10.1 Indicatoren

10.1 Indicatoren
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

10.1 Indicatoren

Slide 1 - Diapositive

PH = Zuurgraad van een oplossing

Slide 2 - Diapositive

Wat is zuur ?
Een zure oplossing smaakt zuur en kan bijtend voelen op je huid. De zuurgraad (pH-waarde) geeft aan hoe zuur een oplossing is. Zuur: pH < 7

Slide 3 - Diapositive

Zuur (zure stof)
-Voorbeelden zijn: azijn, citroenzuur, maagzuur, zoutzuur, augurk en zure matjes als snoep.
- Als iets zuurder is betekent het ook dat het agressiever is en je moet er dan ook voorzichtiger mee omgaan.

Slide 4 - Diapositive

Base
-Basische oplossingen zijn het tegenovergestelde van een zure oplossing. 
-Een basische oplossing is een mengsel van water en een stof die je base noemt. De pH ligt tussen de 7 en 14. Hoe basischer een oplossing, hoe hoger de pH. Een oplossing die erg basisch is, is ook agressiever. 

Slide 5 - Diapositive

Base
-Een basische smaak is moeilijk voor te stellen. Broccoli is een groente met een basische smaak. 
-Maar een ander voorbeeld is zeep, ammonia en gootsteen ontstopper 

Slide 6 - Diapositive

Zuiver Water is neutraal

Een neutrale oplossing is niet zuur en niet basisch. Een neutrale
oplossing is niet schadelijk.

Een oplossing met een te lage pH (zuur) of met een te hoge pH (base) hebben een bijtende werking en tasten je huid aan.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

PH Meten
Universeel indicatorpapier




Lakmoespapier
Rodekoolsap
Zuur-base indicatoren BINAS 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Aantekening

Slide 11 - Diapositive