2H: Thema 5: BS 2: Chromosomen

Thema 5: BS 2:
Chromosomen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 5: BS 2:
Chromosomen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
-Terugblik 
-Uitleg BS 2: Chromosomen
-Oefenopdrachten
-Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In afbeelding 1 wordt een kuiken van een slechtvalk weergegeven. In afbeelding 2 wordt hetzelfde dier weergegeven, enkele jaren later. Het kuiken is een volwassen dier geworden.

Welke uitspraak is juist?
A
Ze hebben NIET hetzelfde genotype & fenotype
B
Ze hebben enkel hetzelfde fenotype
C
Ze hebben enkel hetzelfde genotype
D
Ze hebben zowel hetzelfde genotype als fenotype

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

-Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
-Je kunt uitleggen hoe bij mensen het geslacht wordt bepaald a.d.h.v. geslachtschromosomen.
-Je kunt uitleggen hoe geslachtelijke voortplanting voor variatie in genotypen zorgt.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chromosomen
-Chromosomen komen voor in paren
-Beide delen van 1 paar, bevatten dezelfde genen 

Hoeveel paren heb je in 1 celkern?
Is deze afbeelding van een man of een vrouw?


46 chromosomen in iedere lichaams cel, dus 23 paren

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslacht
-Bepaald door het 23e chromosomen paar
XX = vrouw
XY = man

Wat als dit niet zo is?
-> intersekse
Interview van spuiten en slikken:
https://www.youtube.com/c/spuitenslikken/videos
-XY meisjes of XX jongens
-Bij een intersekse baby heeft deze zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken
-Iemand kan ook de geslachtskenmerken van 1 sekse hebben, met een mix van m/v hormonen/chromosomen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

A: Hoeveel chromosomen heeft deze persoon?

B: De geslachtskenmerken komen overeen met het genotype. Is dit biologisch gezien een jongen of een meisje?
A
A: 23 B: jongen
B
A: 23 B: meisje
C
A: 46 B: jongen
D
A: 46 B: meisje

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatie op chromosomen
2 chromosomen van 1 paar bevatten informatie voor dezelfde eigenschappen

dezelfde kleur? = informatie is gelijk
andere kleur? = informatie is niet gelijk

Hoe kan het dat informatie 
soms verschilt?
Het ene chromosoom komt van je moeder en de andere van je vader
-Om deze reden zijn de bandjes van ook even breed
Bijv.: op chromosomenpaar 2 ligt de informatie voor oogkleur
Bijvoorbeeld:
informatie gelijk: beide chromsomen bevatten informatie voor een blauwe oogkleur
informatie ongelijk: 1 chromosoom bevat informatie voor een blauwe oogkleur en 1 chromosoom bevat informatie voor een bruine oogkleur
= verschillende varianten van een gen
Voorbeeld
-2 chromsomen uit 1 paar
Op beiden:
- 1 gen voor oogkleur
- 1 gen voor haarkleur

Varianten:
-2x informatie voor een blauwe oogkleur
-1x informatie voor blond haar & 1x informatie voor bruin haar

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hier zijn vier cellen schematisch getekend, met daarin chromosomenparen.

In welke cel zijn de chromosomen juist getekend?
A
cel 1
B
cel 2
C
cel 3
D
cel 4

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtscellen
-Chromosomen enkelvoudig (niet in paren) = 23 in de kern
-Ontstaan door meiose

Bij geslachtelijke voortplanting ontstaat veel variatie in genotypen!


Meiose: 
-Chromosomen worden verdeeld over dochtercellen (geslachtscellen!)
-Elke geslachtscel (spermacel/eicel) krijgt 1 chromosoom van een chromosomen paar
Voorbeeld
-Lichaamscel (links) met 3 chromosomenparen
-Vormpje gelijk = genen met informatie voor één eigenschap (bijv. rondje = haarkleur)
-Kleuren verschillend = informatie voor de eigenschap verschillend (bijv. paars rondje = blond & groen rondje = bruin haar)
-> steeds 1 chromosoom beland in de zaadcel! (toeval welke)
XX/XY
-Het geslachtschromosoom van een eicel is altijd X
-Het geslachtschromosoom van een zaadcel is X óf Y

Slide 10 - Diapositive

Waarom zie je er niet precies zo uit als je ouders?
Een stel verwacht een zoontje. De man is kleurenblind. Hij heeft op zijn X-chromosoom een gen voor kleurenblindheid.

Kan de vader het gen voor kleurenblindheid doorgeven aan zijn zoon?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
NEE, want:
-Als het kind een zoon is, kan de man alleen zijn Y-chromosoom hebben doorgegeven. Deze bevat NIET het gen voor kleurenblindheid

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

de volgende les
Huiswerk:
Online maken bs 2



Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions