Quiz Thema 2 bas 4 t/m 7

Thema 2 basisstof 4 t/m 7
Wat weet jij al?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 2 basisstof 4 t/m 7
Wat weet jij al?

Slide 1 - Diapositive

door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel
A
nee niet waar
B
weet ik niet
C
het kan
D
klopt

Slide 2 - Quiz

Wat is bevruchting?
A
Eicel smelt samen met zaadcel
B
Eicel gaat zich delen
C
Zaadcel gaat zich delen
D
Eicel met zaadcel deelt zich tot een baby

Slide 3 - Quiz

Bij bevruchting ontstaat een bevruchte zaadcel.
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Wat is innestelen?
A
Eicel en zaadcel komen samen
B
Eicel komt vrij
C
Start van bevalling
D
bevruchte eicel gaat in baarmoederslijmvlies zitten.

Slide 5 - Quiz

Bekijk de afbeelding en zet de juiste nummers bij de genoemde onderdelen.
vruchtvliezen
Foetus
Vruchtwater
Navelstreng
1
2
3
4
5
7
8

Slide 6 - Question de remorquage

Welke vorm van prenataal onderzoek wordt hier afgebeeld?
A
De echo
B
NIP-test
C
Vruchtwaterpunctie
D
Vlokkentest

Slide 7 - Quiz



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens iedere stap van de bevalling?
De baarmoedermond gaat open.
De baby wordt door weeën naar buiten geduwd. 
De placenta wordt met vruchtvliezen en de navelstreng naar buiten geduwd. 
uitdrijving
nageboorte
ontsluiting

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep de onderdelen van een bevalling in de juiste volgorde van begin tot eind
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 10 - Question de remorquage

Wie gebruikt welk voorbehoedsmiddel?
Man
Vrouw
Anticonceptiering
Spiraal
De pil
Condoom
Anticonceptiepleister
Prikpil

Slide 11 - Question de remorquage

Koppel de voorbehoedsmiddelen aan de juiste uitspraak
Voorkomt innestelen bevruchte eicel
voorkomt een rijpe eicel
voorkomt dat een zaadcel bij een eicel kan komen

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is GEEN voorbehoedsmiddel?
A
Spiraaltje
B
Prikpil
C
Anticonceptiering
D
Zwangerschapstest

Slide 13 - Quiz

Voorbehoedsmiddelen beschermen je tegen SOA's
A
Alle
B
Sommige
C
Geen enkele

Slide 14 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Vrouwen condoom
B
Nuvaring
C
Mannen condoom
D
Hormoon staafje

Slide 15 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Hormoonstaafje
B
Prikpil
C
Spiraaltje
D
Sterilisatie

Slide 16 - Quiz

Dit voorbehoedsmiddel is bekend als
A
het spiraaltje
B
sterilisatie
C
het pessarium
D
de nuvaring

Slide 17 - Quiz

Voorbehoedsmiddel die je beschermt tegen soa:
A
De pil
B
Het condoom
C
Het spiraal
D
De prikpil

Slide 18 - Quiz

Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare acties
B
een vorm van griep
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
een vorm van verkoudheid

Slide 19 - Quiz

Hoe voorkom je een SOA?
A
Anticonceptie pil
B
Goed wassen na de seks
C
Antibiotica
D
Condoom

Slide 20 - Quiz

Bij een SOA heb je altijd klachten?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Hoe goed ben je al voorbereid op de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage