Havo 4 basis 1-2-3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Havo 4 basis 1-2-3

De hoofdgedachte van een tekst kun je in 1 woord opschrijven.

1. Waar
2. Niet waar

De hoofdgedachte van een tekst is hetzelfde als de titel.

1. Waar
2. Niet waar

In een betogende tekst is het standpunt van de schrijver de hoofdgedachte.

1. Waar
2. Niet waar

Welke twee soorten titels heb je?

1. Informerende en amuserende titel
2. Interessante en informerende titel
3. Poëtische en literaire titel
4. Motiverende en informerende titel

In een slot van een tekst staat altijd een conclusie en samenvatting

1. Waar
2. Niet waar

Bij welk onderwerp hoort deze hoofdgedachte?

De salarissen van voetbalvrouwen zouden net zo hoog moeten zijn als die van mannen.

1. Voetbalvrouwen in vergelijking met voetbalmannen
2. Salaris van mannen en vrouwen
3. Salaris van voetbalvrouwen
4. Het salaris van voetbalvrouwen vergeleken met die van mannen

Welke onderwerp pas bij deze hoofdgedachte?

Mobiele telefoons moeten verboden worden op middelbare scholen.

1. Mobiel thuis laten
2. Telefoonverbod op middelbare scholen
3. Niet meer appen en snappen
4. Mobiele telefoons

Wat doet een schrijver van een tekst in de inleiding?

1. Stelt vragen aan de lezer om aandacht te trekken.
2. Vertelt iets over het onderwerp van zijn tekst.
3. Geeft aan welk standpunt hij zal beargumenteren.
4. Trekt de aandacht van de lezer en introduceert het onderwerp

Aan de slag met je weektaak!