Qwixx basis (1)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

Qwixx basis (1)

Vak: Nederlands
Taalniveau: 1F - 2F - 3F
Vaardigheden: lezen, woordenschat, spreken en luisteren

Lesdoelen

• De student leest een instruerende tekst begrijpend. 
• De student breidt doelgericht de (basis)woordenschat uit.
• De student zet onderstaande strategieën in om onbekende woorden
    te leren begrijpen, toepassen en/of uitleggen:
  - betekenis afleiden uit het woord
  - betekenis afleiden uit de tekst
  - woorden opzoeken in een (online) woordenboek
  - eigen kennis met medestudenten delen

Wat weet je al over
het spel Qwixx?

Lees nu de spelregels door!

Duur: 10 tot 15 minuten

Welk doel heeft deze tekst?

1. Informeren
2. Overtuigen / overhalen
3. Instrueren
4. Gevoelens uitdrukken

Woordenschat

Duur: 15 tot 20 minuten

• In de spelregels van Qwixx vind je verschillende (moeilijke) woorden en uitdrukkingen terug. 
• Vorm tweetallen samen met een klasgenoot.
• Ieder tweetal krijgt een setje met woordkaartjes.
• Maak twee stapels: één stapel met de woorden die je al kent en
                                             één stapel met de woorden die je nog niet (zo goed) kent. 
• Bespreek de woorden goed samen!
   Misschien kunnen jullie elkaar al enkele 'onbekende woorden' uitleggen.
   Kijk goed in de tekst, misschien kun je daar de betekenis van het 'onbekende woord' 
   achterhalen.
• Zoek de woorden die jullie allebei echt niet kennen op in een (online) woordenboek.

Een klein quizje

Duur: 10 tot 15 minuten

Zojuist hebben jullie in tweetallen een aantal (moeilijke) woorden en uitdrukkingen bekeken.
Nu volgt een klein quizje met enkele van deze woorden en/of uitdrukkingen. 

Weet jij steeds het goede antwoord?
Let op: deze quiz spelen we individueel!

Elke speler probeert op zijn scoreblad zoveel mogelijk getallen aan te kruisen.

Wat is géén synoniem voor 'het scoreblad'?

1. het scoreformulier
2. de scorekaart
3. het puntenoverzicht
4. de puntentelling

Elke speler krijgt een scoreblad en pakt een pen of potlood (niet inbegrepen).

Wat wordt er bedoeld met 'niet inbegrepen'?

Overgeslagen getallen mogen achteraf niet alsnog worden aangekruist.

Wat betekent het woord 'overgeslagen'?

1. niet gebruikte
2. ontbrekende
3. volgende
4. mislukte

De actieve speler gooit met de zes dobbelstenen.

Wie is 'de actieve speler'?

1. De scheidsrechter in het spel.
2. De speler die aan de beurt is.
3. De speler die niet aan de beurt is.
4. Een toeschouwer van het spel.

We weten nu wat een 'actieve speler' is.
Maar wie is dan 'de niet-actieve speler' (ook wel de passieve speler genoemd)?
Omschrijf dit in je eigen woorden!

Daarna worden de volgende twee acties achtereenvolgens uitgevoerd.

Wat is géén synoniem voor 'achtereenvolgens'?

1. een voor een
2. consecutief
3. in willekeurige volgorde
4. op volgorde na elkaar

Als de actieve speler noch actie 1, noch actie 2 kan uitvoeren, moet hij een mislukte worp aankruisen.

Wat is géén synoniem voor 'noch'?

1. (ook) niet
2. net zo min als
3. evenmin
4. dan wel

Nu wordt de volgende speler met de klok mee de nieuwe actieve speler.

Wat betekent 'met de klok mee'?

Als het sluiten van een kleur tijdens actie 1 plaatsvindt, is het mogelijk dat tegelijkertijd ook andere spelers de kleur sluiten en daarbij het slot aankruisen.

Wat is géén synoniem voor 'tegelijkertijd'?

1. gelijktijdig
2. zodadelijk
3. meteen
4. op hetzelfde moment

Als een speler uiteindelijk het getal helemaal rechts aankruist, dan kruist hij aansluitend het aangrenzende vakje met het slot aan.

Wat is géén synoniem voor 'aansluitend'?

1. opeenvolgend
2. daarna
3. zonder tussenpoos
4. voorafgaand

Heeft een speler minder dan vijf kruisjes gezet, dan mag hij het laatste vakje onder geen enkel beding aankruisen.

Wat betekent 'onder geen enkel beding'?

Wanneer een speler het getal helemaal rechts aankruist, moet hij dit luid en duidelijk kenbaar maken.

Wat is géén synoniem voor 'iets kenbaar maken'?

1. iets achterhouden
2. iets bekend maken
3. iets mededelen
4. iets laten weten

Welke 'kernwoorden'
zijn er vandaag voorbij gekomen?

Hoe vond je het om vandaag
op deze manier met
verschillende vaardigheden Nederlands
bezig te zijn?

Wat kun je nu beter
dan voor deze les?

Waar moet jij
naar aanleiding van deze les
nog mee oefenen?

Woordenschat verder uitbreiden

Duur: 15 tot 20 minuten

• Ga op zoek naar een interessant krantenartikel van ongeveer 200 tot 300 woorden.
• Kopieer en plak jouw gevonden artikel in een Word-bestand. Sla dit bestand op.
    Vergeet niet de bron van de tekst in het Word-bestand te vermelden. 
• Lees het artikel goed door. Bepaal voor jezelf:
  - Wat is het onderwerp én de hoofdgedachte van de tekst?
  - Wat is het doel van de schrijver?
  - Naar aanleiding van welke gebeurtenis heeft de schrijver deze tekst geschreven?
  - Welke onbekende en/of moeilijke woorden staan er in deze tekst?
     Zoek de betekenis hiervan op en noteer deze voor jezelf!
• Neem jouw krantenartikel en antwoorden mee naar de volgende les Nederlands.