Betrouwbare bronnen - evalueren (Bouwsteen 07)

Evalueren - Betrouwbaarheid bronnen
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Evalueren - Betrouwbaarheid bronnen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
• O.b.v. criteria betrouwbaarheid informatie beoordelen.
• Beschrijven waarop informatie/tekst beoordeeld wordt.
• Analyseren hoe informatie/tekst opgebouwd is.
• Controleren of aan de eisen van een goede (luister)tekst (= evalueren) wordt voldaan.
• Daaruit de juiste conclusie trekken (= beoordelen).
• Uitleggen waarom een tekst wel of niet voldoet aan de eisen van een goede informatie/tekst.


Slide 2 - Diapositive

Evalueren van teksten
Bij het evalueren van teksten let je op:
  • betrouwbaarheid
  • samenhang

Slide 3 - Diapositive

Betrouwbaarheid van een tekst
• Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
• Een betrouwbare tekst heeft 
controleerbare feiten.

Slide 4 - Diapositive

Betrouwbaarheid

Bij het evalueren van een tekst kijk je allereerst naar de betrouwbaarheid:
• de deskundigheid, onafhankelijkheid van de schrijver/spreker,
• het doel van de tekst,
• de publicatieplaats of het podium,
• de actualiteit en de gebruikte bronnen.


Slide 5 - Diapositive

Betrouwbaarheid

Bij het evalueren van een website kijk je ook naar de betrouwbaarheid:
• dezelfde stappen als bij een gedrukte/gesproken tekst,
• komt de website voor op lijsten met onbetrouwbare bronnen,
• een bron kan ook zijn een webshop.


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Lien

Deskundigheid/onafhankelijkheid van de schrijver of spreker


Wie heeft de tekst geschreven? Wie spreekt er? Wie heeft het filmpje gemaakt?
Een commentator uit Amsterdam die een voetbalwedstrijd van Ajax verslaat, ziet misschien andere overtredingen dan een verslaggever uit Rotterdam.


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Het doel van de tekst
Wil de schrijver of spreker je
• informeren,
• overtuigen,
• amuseren,
• instrueren.

Slide 13 - Diapositive

Publicatieplaats c.q. podium

• Waar is de tekst gepubliceerd?
• Waar is het filmpje verschenen?
• Is wat er op een congres van FvD wordt gezegd betrouwbaar? Hetzelfde geldt voor een congres van VVD, PvdA of CU.
• Een tekst ergens op een slordige weblog is waarschijnlijk minder betrouwbaar dan een fragment uit een serieus nieuwsprogramma.


Slide 14 - Diapositive

De actualiteit

Hoe actueel is de informatie uit de tekst of het filmpje?

Als een tekst tien jaar geleden is gepubliceerd, moet je eerst nagaan of de informatie nog steeds klopt. Misschien is de informatie inmiddels wel achterhaald.


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Lien

De gebruikte bronnen

• Welke bronnen heeft de schrijver of spreker zelf gebruikt?
• Zijn die wel deskundig genoeg?
• Vertelt de schrijver of spreker waar hij zijn informatie vandaan haalt, zodat controle mogelijk is?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Samenhang

Naast betrouwbaarheid van tekst evalueer en beoordeel je in dit hoofdstuk ook de samenhang:
  • tussen verschillende teksten en
  • binnen een tekst zelf.

Slide 20 - Diapositive

Samenhang tussen teksten

Om de ene tekst te begrijpen, is het soms nodig om ook een andere tekst te lezen of te beluisteren.
Zie ook het voorbeeld van een dia hierboven, over de stijgende vleesprijzen (link naar Wageningen Universiteit) en de gele blokjes 'Lees ook:'.

Slide 21 - Diapositive

Samenhang binnen teksten

Bij samenhang binnen een tekst wordt de samenhang tussen delen van een tekst bedoeld. Beoordeel dit door te kijken naar:
• samenhang tussen titel en tekst;
• samenhang tussen inleiding, kern en slot van de tekst;
• samenhang tussen meningen en argumenten;
• samenhang tussen tekstdoel en tekst.


Slide 22 - Diapositive

Samenhang tussen titel en tekst
In de titel staat meestal het onderwerp van de tekst.
Over het algemeen maakt een titel de lezer nieuwsgierig.
Wordt het duidelijk waarom de tekst deze titel heeft, dan is er samenhang tussen titel en tekst.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Samenhang tussen titel en tekst
Bijvoorbeeld: Als er in de titel staat 'Drie tips om te stoppen met roken', dan verwacht je daarna ook dat je die drie tips om te stoppen met roken in de tekst terug vindt.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Samenhang tussen inleiding, kern, slot
Goed opgebouwde tekst: inleiding, kern en slot.
Is deze opbouw herkenbaar?
Is er een goede samenhang tussen de tekstdelen?
Dat kan hij doen door bijvoorbeeld:
- signaalwoorden te gebruiken;
- het onderwerp in de inleiding te noemen;
- het geven van een conclusie in het slot.

