WK 36: Les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Wat gaan we doen?

- Lesdoelen doornemen 

- Uitleg: werkwoordspelling t.t.

- Zelf aan de slag in Talent Online 

   --> Klassencode krijg je straks

- Evaluatie 

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ...ken je het verschil tussen de stam en ik-vorm
• ...kun je de regels voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd uitleggen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv t.t.)

De persoonsvorm ken je al. 

Het is het werkwoord in de zin dat verandert als je zin van persoon, tijd óf getal verandert.

LET OP! In sommige zinnen zitten meerdere persoonsvormen.

0

De persoonsvorm (pv) spellen in de tegenwoordige tijd (t.t.)

Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, zijn er maar drie mogelijkheden..

1. Ik-vorm

Enkelvoud ik-vorm OF jij / je erachter:

ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij?

fiets jij?

praat jij?

vind jij?

2. Ik-vorm + T

Hij / zij / het   OF     je / jij vóór de  pv

jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

3. Hele werkwoord

Wij / zij / jullie

wij lopen

zij fietsten

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Zelf aan de slag!

• Ga naar Talent online, hfst. 1 Spelling

• Maak opdr. 2, 4, 5, 6 en 8.

     --> opdracht 3 en 7 hoef je dus niet te maken!

• Klaar? Kijk je werk na. 

• Weet je niet hoe dat moet? Kom bij me langs!

Extra oefening 

1. Ik-vorm maken

2. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (1)

3. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (2)

Plusopdrachten

1.  Maak de plusopdracht (opdr. 27) op blz. 26

2. Persoonsvorm vervoegen in t.t. 

3. Maak, om een klasgenoot te testen, 7 uitdagende en originele quizvragen over de persoonsvorm t.t. Je mag daarvoor gebruik maken van Kahoot (let op: je hebt wel een account nodig!)

Bij welke werkwoorden komt er bij de 2e en 3e persoon géén t achter de
ik-vorm?

1. ontmoeten
2. krijten
3. bidden
4. bereiden