Spellen Blok 1 (2/3)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Wat gaan we doen?

- Terugblik (3 min.)

- Lesdoelen doornemen (2 min.)

- Wat weet je nog? (5 min.)

- Instructie (8 min.)

- Zelf aan de slag (20 min.)

- Evaluatie (5 min.)

Vorige keer:

- kenmerken van de persoonsvorm

- verschil tussen ik-vorm en stam van een ww

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ...kun je de regels voor het spellen van de persoonsvom in de tegenwoordige tijd uitleggen

• ...kun je de persoonsvorm vervoegen in de tegenwoordige tijd

Wat is de stam van het werkwoord ''geloven''?

1. geloov-
2. gelov-
3. gelof-
4. geloof-

Geef aan welke zin hoort bij de kenmerken: enkelvoud, tweede persoon, tegenwoordige tijd.

1. Ik lees een spannend boek.
2. Jij las een spannend boek.
3. Zij las een spannend boek.
4. Jij leest een spannend boek.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv t.t.)

De persoonsvorm ken je al. Het is het werkwoord in de zin dat verandert als je zin van persoon, tijd óf getal verandert.

LET OP! In sommige zinnen zitten meerdere persoonsvormen.

De persoonsvorm (pv) spellen in de tegenwoordige tijd (t.t.)

Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, zijn er maar drie mogelijkheden..

Tegenwoordige tijd

1. Ik-vorm

2. Ik-vorm + t
3. Hele werkwoord

Bekijk de regels en leer goed wanneer je welke vorm gebruikt!

Vormen

1. Ik-vorm

Enkelvoud ik-vorm of jij/je erachter:

schrijf alleen de stam

ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij?

fiets jij?

praat jij?

vind jij?

2. Ik-vorm + T

Enkelvoud tweede en derde persoon

schrijf de ik-vorm + t

jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

3. Hele werkwoord

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord

wij lopen

zij fietsten

jullie praten

Fred en Laurien vinden

(wandelen t.t.)

2. Je ..... daar niet graag, hé?

(bereiden t.t.)

2. Hoe ........ je een lekkere kop koffie?

Bij welke werkwoorden komt er bij de 2e en 3e persoon géén t achter de
ik-vorm?

1. verzetten
2. ontbinden
3. kruiden
4. verlaten

Zelf aan de slag!

- Maak opdr. 8 t/m 11 (blz. 28-29).

- Je mag samenwerken, maar overleg zachtjes!

- Klaar? Kijk je werk na!

Had je alles goed? 

--> Maak de plusopdrachten (paars)

--> Ga verder met lezen

Had je een paar foutjes in de opdrachten?

--> Maak de extra oefeningen (blauw)

--> Maak één van de plusopdrachten

Extra oefening 

1. Ik-vorm maken

2. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (1)

3. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (2)

Plusopdrachten

1. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (1)

2. Maak, om een klasgenoot te testen, 7 uitdagende en originele quizvragen over de persoonsvorm t.t. Je mag daarvoor gebruik maken van Kahoot (let op: je hebt wel een account nodig!)

-> stuur je quizvragen aan het einde van de les naar: [e-mail]

Welke drie mogelijkheden zijn er bij het vervoegen van de p.v. in de t.t.?

Maak een zin met het werkwoord 'lezen' in de t.t., derde persoon enkelvoud.

Omschrijf in één woord wat je van de les vond.