Examentraining

Het aantal directe medewerkers aan wie een manager leidinggeeft betekent?
A
Span of control
B
Scope of control
C
Depth of control
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
HandelMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het aantal directe medewerkers aan wie een manager leidinggeeft betekent?
A
Span of control
B
Scope of control
C
Depth of control

Slide 1 - Quiz

Een nieuwe medewerker krijgt uitleg van zijn leidinggevende over hoe hij zijn taak uitvoert.
Wat doet de leidinggevende?
A
Coördineren
B
Delegeren
C
Begeleiden
D
Instrueren

Slide 2 - Quiz

Op welke managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch

Slide 3 - Quiz

Wat is het omspanningsvermogen (scope of control) van een manager?

Slide 4 - Question ouverte

Bij welke leiderschapsstijl laat de manager bijna alles over aan de medewerkers?

Slide 5 - Question ouverte

Welke 4 leiderschapsstijlen onderscheiden Hersey en Blanchard?

Slide 6 - Question ouverte

Waar staat STARR voor?

Slide 7 - Question ouverte

Uit welke 3 onderdelen bestaat het communicatieschema?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij medewerkers eigenlijk altijd in wisselende samenstellingen samenwerken met collega’s van andere afdelingen?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 10 - Quiz

Een manager transport & logistiek geeft leiding aan 3 teamleider, 1 hr medewerk, 1 expeditie. Wat is de spanwijdte?

Slide 11 - Question ouverte

Wat zijn de voordelen van interne werving?

Slide 12 - Question ouverte

Welke managementlaag heeft, ten opzichte van de directie, een uitvoerende functie en ten opzichte van de uitvoerende medewerkers, een leidinggevende functie?
A
topmanagement
B
middenmanagement
C
lager management

Slide 13 - Quiz

Wat is een organogram?

Slide 14 - Question ouverte

Op welk managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch

Slide 15 - Quiz

Wat zijn primaire arbeidsvoorwaarden?
A
loon, werktijden, vakantiedagen
B
loon, vakantiedagen, auto
C
loon,auto, telefoon
D
loon, auto, laptop

Slide 16 - Quiz

Van welk leiderschapsstijl is sprake als de volgende
kenmerken terugkomen?
*Beslissen zonder invloed van medewerkers
*Eenzijdig bepalen wat er gebeuren moet

Slide 17 - Question ouverte

Geef in onderstaande situaties aan van welke management by-techniek sprake is:
A. Jij krijgt als leidinggevende een zogenoemd target. Je moet een bepaalde omzet zien te halen. Als je je target niet haalt, is dat niet goed voor je carrière.
B. Als manager help je regelmatig zelf mee, je coacht en stuurt de medewerkers.
C. Alleen als het echt nodig is, kom je als manager tevoorschijn en neem je de leiding.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is een VOG?

Slide 19 - Question ouverte

Op welke gronden van de AWGB wet mag je niet discrimineren. Benoem er 4

Slide 20 - Question ouverte