Zouten

Zouten

gemeenschappelijke kenmerken zouten

 

1. formule  begint met positief metaal- (of amonium) ion gevolgd door negatief  ion
2. geleiden stroom in opgeloste of gesmolten toestand (elektronen kunnen dan vrijer bewegen)
3. vast bij kamertemperatuur (hoog smeltpunt)

4)zouten hebben een kristalstructuur

Elementen - Periodiek systeem

Ionen (Ken je al uit je hoofd, toch......?)

 opstellen verhoudingsformule van een zout
(volg altijd het 4 stappenplan!)

1. noteer de naam van het zout                                              1) natriumoxide
2. symbolen ionen tussen haakjes                                       2)   (Na⁺)(O^2-)
3. totale lading gelijk maken                                                    3)   (Na⁺)₂(O^2-)  
4. als je haakjes weg kunt werken doe dat:                       4)    Na₂O(s)
   
   
   

Formules van zouten zijn altijd verhoudingsformules.
De totale lading is altijd nul!

Aan de formule kun je zien hoe vaak elk ion aanwezig is in het zout.

naamgeving en formules zouten: 

1. Geef de naam van:

* NaCl

* BaO

2. Geef de formule van:

* zilverjodide

* loodbromide

naamgeving en formules zouten: 

1. Geef de naam van:

* NaOH

* FeCl₃

_{2. Geef de formule van:}

_* ijzer(II)sulfaat

* mangaan(IV)oxide

notatie van oplossen van het zout:

natriumchloride

NaCl (s) --> Na⁺ (aq)  +  Cl^- (aq)

Indampen! 

tegenovergestelde van oplossen

 Na⁺ (aq)  +  Cl^- (aq) --> NaCl (s)

Kristalrooster of ionrooster

Zoutoplossingen bij elkaar brengen

Twee zoutoplossingen bij elkaar brengen, wat dan?

• Alles lost op
• Een deel lost op en een deel slaat neer (wordt troebel en zakt naar de bodem)

Neerslagvergelijking:

+ion (aq) + -ion(aq) --> zout (s)

Oplosbaarheid zouten
Binas tabel 35 

• alle zouten met als positief ion kalium, natrium en ammonium zijn altijd goed oplosbaar
• alle zouten met als neg. ion een nitraat zijn goed oplosbaar

9.4 Ongewenste ionen verwijderen

Ongewenste ionen

Niet alle zouten zijn bruikbaar en onschadelijk. Sommige zouten zijn opgebouwd uit schadelijke ionen die slecht zijn voor ons en het milieu. Je kunt deze schadelijke of ongewenste ionen verwijderen door gebruik te maken van een neerslagreactie.

Hierna kun je de suspensie filtreren en de ongewenste ionen afvoeren. 

Ongewenste ionen verwijderen! 

Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt! 

Je kunt een neerslag ook gebruiken om een ion uit de oplossing te halen. 

Hoe doe je dat?

Ongewenst ion verwijderen

Stap 1: Bepaal het ion dat je wilt verwijderen.

Stap 2: Zoek in Binas een ion dat daarmee samen een slecht oplosbaar zout vormt.

Stap 3: Maak met het ion uit stap 2 een complete zoutoplossing door gebruik te maken van de oplosbaarheidsregel.

Stap 4: Verwijder het ontstane slecht oplosbare zout door de scheidingstechniek filtreren of door bezinken en voorzichtig afschenken.

Ongewenste ionen verwijderen 

Je hebt een oplossing met daarin ijzer(II)ionen. Welke zoutoplossing kun je toevoegen zodat de ijzerionen neerslaan?

Je hebt een oplossing met daarin calciumionen. Welke zoutoplossing kun je toevoegen zodat de calciumionen neerslaan?

verwijderen ongewenst ion

Lood in afvalwater

Zouten herkennen

Zouten herkenen doe je zo:

Zouten hebben in opgeloste vorm vaak een herkenbare kleur. Denk aan koperionen in water, die kleurt blauw.

In de Binas kun je de kleuren vinden.

zouten herkennen doe je zo: 

Zouten geven vaak ook een mooie herkenbare kleur af wanneer je de zouten in de vlam houdt

• vlamkleuring? tabel 38 binas
• zouten worden vanwege de kleuren vaak gebruikt in vuurwerk

Zouten herkennen doe je zo

Is de zout oplosbaar of niet?

Gebruik het oplosbaarheidstabel in je Binas 

Een zout herkennen?

1. oplosbaarheid?

2. herkenning door neerslagreactie.

3. kleur in oplossing

4. vlamkleuring

Zouten herkennen

Als je niet weet met welk zout je te maken hebt dan kun je de volgende herkenningspunten gebruiken:

1. Kijk naar de kleur. Koperionen geven een blauwe kleur, ijzerionen een bruine kleur. Positieve ionen kunnen ook een vlam verkleuren (Binas tabel 38).
2. Kijk naar verschil in oplosbaarheid.
3. Lost het zout op?
4. Gebruik een neerslagreactie om onderscheid te maken.