1.5 wwg en ond

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

1.5 wwg en ond

Aan het einde van de les kan je;

-het werkwoordelijk gezegde uit de zin halen

-het onderwerp uit de zin halen

-de getalproef uitvoeren

Hoeveel zinsdelen?
Heb jij de schone was opgeruimd?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoeveel zinsdelen?
De muis loopt door de gang.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Persoonsvorm:

ik vind de persoonsvorm door:

- de zin vragend te maken

- de zin in een andere tijd te zetten (tijdproef)

- de zin te veranderen van enkelvoud naar meervoud (of andersom) (getalproef)

Werkwoordelijk Gezegde (WG)

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin.
Dus OOK de persoonsvorm!

De politie heeft de winkeldief betrapt.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. De politie heeft
2. De winkeldief betrapt
3. De winkeldief
4. Heeft betrapt

werkwoordelijk gezegde?

Hij heeft gisteren zijn pap niet gegeten.

1. hij heeft
2. heeft
3. heeft gegeten
4. heeft zijn pap gegeten

Getalproef

Je verandert de persoonsvorm van enkelvoud in meervoud/ van meervoud in enkelvoud. 

Het onderwerp verandert mee.

Het kind gaat naar school.                         De hond en de kat spelen.

De kinderen gaan naar school.                De hond speelt.

Hoe vind je het onderwerp?

-getalproef

- wie/wat + pv?= onderwerp

basiszin

Een basiszin heeft dus een wwg en een onderwerp.

Bijvoorbeeld: 

Ik loop

Wij fietsen

De hond kwispelt 

Die uitzending wordt morgen herhaald.

Neem de zin over zet zinsdeelstrepen en noteer

pv=

gez=

ond=

Die uitzending wordt morgen herhaald
ond=?

1. wordt herhaald
2. wordt
3. uitzending
4. die uitzending

Tim en Willem zijn naar de sportschool geweest.

Neem de zin over zet zinsdeelstrepen en noteer

pv=

gez=

ond=

Tim en Willem zijn naar de sportschool geweest.
ond=.....

Heb jij het huiswerk nog gemaakt?

ond =

wwg = heb gemaakt

wie of wat heeft gemaakt? 

1. heb
2. heb gemaakt
3. het huiswerk
4. jij

Ik heb hier helemaal geen bereik.

ond =

wwg = heb

wie heb (heeft)? .....

1. heb
2. hier
3. geen bereik
4. ik

Onze kat heeft een muis gevangen.

ond =

wwg = heeft gevangen

wie heeft gevangen: ........

1. onze kat
2. heeft
3. een muis
4. heeft gevangen

Dat heb je mooi gemaakt!
heb =

1. PV
2. OND
3. WWG

Kunnen jullie dat probleem zelf oplossen?
kunnen =

1. PV
2. OND
3. WWG

De dokter heeft de patiënt grondig onderzocht.
heeft onderzocht =

1. PV
2. OND
3. WWG