen)
Storten zich op het vormgeven van: gebouwen, propagandaposters en gebruiksvoorwerpen
Uitgangspunt: breuk met traditionele opvattingen over kunst en vormgeving (net als de politiek-Communisme)

Constructivisme (kunst, architectuur). Kunstenaars en architecten vonden enkel de constructie al mooi genoeg, geen versiering nodig.  
Film: Sergej Eisenstein
Bedenkt Attractiemontage (losse shot komen samen in de montage: Scene: schoten, mensen, kroonluchter die trilt, mensen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

El Lizitsky, Versla de Witten met de Rode Wig 

Slide 22 - Diapositive

Primitivisme
Westerse blik op andere culturen
Kunstenaars verheerlijken het primitieve en zuivere leven en streven terug naar de tijd van voor de moderne beschaving (onbedorven en puur).
Het spontane en het naïeve staan centraal.
Vorm van kritiek op de eigen cultuur (Paul Gauguin)
Niet-Europese invloeden op kunstenaars als Henri Matisse (schilder), Antonin Artaud(toneelschrijver), Ruth St. Denis (danseres) Igor Stravinsky (componist).

Slide 23 - Diapositive

Henri Matisse
Paul Gaugain
Asmat-schild
Papoea

Slide 24 - Diapositive

Entartete kunst
Hitler in 1933 aan de macht in Duitsland

Kunst dat niet voldeed aan de eisen van de Nazi's werd verboden (vooral abstracte en expressionistische kunst)
Verdorven/ontaarde kunst.
Nazi Propaganda: Staat bepaald en laat zien wat wel en niet mag.

Gold ook voor muziek (verbod op Jazz, en bijv. atonale muziek van Schönberg)



Slide 25 - Diapositive

Dans en expressie 
Komt een einde aan de populariteit van het Romantisch ballet (clichematig, gekunsteld, slecht imago)

In Rusland nieuwe boost, in westen verval
Russisch ballet wordt populair in Westen. 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Romantisch ballet vs Ballet Russes


 Stijlkenmerken van die tijd bij het Romantisch ballet:
Ontsnapping uit de werkelijkheid (escapisme)
Verheerlijken van de natuur en het exotische
Streven naar perfectie,  dansers dansen verticale lijnen, spitzen, sierlijk, groots.

Ballet Russes:
Niet langer sierlijk zweven. Nauwelijks een verhaallijn.
Dansers reageren op de muziek en passen primitieve invloeden toe.  (niet westerse dans)
Hoekige bewegingen. 




Slide 28 - Diapositive

Sergej Diaghilev 
  •  Van gelegenheidsgezelschap--> vast gecontracteerd gezelschap 
  • Doorbrak de academische theaterdans (dans waar de artistieke context centraal staat) . 
  • Koppelde verschillende disciplines aan elkaar om iets te maken =  ‘Gesamtkunstwerk’ 
  •  Exporteerde Russische kunst naar West-Europa. 
  • Vernieuwde academische dans 
  • Herwaardering van danskunst als eersterangs kunstvorm (hoge kunst)
  • Succesformule (erg succesvol, door commercieel inzicht) -> meer aktes op één avond/variatie, gericht op een zo groot mogelijk publiek, reisden/toerden rond, sterdansers als publiekstrekkers -> op een andere manier ging mensen naar dans toe 
  • Toen Diaghilev stierf werd het ballet Russes ontbonden in 1929 

Slide 29 - Diapositive

Michael Fokine
  • balletexpressionisme 
  • Vernieuwend: gevoel - expressief van binnenuit (emoties in gezicht en bewegingen)
  • Lelijk dansen werd nu ook toegestaan. De emoties en karakter van het personage moet geloofwaardig overgebracht worden. 
  • Vond het 19e eeuwse ballet verstard in vastliggende passen, poses en in een nietszeggende gebarentaal die niet meer pasten bij de moderne tijd. 

Slide 30 - Diapositive

Vaslav Nijinski
  • Beroemde sterdanser van de Ballets Russes 
  • Krachtige mannendans -> L’Après-midi d’un faune 1912 -> Choquerend
  • Werd choreograaf: trad zelf buiten de grenzen van de klassieke (academische) dans. 
  • Technisch, statisch, hoekig, geen verhaal maar fragmenten, langzamer, horizontaler - Vernieuwend: het gaat er niet meer om hoe goed ze dansen (de trucjes) 
  • Geïnspireerd door afbeeldingen op Griekse vazen (muzen) 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Vidéo

le sacre du printemps
Sterdanser: Vaslav Nijinski
Maakte een abstracte dans met veel dansexpressie
Dansers reageren op de muziek
Beelden nauwelijks een verhaal uit
Bewegingen: hoekig/stampen
Primitivisme
Muziek door Igor Stravinsky: niet de nadruk op melodie maar op complexe onregelmatige ritmes
Première is een groot schandaal

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Romantisch (klassiek) ballet

 

1. academisch dansvocabulaire

2. harmonieuze esthetiek, rond en vloeiend

3. in opdracht van theater/overheid gemaakt

4. grootse balletten met meer aktes

5. begeleiding van programmatische orkestmuziek componisten: piano, slagwerk, stiltes.

