13-3 A1

Welkom bij de les Nederlands!
  • Telefoons in de tas
  • Pak je spullen erbij
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij de les Nederlands!
  • Telefoons in de tas
  • Pak je spullen erbij

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Uitleg grammatica hoofdstuk 3
  • Informatie uiteenzetting
  • Feedback geven op elkaars uiteenzetting
  • Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Na de uitleg:
- weet je wat een lijdend voorwerp is;
- weet je hoe je deze kunt vinden in de zin;






Slide 3 - Diapositive

Even een stukje herhaling....
  • Schrijf de volgende zin over en ontleed hem:

Veel beroemde zangeressen hebben in hun carrière al eens een prijs gewonnen.


1. Zet (...) om de persoonsvorm.

2. Zet zinsdeelstrepen in de zinnen

3. Zet (...) om het onderwerp en {..}, [...}, [...] om de werkwoordelijke rest of [[...]] om de naamwoordelijke rest.

Slide 4 - Diapositive

Even een stukje herhaling....
  • Schrijf de volgende zin over en ontleed hem:

(Veel beroemde zangeressen) \(hebben) \in hun carrière \ al eens \ een prijs\ {gewonnen}.


1. Zet (...) om de persoonsvorm.

2. Zet zinsdeelstrepen in de zinnen

3. Zet (...) om het onderwerp en {..}, [...}, [...] om de werkwoordelijke rest of [[...]] om de naamwoordelijke rest.

Slide 5 - Diapositive

Welke zin hoort niet in het rijtje?

Jan slaat de jongen.


Pieter kust zijn vriendin.


De hond is lief.



Slide 6 - Diapositive

Welke zin hoort niet in het rijtje?

Jan slaat de jongen.

(De jongen wordt geslagen.)


Pieter kust zijn vriendin.

(De vriendin wordt gekust.)


De hond is lief.

(???)


Slide 7 - Diapositive

Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets/iemand iets 'overkomt'. 


Lijdend voorwerp is:

Wat/wie+ werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Let op: in een zin waarin een KWW staat, staat nooit een lijdend voorwerp!
Naamwoordelijk gezegde = géén lijdend voorwerp!

Slide 8 - Diapositive

Groepsopdracht
  • Werk in groepjes van 4
  • Elk groepslid krijgt een andere rol (onderwerp, pv, ww gezegde, lv)
  • Maak samen 4 zinnen 
  • Iedere rol bedenkt zijn eigen stukje van de zin. 
  • Zorg dat ALLE rollen in je zin zitten
timer
2:00

Slide 9 - Diapositive

Doorgeven
  • Zoek op:  
  1. persoonsvorm
  2. onderwerp
  3. ww gezegde
  4. lijdend voorwerp
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Doorgeven
  • Controleer:  
  1. persoonsvorm
  2. onderwerp
  3. ww gezegde
  4. lijdend voorwerp
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

Teruggeven
Je krijgt jullie eigen blad terug.
Wat vind je van de opmerkingen?
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Het antwoord op de vraag:
wie/wat + ww.gezegde + onderwerp is het......
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm

Slide 14 - Quiz

Opa koopt een vaas.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
koopt
B
opa
C
een vaas
D
vaas

Slide 15 - Quiz

De zusjes spelen verstoppertje.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
de
B
zusjes
C
spelen
D
verstoppertje

Slide 16 - Quiz

Bram gaat verven.

Bram is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Kartriene wil graag een pop voor haar verjaardag.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
Katriene
B
wil
C
een pop
D
voor haar

Slide 18 - Quiz

Genoeg over het lijdend voorwerp...

Slide 19 - Diapositive

Uiteenzetting
  • Pak je uiteenzetting erbij.
  • Je hebt de stappen 1 tot en met 13 uit de module gevolgd. Jouw eigen deel bestaat uit ongeveer 650 woorden.
  • Ga met je groepje bij elkaar zitten.

Slide 20 - Diapositive

Feedback uiteenzetting
  • Wissel de uiteenzettingen uit. Zorg ervoor dat niemand zijn eigen uiteenzetting heeft.
  • Geef je groepsgenoot tips & tops. Gebruik potlood.
  • Gebruik het 'beoordelingsformulier uiteenzetting' uit de module en de voorbeelduiteenzetting.

Slide 21 - Diapositive

Feedback uiteenzetting
  • Houd je eigen uiteenzetting bij en verwerk de feedback.
  • Zorg ervoor dat je je uiteenzetting maandag weer bij je hebt.
  • Dan gaan we verder met de groepsopdracht.

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag!

Grammatica:

H3: opdr. 1 t/m 11

Leesvaardigheid:

Alle opdrachten van hoofdstuk 3, hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 + proeftoets.

Schrijfvaardigheid:

Eigen deel uiteenzetting af en feedback verwerken

Spelling:
werken aan H4

Slide 23 - Diapositive