H1P4 deel 2

Hoofdstuk 1 Heb je dat nodig
Paragraaf 3 Wat wil je kopen 
 
Heb je dat nodig?

Paragraaf 1 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 Heb je dat nodig
Paragraaf 3 Wat wil je kopen 
 
Heb je dat nodig?

Paragraaf 1 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  1. Herhalen 
  2. Uitleg 2e deel paragraaf 4
  3. Zelf aan de slag:
    - nakijken 
    - opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

 Sleep het voorbeeld naar het juiste inkomen 
Loon
Uitkering
Winst 
Eigen bedrijf
Werken voor een baas
Overheid

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is een begroting?
A
een overzicht van uitgaven
B
overzicht van inkomsten
C
het op elkaar afstemmen van uitgaven en inkomsten
D
overzicht van verwachte uitgaven en inkomsten

Slide 4 - Quiz

Guusje krijgt € 7,80 per week aan zakgeld.
Bereken hoeveel dat is, omgerekend per maand. Schrijf de berekening op.


Slide 5 - Question ouverte

Iris krijgt €36 zakgeld per maand. Hoeveel is dat per week?

Slide 6 - Question ouverte

Leerdoelen
  1. Je weet welke soorten inkomens er zijn.
  2. Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.
  3. Je kunt bedragen omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
  4. Je weet welke drie groepen uitgaven er zijn.
  5.  Je kunt berekenen hoeveel geld je per maand moet reserveren.




Slide 7 - Diapositive

Uitgaven
vaste lasten = uitgaven die je met vaste regelmaat moet betalen.

Huishoudelijke uitgaven/ Dagelijkse uitgaven = Zijn de uitgaven voor je huishouden

Incidentele  uitgaven = (meestal) grote uitgaven die je af en toe doet

Slide 8 - Diapositive

timer
2:00
vaste lasten


dagelijkse uitgaven


incidentele uitgaven

Slide 9 - Question de remorquage

Reservering berekenen
Reservering per maand = benodigd bedrag ÷ aantal maanden

Voorbeeld
Over 2 maanden is het kerstvakantie. Dan wil je een snowboard kopen van € 225. Hoeveel moet je per maand reserveren?
  • reservering per maand = € 225 ÷ 9 (maanden) = € 22,50

Slide 10 - Diapositive

Voor de volgende zomer wil je een hoverboard kopen van€300, Je hebt er al €60 voor gespaard. Je kunt nog 8 maanden sparen. Welk bedrag moet je de komende tijd per maand reserveren?

Slide 11 - Question ouverte

Zelf aan de slag 
Zelf nakijken Hoofdstuk 1, paragraaf 1 (1.1)

Huiswerk:
Hoofdstuk 1, paragraaf 2 (1.2)
opdrachten 20 t/m 30 + 34+35
bladzijde 14 t/m 17 + 19 

Klaar?
 Eerst nakijken 
Oefentoets bladzijde 38,
Herhalingsopdrachten bladzijde 






Bk1a
We gaan aan de slag met:

1.4 : opdracht 58,59,60 en 61


Klaar? 
  • Maak opdracht 62,63 64 en 65


rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 12 - Diapositive

Zelf aan de slag 
Zelf nakijken Hoofdstuk 1, paragraaf 1 (1.1)

Huiswerk:
Hoofdstuk 1, paragraaf 2 (1.2)
opdrachten 20 t/m 30 + 34+35
bladzijde 14 t/m 17 + 19 

Klaar?
 Eerst nakijken 
Oefentoets bladzijde 38,
Herhalingsopdrachten bladzijde 






VM1a
We gaan aan de slag met:

1.4 :  maak t/m opdracht 52


Klaar? 
  • maak het huiswerk af t/m opdracht 55


rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 13 - Diapositive