Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 70 min
Éléments de cette leçon
Herhaling hfd 1
Stofeigenschappen
Gevarensymbolen
Zuivere stof of mengsel
Dichtheid
Veiligheid bij practicum
handeling, waarneming en conclusie
Faseovergangen
Omrekenen van K naar °C en omgekeerd
soorten mengsels pH
Slide 1 - Diapositive
Wat waren stofeigenschappen ook alweer.
Slide 2 - Question ouverte
stofeigenschappen
Je moet verschillende stofeigenschappen kunnen noemen.
Kleur, Geur,
Smaak, Brandbaarheid,
Oplosbaarheid Enz...
Slide 3 - Diapositive
Je kunt niet direct het verschil zien tussen water en wasbenzine maar er zijn wel degelijk verschillen. Noem twee stofeigenschappen die voor water en wasbenzine hetzelfde zijn.
Slide 4 - Question ouverte
Je kunt niet direct het verschil zien tussen water en wasbenzine maar er zijn wel degelijk verschillen. Noem ook twee stofeigenschappen die juist verschillen.
Slide 5 - Question ouverte
Zuivere stof of mengsel
Je moet het verschil kennen tussen een zuivere stof en een mengsel.
Een zuivere stof heeft 1 soort moleculen Een mengsel meerdere soorten moleculen.
Moleculen geven we aan als ronde bolletjes.
Slide 6 - Diapositive
Dichtheid
Je moet met dichtheid kunnen rekenen.
Slide 7 - Diapositive
Bereken de dichtheid van blokje 5
Slide 8 - Question ouverte
Veiligheid.
Je moet weten hoe je veilig practicum kunt doen.
Bij gebruik van brander, haren in staart.
Veiligheidsbril op Labjas aan.
Niet rennen door het lokaal Reageerbuisje verwarmen, richt op niemand.
Slide 9 - Diapositive
Noem twee maatregelen die je bij ieder practicum moet nemen.
Slide 10 - Question ouverte
Wat betekenen deze pictogrammen
Slide 11 - Question ouverte
Handeling, waarneming, conclusie
Als je een proefje doet, moet je verschillende handelingen uitvoeren.
Als het goed is, zie je dan dingen gebeuren, of je ruikt of hoort iets. Dit zijn waarnemingen
Als je voldoende waarnemingen hebt gedaan, kun je een conclusie trekken. Je hebt dan antwoord op je onderzoek.
Slide 12 - Diapositive
Als je onderzoek doet, heb je in een vaste volgorde te maken met handelingen, waarnemingen en conclusies.
Leg uit waarom dit de juiste volgorde is.
Slide 13 - Question ouverte
Handeling
Waarneming
Conclusie
Je laat een brandende lucifer in een bakje met benzine vallen.
De benzine vliegt in brand.
Benzine is een licht ontvlambare stof.
Benzine is een brandbare stof.
Het wordt warm in de omgeving van het bakje.
Bij de verbranding van benzine komt warmte vrij.
Slide 14 - Question de remorquage
Met de luchttoevoer van een brander kan de kleur van de vlam worden geregeld. Welke kleur heeft de vlam wanneer de luchttoevoer dicht is?
Slide 15 - Question ouverte
Fase overgangen.
Er zijn 3 fasen Vast, vloeibaar en gasvormig.
Als een stof overgaat van de ene fase naar de andere, noem je dat een faseovergang. De faseovergangen moet je kennen.
Slide 16 - Diapositive
Omrekenen van K naar °C
0K is -273°C
Bij die temperatuur bewegen moleculen niet meer.
K ----> °C (-273)
°C ----> K (+273)
Slide 17 - Diapositive
smelten
stollen
condenseren
verdampen
rijpen
sublimeren
water (g) → water (s)
zwavel (s) → zwavel (l)
jood (s) → jood (g)
kaarsvet (l) → kaarsvet (s)
alcohol (g) → alcohol (l)
butagas (l) → butagas (g)
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is het smeltpunt van propaan?
Slide 19 - Question ouverte
Reken het smeltpunt van propaan (-187°C) om naar kelvin.
Slide 20 - Question ouverte
Wat is het kookpunt van propaan?
Slide 21 - Question ouverte
Reken het kookpunt van propaan (-42°C) om naar kelvin.
Slide 22 - Question ouverte
Welke fase heeft propaan bij kamertemperatuur (20 °C)?
Slide 23 - Question ouverte
In welke fase bevindt propaan zich bij 100 K?
Slide 24 - Question ouverte
Soorten mengsels
De volgende mengsels moet je kennen:
Oplossing Suspensie Emulsie
Rook Nevel
Schuim
Met een emulgator kun je ervoor zorgen dat een emulsie gemengd blijft.
Slide 25 - Diapositive
Smeltpunt en smelttraject
Slide 26 - Diapositive
Jawad doet een beetje water in een reageerbuisje en voegt er een scheutje wasbenzine aan toe. Hij schudt het mengsel: het wordt troebel. Leg uit of dit mengsel een oplossing, een suspensie of een emulsie is.
Slide 27 - Question ouverte
Na een tijdje drijft de wasbenzine weer op het water. Daarom voegt Stef een beetje zeep toe en schudt opnieuw. Nu blijven de wasbenzine en het water wel gemengd. Wat is de algemene naam voor een stof zoals zeep, die vloeistoffen gemengd houdt?
Slide 28 - Question ouverte
Wat stelt de temperatuur bij A voor?
Slide 29 - Question ouverte
Wat stelt de temperatuur bij B voor?
Slide 30 - Question ouverte
Leg uit of kamfer een mengsel of een zuivere stof is.
Slide 31 - Question ouverte
pH
PH onder 7 is zuur pH 7 is neutraal pH boven 7 in basisch.
pH kun je meten met een indicator. Bv. rodekoolsap of universeel indicatorpapier.
Slide 32 - Diapositive
Bij het opruimen van een oplossing moet je rekening houden met de pH. Zure en basische oplossingen moeten namelijk gescheiden opgeruimd worden. Tijdens een experiment ontbreekt van een oplossing het etiket. Daarom wordt de pH bepaald met pH-papier. In figuur 1.28 zie je de verpakking van het pH-papier dat gebruikt wordt. Leg uit welke pH de onbekende stof heeft. Bij de test kleurt het papier oranjerood.
Slide 33 - Question ouverte
Is deze stof zuur, basisch of neutraal?
A
zuur
B
basisch
C
neutraal
Slide 34 - Quiz
Voordat de oplossing van de stof opgeruimd wordt, wordt hij eerst verdund met water. Tijdens het verdunnen ontstaat een discussie tussen twee onderzoekers. Sylvie zegt dat de pH nooit boven de 7 kan komen tijdens het verdunnen, Mazin zegt dat dit wel kan. Leg uit of Sylvie of Mazin gelijk heeft.