De klant centraal H5

Hoe gaat het?
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoe gaat het?

Slide 1 - Diapositive

Bewijsstukken 
Wat moet je nog maken voor je mapje?

Slide 2 - Diapositive

Hoe ver zijn jullie met de opdrachten?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

De klant centraal

Slide 5 - Diapositive

Wat gaan we behandelen?

  • Klantvriendelijk
  • Klantgericht 
  • Hospitality

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen 
  1. Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat klantvriendelijkheid betekent.
  2. Aan het einde van de les kun je vertellen wat je nog moet afronden voor een go en welke opdrachten er nog openstaan. 

Slide 7 - Diapositive

klant vriendelijk

                                                                 Splits het woord in 2
Klant = Iemand die iets koopt/ of een dienst
Vriendelijk = lief, aardig 

Slide 8 - Diapositive

Wanneer heb jij te maken gehad met klanten?

Slide 9 - Carte mentale

klantvriendelijk 
1. Aardig
2. Behulpzaam
3. Correct: beleeft en eerlijk

Slide 10 - Diapositive

Klantvriendelijk ben je door:
A
Goed te luisteren naar de klant
B
Mensen vriendelijk te woord staan

Slide 11 - Quiz

Klachten ontvangen
Regels bij het ontvangen van je klacht:

  • Word niet boos;
  • Blijf kalm en beleefd;
  • Ga je niet verdedigen (‘ja, maar…’)
  • Luister goed naar de klacht


Slide 12 - Diapositive

Wat is een klantvriendelijke houding van een verkoper?

A
Een klant die een vraag heeft doorverwijzen naar je collega.
B
Een klant die binnenkomt begroeten.
C
Een klant bij de kassa te veel geld teruggeven.
D
Een klant bij de kassa te weinig geld teruggeven

Slide 13 - Quiz

klantgericht 
Behoefte= Iets wat je nodig hebt
  • Hulp bij ADL: Algemeen dagelijkse levensverrichting 
  • Zorg en welzijn: hulp met koken en wassen
  • Schone werk ruimte.
  • Winkelen 
Stel de vragen:
 Wie is de klant?, Wat heeft de klant nodig?, Wat wilt de klant?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Je bent klantgericht bezig als:
A
Zo goed mogelijk op de wensen en wat de klant nodig heeft kunt reageren
B
Als je richting de klant loopt.
C
Als je alleen vriendelijk bent.

Slide 16 - Quiz

Wat is hospitality?
Letterlijk betekent hospitality gastvrijheid.
 Gastvrijheid is

  • Warm (verwelkomen) Welkom!
  • Goede service: schoon, netjes, veilig etc
  • 'het juiste 'gevoel' geven

Slide 17 - Diapositive

Samengevat 
Klantvriendelijk: Vriendelijk voor de klanten, aardig, behulpzaam, eerlijk 

klantgericht: Zien wat de klant wilt of nodig heeft. 

Hospitality: Gastvrijheid, welkom heten, juiste gevoel geven.

Slide 18 - Diapositive

Beginnen opdrachten Anouk
  1. Larissa
  2. Kayleigh
  3. Kim
  4. Sterre
  5. Banisha 
De rest even samen zitten.
Je krijgt een woordenlijst van de docent!




Slide 19 - Diapositive

Maken opdrachten 





Verder met je opdrachten H 1,2,3,4 & mapje voor GO
Ook klaar daarmee? mag je vooruit werken.

Slide 20 - Diapositive

Zijn de leerdoelen behaald?
  • Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat klantvriendelijkheid betekent.

  • Aan het einde van de les kun je vertellen wat je nog moet afronden voor een go en welke opdrachten er nog openstaan. 

Slide 21 - Diapositive

Start les 2

Slide 22 - Diapositive

leerdoelen:
  • Aan het einde van de les kunnen de studenten benoemen hoe ze klachten moeten ontvangen.
  • Aan het einde van de les kunnen de studenten vertellen wat de stop methode is. 

Slide 23 - Diapositive

Klachten ontvangen
  • Word niet boos
  • Blijf kalm en netjes 
  • Ga je niet verdedigen ('ja, maar...')
  • Luister goed naar de klacht 

Slide 24 - Diapositive

Stop methode 
Stoom afblazen - laat iemand even afkoelen.

Tot de orde roepen - vertel dat je zo niet met iemand in gesprek gaat.

Opnieuw beginnen - begin het gesprek opnieuw en zorg dat je luistert.

Passen bij herhaling - bij nieuwe agressie stop je met praten.

Slide 25 - Diapositive

Afwijkend en ongewenst gedrag
Afwijkend gedrag                   gedrag dat anders is dan je in die situatie verwacht.
Ongewenst gedrag                  afwijkend gedrag dat een probleem vormt.

Slide 26 - Diapositive

Beginnen opdrachten Anouk
  1. Larissa
  2. Kayleigh
  3. Kim
  4. Sterre
  5. Banisha 
De rest even samen zitten.
Je krijgt een woordenlijst van de docent!




Slide 27 - Diapositive

Toneelstukje 
Groepjes van 2
Je krijgt een blad met uitleg
Oefenen 10 min
Bespreken

Slide 28 - Diapositive

leerdoelen behaald?
  • Aan het einde van de les kunnen de studenten benoemen hoe ze klachten moeten ontvangen.
  • Aan het einde van de les kunnen de studenten vertellen wat de stop methode is. 

Slide 29 - Diapositive

Waarom wel of niet?
Wat moet er anders?
Wat kunnen we verbeteren?
Wat ging er wel goed?

Slide 30 - Diapositive

Maken H5
De klant centraal 
maken alle opdrachten

Slide 31 - Diapositive

Afmaken opdrachten
  1. Mapje voor een go
  2. Opdrachten van eerdere hoofdstukken  

Slide 32 - Diapositive