6. verhalende, sprookjesballetten; narratief

7. amusement op hoog artistiek niveau

8. bedenkers/makers zijn mannen

9. uitvoerende zijn veelal vrouwen

10. nadruk op dansvirtuositeit

Moderne dans

 

1. vocabulaire ontwikkeld vanuit individu.

2. niet-harmonieuze esthetiek, gebroken en hoekig

3. zelfstandig in eigen studio gecreëerd

4. solistisch, kort en kleinschalig werk, dansconcert

5. absolute muziek van eigentijdse componisten: piano, slagwerk, stiltes.

6. niet verhalend, symbolisch, eigentijds realisme

7, diepgravende intellectuele Kunst met hoofdletter

8. maker en vertolker zijn vaak dezelfde

9. de vrouw manifesteert als choreograaf

10. nadruk op expressie van beweging of gebaar

Slide 36 - Diapositive

Bij de expressionisten ging het om de 'allerdiepste' beleving die. Vooral de emotionele ervaring is belangrijk. 

In 20's en 30's van de 20e eeuw: dansexpressionisme (Rudolf Laban, Mary Wigman en Kurt Jooss in Europa, en Martha Graham en Doris Humphrey in de Verenigde staten.)

Gingen verder dan dansers als Fuller, Duncan, St. Denis en Shawn, die ze te uiterlijk of te oppervlakkig vonden.
Moest gaan om de expressie van de allerdiepste belevingen van de kunstenaar.

Expressionistische dansstukken gaan vaak over onaangename gevoelens, zoals angst, verdriet en wanhoop. 

Expressionisme

Slide 37 - Diapositive

Moderne Theaterdans
Isadora Duncan
 Martha Graham
Mary Wigman
Rudolf Laban

Slide 38 - Diapositive

Duncan choqueerde:  geen korset, blote voeten, loshangend gewaad en geen decor.

Duncan streefde naar een zo natuurlijk mogelijk dansstijl: alledaagse bewegingen (lopen, huppelen, liggen).

Duncan wilde een doorgaande, vloeiende, golvende bewegingsstroom bereiken via het dansen op de voorvoet (demie-pointe) waarbij de torso een lichte,
opwaartse positie innam. Het beeld van
Nikè was daarbij een inspiratiebron. 

Volgens Duncan is de solar plexus (net boven de navel)  het centrum waar alle
beweging uit voortkomt.  

Isadora Duncan 

Slide 39 - Diapositive

Spanning en ontspanning via een Dalcroze school. 
Wigman werkte samen met Laban.
De belangrijkste principes:
• dans is een uiting van diepe en sterke emoties door de
zeggingskracht van de beweging zelf.
• Het lichaam is een instrument dat zingt en beweegt/trilt.
Ademhaling was heel belangrijk in haar dansstijl. Dit resulteert in een golvende, harmonieuze bewegingsstijl. 
Pose-achtige bewegingen van heup, armen en handen. 

De thematiek van haar dansen was somber. Het karakter expressionistisch. 

Zij gebruikte vaak maskers bij haar dans.

Mary Wigman

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Graham is afkomstig uit de V.S. 
Van Delsarte had zij de relatie tussen lichaam en geest, het belang van bewegingsanalyse, ademhaling, spiercoördinatie en evenwichtscontrole geleerd. In haar choreografieën gaf Graham de
uitwerking van bepaalde hevige, menselijke emoties en psychische conflicten, zoals doodsangst, jaloezie.

in haar dans: Zo ligt bij haar de aanzet van de beweging (evenals bij Duncan) bij de Solar Plexus. Voorts wordt gewerkt met het principe spanning-ontspanning (Dalcroze, Laban).

Het hele karakter van de Graham techniek is veel aardser gericht en doet geen pogingen de wetten van de zwaartekracht te ontkennen zoals dat bij de academische techniek wel  het geval is. Bij sprongen zijn de benen 
vrijwel altijd in een hoekige en niet-gestrekte positie

Martha Graham

Slide 42 - Diapositive

Martha Graham

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Vidéo

Laban was geïnteresseerd in de oorsprong
en mogelijkheden van de menselijke
bewegingen.

Ontwikkelde dansnotatiesysteem (de
 laban notatie).
 
Bij Laban stond het gevoel en de emotie
op de eerste plaats. 

In zijn onderzoek onderscheidde Laban verschillende typen dansers: wilstype, gevoelstype en verstandstype. 

Volgens Laban is dans samengesteld uit de elementen tijd, kracht en ruimte. 
Rudolf Laban

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

 Loïe Fuller 
 Was een Amerikaans-Franse danseres
Experimenteerde met elektrisch licht in het theater
Ze wordt gezien als een pionier op het gebied van moderne dans en theaterbelichting.

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Vidéo

Josephine Baker
1920's
Revu Negre (Revu dans)
Le ballet Suedois naar Parijs gehaald
Grote ster is Josephine baker (New-Orleans USA)
Oerdriften en seksuele instincten uitdrukken in de dans
Is wat het witte publiek verwachte van een ''primitieve'' zwarte vrouw
Hardnekkige vooroordelen uit die tijd

Slide 49 - Diapositive

Rages
Zo snel als muzikale stromingen elkaar opvolgen zo snel ontstaan er:
Dansrages
Moderne gezelschapsdans
 VS: bijvoorbeeld charleston
Engeland: bijvoorbeeld ballroomdansen
Charlston

Slide 50 - Diapositive