Oefentoets Bewegingsonderwijs

• BOS didactiek
• MBO
• Studiejaar 3

Oefentoets

instructies:

Lees onderstaande instructie goed door!

De toets bestaat uit 10 open vragen, respectievelijk A en B-vragen.

Puntenwaardering:

Bij elke vraag staan het maximaal aantal punten beschreven. in totaal zijn er 74 punten te halen!       37 = 5,5

Punten worden toegekend ter beoordeling van de docent.

instructies:

De toets gaat beginnen. Je kan niet door de vragen heen scrollen! Ben je dus eenmaal bij de volgende vraag dan kun je niet meer terug!

Vergeet niet je antwoord te bevestigen voordat je naar de volgende vraag gaat!

Succes!!

1. A. Hoe leer ik methodisch de handstand aan? Noem 5 stappen. (5 pnt)

1. B. Hoe leer ik methodisch de wendsprong over de kast aan? Noem 5 stappen (5 pnt)

2. A. Noem de 12 leerlijnen uit het basisdocument bewegingsonderwijs. (12 pnt)

B. Kies uit de leerlijn Klimmen één bewegingsthema. Beschrijf hiervan de ontwikkelingslijn met bijbehorende voorbeelden per groep. (1/2 - 3/4 - 5/6 en 7/8) (4x2 = 8 pnt)

3. Noem 3 doelen van het zelfregulerend werken van de leerlingen tijdens de les. (3 pnt)

4. Noem drie uitdagende
balanceeractiviteiten voor groep 7 / 8. (3 pnt)

5. Noem de opbouw van het over de kop gaan (4 stappen). (4 pnt)

6. Formuleer twee concrete doelstellingen (4 voorwaarden) bij het geven van een lesonderdeel uit een willekeurige leerlijn. 1 doel voor groep 3/4 en 1 doel voor groep 5/6.
(2x4=8 pnt)

7. A. Noem 3 punten van veiligheid die te maken hebben met organisatie tijdens de les. (3 pnt)

7. B. Noem 3 punten van veiligheid die te maken hebben met je persoon en houding
tijdens de les. (3 pnt)

8. Voor welk soort oefenvorm kies je zeker niet als je kiest voor de hindernisbaan op tijd? Noem één oefenvorm. Motiveer je antwoord. (2x2 = 4 pnt)

9. Bedenk een lessenreeks van 3 lessen voor groep 8, waarbij je aan het eind van de laatste les graag zou willen zien dat de leerlingen 3-3 een partijtje basketballen op 1/3 veld.
(3x2 = 6 pnt)

10. A Noem het cyclische verloop van een micro-planning. (4 pnt)

10. B Eén van de vier functies van planning is de verantwoordingsfunctie, waarbij je je acties moet kunnen verantwoorden bij bijvoorbeeld de directie of ouders. Noem de andere drie belangrijke functies van planning met een korte toelichting. (3x2 = 6 pnt)