Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
3 Hoe stel ik een observatieplan op?
P. 23-30
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
A Wat zijn de wensen en behoeften van de leerkracht?
Slide 3 - Question ouverte
A Wat zijn de wensen en ...?
De juf zoekt naar een manier om het gedrag van haar leerling te bestuderen en een antwoord te vinden op vragen zoals:
Hoe komt het dat Liv vaak naar buiten kijkt?
Waarom heeft ze meer tijd nodig dan haar klasgenoten om opdrachten te maken?
Waarom leest ze traag?
Slide 4 - Diapositive
B Wat zijn eventuele moeilijkheden?
Slide 5 - Question ouverte
B Wat zijn eventuele ...?
veel leerlingen in de klas en tijdsdruk om alles gezien te hebben
concentratieproblemen
dyslexie
moeilijkheden met lezen
Slide 6 - Diapositive
C Hoe zou jij deze situatie aanpakken?
Slide 7 - Question ouverte
C Hoe zou jij deze situatie ...?
Ik zou Liv bestuderen tijdens de speeltijd.
Is ze daar vaak alleen?
Wordt ze gepest, speelt ze met haar vriendinnen?
Ik zou Liv ook bestuderen tijdens de verschillende vakken.
Heeft ze alleen moeite met aal of ook met andere vakken?
Ik zou Liv op verschillende momenten in de gaten houden.
Komen de problemen altijd tegen de middag voor?
Slide 8 - Diapositive
Opstellen van observatieplan
Stel een onderzoeksvraag op.
Verzamel belangrijke gegevens voor de observatie
Bepaal de observatiemethode.
Bepaal de observatieomgeving.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
1 Opstellen van onderzoeksvraag
is steeds geformuleerd als een vragende zin
zo concreet mogelijk
bestaat uit 5 onderdelen:
wie
wat
waar
wanneer
waarom
Slide 11 - Diapositive
Wat is volgens jou de meest volledige onderzoeksvraag?
Hoe gedraagt Ferre zich tijdens L.O.?
Welke zichtbare reacties vertoont Ferre tegenover zijn klasgenoten ...?
Hoe is de fijne motoriek van Ferre op 25 mei 2022?
Kan Ferre op maandag 25 mei 2022 kralen aan een koord rijgen ...?
Is de grove en fijne motoriek van Ferre voldoende ontwikkeld ...?
Slide 12 - Sondage
Oplossing
Slide 13 - Diapositive
2 Verzamelen van gegevens
identificatiegegevens verzamelen
fysieke gegevens
mentale gegevens
familiale gegevens
tijdstip, ruimte en observatoren bepalen
Slide 14 - Diapositive
A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens
Slide 15 - Quiz
A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens
Slide 16 - Quiz
A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens
Slide 17 - Quiz
3 Observatiemethode bepalen
Er bestaan verschillende observatiemethoden:
met of zonder medeweten van de geobserveerde
open observatie
verhulde of bedekte observatie
wel of geen structuur in de observatie
gesloten of gestructureerde observatie
open of niet-gestructureerde observatie
Slide 18 - Diapositive
wel of niet deelnemen aan de observatie
actief participerende observatie
passief participerende observatie
niet participerende observatie
Slide 19 - Diapositive
4 Observatieomgeving bepalen
natuurlijke omgeving
kunstmatige omgeving
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Question ouverte
De observator (Daphne) neemt zichtbaar notities.
DUS de geobserveerde (Abdel) weet dat hij wordt geobserveerd.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Question ouverte
De observator (Nore) neemt deel aan de activiteit = participerend.
Er is interactie met de geobserveerde (Simon)
= actief participerend
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Question ouverte
De observator (juf An) neemt notities zonder dat de geobserveerde dat weet of ziet.
= bedekte observatie
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Question ouverte
Er is geen interactie, maar de aanwezigheid van de observator (agent) kan wel een invloed hebben.
= passief participerende observatie
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Question ouverte
De geobserveerde (Jana) kent deze omgeving, ze voelt zich hier thuis. Er zijn geen aanpassingen gebeurd.
= natuurlijke omgeving
Slide 30 - Diapositive
A Lees de casus van Ferre op pagina 24 opnieuw.
B Stel het observatieplan op.
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Kan Ferre op 25/05/22 in de turnzaal een bal vangen, klimmen op een klimrek, op een evenwichtsbalk lopen en tijdens het knutselmoment in de klas kralen aan een koord rijgen zodat hij naar 3de kleuterklas kan gaan?