(werkwoord) spelling -->22 maart

Tegenwoordige tijd
Tegenwoordige tijd (tt): 
het gebeurt nu, dus tegenwoordige tijd.

Regel: stam + t, behalve bij ik en als jij er achter staat. 
               (denk bij werkwoorden waar de stam eindigt op een -d 
               aan het woord poepen)
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tegenwoordige tijd
Tegenwoordige tijd (tt): 
het gebeurt nu, dus tegenwoordige tijd.

Regel: stam + t, behalve bij ik en als jij er achter staat. 
               (denk bij werkwoorden waar de stam eindigt op een -d 
               aan het woord poepen)

Slide 1 - Diapositive

Ik .... (braden, tt)

Slide 2 - Question ouverte

Papa .... (braden, tt)

Slide 3 - Question ouverte

Jij .... (kruiden, tt) het vlees.

Slide 4 - Question ouverte

Vandaag ..... (genieten, tt) ik van het mooie weer.

Slide 5 - Question ouverte

Morgen ..... (veranderen, tt) het weer.

Slide 6 - Question ouverte

De kok .... (bereiden, tt) het eten.

Slide 7 - Question ouverte

Ik ... (bieden, tt) hem een snoepje aan.

Slide 8 - Question ouverte

Ik ... (bieden, tt) hem een snoepje aan.

Slide 9 - Question ouverte

Ik begrijp de regel van de tegenwoordige tijd: stam + t
Ja
Nee
Beetje

Slide 10 - Sondage

Voltooid deelwoord | hulpwerkwoord
Voltooid deelwoord: vaak met ge-, be-, en ver-.
Hulpwerkwoord: staat samen met een ander werkwoord in de zin.

Ik heb buiten gespeeld.
Wij zijn naar huis gegaan.
Anna heeft bij haar buurmeisje geslapen.

Slide 11 - Diapositive

Wat is het hulpwerkwoord?
Hij heeft een snoepje gepakt.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het hulpwerkwoord?
Ze hebben een sprong gemaakt.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het hulpwerkwoord?
Uiteindelijk is het gelukt.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het hulpwerkwoord?
Ze zijn er wel druk mee geweest.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?
Hij heeft een snoepje gepakt.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?
Ze hebben een sprong gemaakt.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?
Uiteindelijk is het gelukt.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?
Ze zijn er wel druk mee geweest.

Slide 19 - Question ouverte

Ik vind het hulpwerkwoord nog lastig te vinden.
Ja
Nee
Beetje

Slide 20 - Sondage

Ik vind het voltooid deelwoord nog lastig te vinden.
Ja
Nee
Beetje

Slide 21 - Sondage