Slide 27 - Diapositive

Samenhang tussen inleiding, kern, slot
Bijvoorbeeld: In de tekst 'Drie tips om te stoppen met roken' verwacht je een inleiding waarin bijvoorbeeld verteld wordt dat stoppen met roken best lastig kan zijn. Maar dat het wel mogelijk is. In de kern verwacht je de drie tips, met signaalwoorden als 'ten eerste', 'ten tweede', 'ook, 'ten slotte'. Het slot kan een conclusie geven als 'Dus als je het op deze wijze probeert, moet het lukken te stoppen met roken.'

Slide 28 - Diapositive

Samenhang tussen meningen en argumenten
In een betoog geeft de schrijver zijn mening over een onderwerp, hij probeert je te overtuigen.
Dan mag je verwachten dat de schrijver in de tekst argumenten geeft die zijn mening steunen.
Ook mag je verwachten dat de schrijver geen drogredenen gebruikt.

Slide 29 - Diapositive

Samenhang tussen meningen en argumenten
Bijvoorbeeld: In zijn betoog ‘Roken is niet ontspannend’ gaat de schrijver in  op zijn eigen rookgedrag: 'ik zag er bleek uit, mijn handen trilden en ik voelde me niet lekker, had echt een schuldgevoel.' (meningen)
De schrijver is gestopt met roken en zegt: 'ik voel me gezonder, ik slaap beter, houd meer geld over en heb meer tijd voor leuke dingen.' (argumenten)

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Samenhang tussen tekstdoel en tekst
De schrijver heeft een bepaald doel met zijn tekst.
Hij wil de lezer informeren, vermaken, overtuigen, instrueren.
Zijn de woordkeus, stijl en lay-out geschikt om dit doel te bereiken? Zit hier samenhang in?

Slide 32 - Diapositive

Samenhang tussen tekstdoel en tekst
Bijvoorbeeld een tekst voor een yogaweek in de zon:
  • lay-out → rustig en overzichtelijk
  • stijl → rustig, niet te schreeuwerig
  • afbeelding → laat een mooie plek zien.
De tekst/het beeld laat de lezer bedenken hoe fijn yoga is.
De tekst kan de lezer ook overhalen door bijvoorbeeld tien procent korting of een yogamatje cadeau te doen.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Vidéo

1.Bij online bronnen is het van minder belang om te weten wat de naam van de auteur is.
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

2. Het is beter om in mijn onderzoek wetenschappelijke bronnen te gebruiken, want daar staan de originele (primaire) data in.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

3. Bronnen van voor 2000 zijn niet meer actueel en kan je beter niet gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

4. Als er een mening in de bron staat, is de bron niet meer betrouwbaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Middelen bij informeren
- feiten geven
- bronnen noemen
- cijfers uit onderzoek geven
- vragen stellen

Slide 40 - Diapositive

Middelen overtuigen/activeren
- lezer of luisteraar direct aanspreken
- argumenten geven
- vragen stellen
- uitroeptekens gebruiken
- beloftes doen
- testimonials: positieve ervaringen van anderen als bewijs
- beeldspraak gebruiken

Slide 41 - Diapositive

Middelen bij amuseren
- beeldspraak gebruiken

Slide 42 - Diapositive

De slaaptabletten zijn veilig in het verkeer (uit een folder van samenwerkende apothekers)
A
Betrouwbaar
B
Niet betrouwbaar
C
A + B

Slide 43 - Quiz

Eucerin Sun biedt unieke drievoudige bescherming. (productfolder Eucerin Sun Protection)
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
C
A + B

Slide 44 - Quiz

Steeds meer mensen doen een beroep op schuldhulpverlening. (Centraal Bureau voor Statistiek)
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
C
A + B

Slide 45 - Quiz

Reorganisatie bij politie begint vruchten af te werpen. (minister van Binnenlandse Zaken in interview)
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
C
A + B

Slide 46 - Quiz

De geheime minnaar van Adèle. (weekblad Privé)
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
C
A + B

Slide 47 - Quiz

Meeste mbo'ers tevreden over hun opleiding (Koerzuesss op lezersforum NU.nl)
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
C
A + B

Slide 48 - Quiz

Een tekst met als titel "Red Bull is goed voor je". Geschreven door de directeur van Red Bull. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
C
A + B

Slide 49 - Quiz

Dus ...
Let op bij:
  • onvolledige informatie
  • slordige informatie
  • misleiding > liegen >> doel is winst voor bron
  • voordelen wel, nadelen niet

Slide 50 - Diapositive

Nepnieuws?
Hoe maak je nepnieuws?
Speel de game!

Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Lien

Aan de slag ...
Taalblokken
Bouwstenen - 07 Evalueren
  • Voorbeeld en theorie - alles
  • Lezen & luisteren - bolletjes ① t/m ⑨

Slide 53 - Diapositive