H8.3 Je bloed vervoert

M2B startklaar: leerboek, schrift, laptop, jas uit, telefoon in de bak.
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

M2B startklaar: leerboek, schrift, laptop, jas uit, telefoon in de bak.

Slide 1 - Diapositive

M2A: laptop, leerboek, schrift, jas uit, telefoon opgeborgen

Slide 2 - Diapositive

M2C startklaar: laptop, leerboek, schrift

Slide 3 - Diapositive

H2A startklaar: leerboek, schrift, laptop, jas uit, telefoon in de bak.

Slide 4 - Diapositive

8.3 Je bloed vervoert

Slide 5 - Diapositive

Welk organen-stelsel brengt glucose (suiker) in de bloedstroom?
A
ademhalingstelsel
B
verteringstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
spierstelsel

Slide 6 - Quiz

Welke stof hebben de cellen van je spieren nodig om energie op te wekken?
A
zuurstof
B
glucose
C
CO2
D
water

Slide 7 - Quiz

Welke stof verlaat het lichaam als je UIT ademt?
A
zuurstof
B
glucose
C
CO2
D
water

Slide 8 - Quiz

Welke stof komt niet meer IN het lichaam als iemand gewurgd wordt?
A
zuurstof
B
glucose
C
CO2
D
water

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen:
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 10 - Diapositive

programma
Uitleg
Controlevragen
Opdrachten om te oefenen

Slide 11 - Diapositive

Wat zie je op de plaatjes?
Wat zijn de overeenkomsten?

Slide 12 - Diapositive

Hoe vervoert jouw bloed glucose?

Slide 13 - Diapositive

Wat zit er in bloed?

Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 14 - Diapositive

Bloedplasma vervoert GLUCOSE!
Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 15 - Diapositive

Wat gebeurt er als je een suikerklontje (glucose) in een glaasje PLASMA doet?
A
Het klontje gaat zwemmen
B
Het klontje verdwijnt
C
Het klontje blijft een klontje
D
Het suiker smelt in het water

Slide 16 - Quiz

Glucose (suiker) lost op in het bloedplasma.
Het bloed stroomt door het lichaam. Zo wordt de glucose vervoerd.

Slide 17 - Diapositive

1B.) Hoe vervoert jouw bloed zuurstof?

Slide 18 - Diapositive

Hoe kan het bloed die zuurstof meenemen vanuit de longblaasjes?

Slide 19 - Diapositive

Rode bloedcellen vervoeren ZUURSTOF!
Hoe dan?
Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 20 - Diapositive

Aan het oppervlakte van rode bloedcellen zit "Hemoglobine"
Hemoglobine is een eiwit dat zuurstof kan vast pakken.

Slide 21 - Diapositive

Typen bloedvaten:
1. Slagader: bloed met zuurstof.

2. Haarvaatjes: verdelen bloed over de spier.

3. Ader: bloed zonder zuurstof

Slide 22 - Diapositive

Wat zit er in bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplasma
C
Plasma en cellen
D
Een soort gele vloeistof

Slide 23 - Quiz

Heeft een marathon-loper veel of weinig Hemoglobine?
A
Veel; want zijn spieren hebben veel energie nodig
B
Weinig, want de rode bloedcellen moeten weinig zuurstof verplaatsen
C
Weinig, want...
D
Veel, zo kunnen de rode bloedcellen veel zuurstof naar de spieren brengen

Slide 24 - Quiz

Door welk type bloedvat stroomt zuurstofrijk bloed?
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
D
Lymphevat

Slide 25 - Quiz

8.3 Bloed vervoert:
- bloedplasma:
- rode bloedcellen + hemoglobine:

- slagader
- ader
- haarvaten

vervoert glucose

vervoert zuurstof (+CO2)

: zuurstofrijk bloed
: zuurstofarm bloed
: dunne vaatjes lopen door spieren en organen

Slide 26 - Diapositive

Zelfstandig werken
1 - Maak je Cornell-aantekening af. (deze les af)

2 - Login bij je lessonup biologie klas en maak de opdrachten bij de les p8.3 (info?: leerboek of aantekeningen); deze opdrachten maak je deze les nog af!

3 - Klaar? Help een ander OF schrijf 2 toetsvragen op (huiswerk).

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag!

Slide 28 - Diapositive

Waarom is bloed eigenlijk rood?
A
Door de CO2
B
Door de zuurstof
C
Door het plasma
D
Door de rode bloedcellen

Slide 29 - Quiz

Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
Vetten
D
Zuurstof

Slide 30 - Quiz

Welke stoffen worden vervoerd door de rode bloedcellen?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
CO2
D
Zuurstof

Slide 31 - Quiz

Leerdoelen:
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 32 - Diapositive

Volgende les: 
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 33 - Diapositive

Fijne vakantie!

Slide 34 - Diapositive

8.3 Je bloed vervoert

Slide 35 - Diapositive

Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
Vetten
D
Zuurstof

Slide 36 - Quiz

Welke stoffen worden vervoerd door de rode bloedcellen?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
CO2
D
Zuurstof

Slide 37 - Quiz

Bloedplasma vervoert GLUCOSE!
Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 38 - Diapositive

Aan het oppervlakte van rode bloedcellen zit "Hemoglobine"
Hemoglobine is een eiwit dat zuurstof kan vast pakken.

Slide 39 - Diapositive

8.3 Je bloed vervoert...
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 40 - Diapositive

Wat zie je op de plaatjes?
Wat zijn de overeenkomsten?

Slide 41 - Diapositive

Grote snelweg
Nauw steegje

Slide 42 - Diapositive

Slagader:  bloed met zuurstof.
Haarvaatjes: verdelen bloed over de spier.

Ader: bloed zonder zuurstof (met koolstof-dioxide; CO2)

Slide 43 - Diapositive

Waarom stroomt bloed in de goede richting?
A
Bloed kan maar in 1 richting stromen
B
Door "deurtjes" in de aders...
C
Door "kleppen" in de aders...
D
Bloed met zuurstof gaat naar de spier...

Slide 44 - Quiz

Door kleppen in de bloedvaten kan bloed maar in 1 richting stromen...
Te vergelijken met supermarkt-poortjes...

Slide 45 - Diapositive

Waar stroomt bloed MET zuurstof naartoe?
A
Naar de hersenen...
B
Naar de spier...
C
Naar de long...
D
Naar een plek waar energie nodig is...

Slide 46 - Quiz

Door welk type bloedvat stroomt bloed met zuurtof?
A
Door urinebuis
B
Door de slagader
C
Door ader
D
Door slagader & haarvat

Slide 47 - Quiz

De dokter tapt bloed af uit jouw ader. Wat zit er in DAT bloed?
A
Zuurstof
B
Rode bloedcellen
C
Geen zuurstof
D
Koolstof-dioxide (CO2)

Slide 48 - Quiz

8.3 Je bloed vervoert...
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 49 - Diapositive

8.4 De bloedsomloop
1.) Hoe stroomt bloed door je lichaam?
2.) Hoe werkt je hart?

Slide 50 - Diapositive