Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Sport, voeding en gezondheid
Slide 1 - Diapositive
Wat staat je deze les te wachten?
1. LessonUp over sport, voeding en gezondheid
2. Slotopdracht; 'Stel een spetterend dagmenu samen'. (bij voldoende tijd)
3. Tijd voor de mentor voor overige zaken
Slide 2 - Diapositive
Wanneer ben je gezond?
Slide 3 - Carte mentale
Hoelang kan een goed doorvoede man (die nog wel mag drinken) zonder eten? (voordat hij doodgaat)
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
Waarom is vet eten zo lekker?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Vidéo
= Feit
= Fabel
Is de stelling een feit (ga staan) of fabel (ga zitten).
Kan iemand uitleggen waarom?
Slide 8 - Diapositive
= Feit
= Fabel
De meeste vitamine C haal je uit groente
Slide 9 - Diapositive
Fabel
Vitamine C zit met name in fruit zoals sinaasappel en kiwi en in sommige groentesoorten waaronder paprika en kool. In veel andere groenten zit een stuk minder vitamine C, maar zitten tal van andere vitamines en mineralen.
Slide 10 - Diapositive
= Feit
= Fabel
Vetten heb je ook nodig in je eetpatroon.
Slide 11 - Diapositive
Feit
Er zijn vitamines die alleen in vetten zitten. Daarnaast is vet een belangrijke bouwstof. Sommige vetten zijn wel slecht voor de gezondheid, dit zijn verzadigde- en transvetten.
Slide 12 - Diapositive
= Feit
= Fabel
Je hebt vlees nodig om genoeg eiwitten binnen te krijgen.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Hoelang moet je hardlopen om een hamburger van de Mac (big Mac) te verbranden?
Slide 15 - Carte mentale
Antwoord:
45 minuten
Slide 16 - Diapositive
Voor hoeveel % bestaat een komkommer uit water?
A
50%
B
75%
C
85%
D
meer dan 96%
Slide 17 - Quiz
Bekijk op de volgende dia het filmpje over roken en sporten.
Er volgt daarna een vraag over het filmpje.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Wat is een 'kong' bij het freerunnen?
A
je zet alleen je handen neer en springt over iets heen
B
je springt eerst over iets heen en zet dan je handen neer
C
je draait om je as heen
Slide 20 - Quiz
Hoe hard gaat de snelste man ter wereld? (Usain Bolt)
A
44,7 km per uur
B
45,3 km per uur
C
43 km per uur
D
44,9 km per uur
Slide 21 - Quiz
Wat eet Lieke?
Wat eet Oma?
Slide 22 - Diapositive
Verschillende dagmenu's
Bespreek klassikaal wat de verschillen zijn tussen een topsportdieet en het dieet van oma (volgens jullie)