4v - oefenen voor de gram.toets

Vervoeg: être [présent]
timer
1:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Vervoeg: être [présent]
timer
1:00

Slide 1 - Question ouverte

je suis
tu es
il est 
nous sommes
vous êtes
ils sont
Wat is de overeenkomst tussen
de futur en de conditionnel?
timer
1:00

Slide 2 - Question ouverte

Ze delen dezelfde 'stam', namelijk het hele werkwoord. 

Let op: bij een heel werkwoord op -re vervalt de laatste -e, en dan voeg je de uitgang toe. Je rendrai (rendre)

Uiteraard zijn er ook uitzonderingen (être, faire, enz.)
De stam van -être- in de futur is...
A
être
B
êtrai
C
ser
D
serai

Slide 3 - Quiz

De stam van être in de futur = ser

Daar voeg je de uitgangen aan toe (ai, as, a, ons, ez, ont). 
Avoir, futur, je
timer
0:50

Slide 4 - Question ouverte

J'aurai
Geef de vormen van het bijvoeglijk naamwoord "rouge" (mnl ev, vrl ev, mnl mv, vrl mv)

Slide 5 - Question ouverte

mannelijk enkelvoud: rouge
vrouwelijk enkelvoud: rouge
mannelijk meervoud: rouges
vrouwelijk meervoud: rouges

Bij vrouwelijk enkelvoud komt er niet een extra -e bij. 
Is het werkwoord regelmatig of onregelmatig?

Sleep de werkwoorden naar de juiste categorie
Regelmatig
Onregelmatig
être
adorer
avoir
écouter
chanter
aimer
faire
parler

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord 'parler' naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
habitez
regardons
détestent
joue
danses

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Avoir, imparfait, nous

Slide 8 - Question ouverte

Nous avions

nous-vorm van de présent = avons
- ons = stam = av
PRÉSENT
Werkwoorden op -er
Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -re
Uitgangen:
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
Uitgangen:
-s, -s, ..., -ons, -ez, -ent
Uitgangen: 
-is, -is, -it, -issons, -issez, -issent

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Frans bij een regelmatig werkwoord op -er ? Zet de stappen in de juiste volgorde
- Haal de -er weg
- Pak het hele werkwoord
- Zet er een é voor in de plaats

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op: er staan hier alleen =voltooid deelwoorden=
Regelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden
Helemaal raar
eu
aimé
donné
été
rencontré
regardé
al

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De stam van "faire" in de futur = fer
Vrai
Faux

Slide 12 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

j'ai les notes > maak deze ontkennend met 'nog geen'

Slide 13 - Question ouverte

Je n'ai pas encore les notes.

ai = persoonsvorm, daar komt de ontkenning omheen te staan. let in dit geval op de klinkerbotsing van ne en ai. 
Bezittelijk voornaamwoord: vertaal > ce sont ... cousins [onze]
A
notres
B
nos
C
notreus
D
nous

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de zin op de juiste volgorde:
j' - donné - des - mes - aujourd'hui - cadeaux - parents - ai - à

Slide 15 - Question ouverte

j'ai donné des cadeaux à mes parents aujourd'hui (aujourd'hui mag ook helemaal vooraan).
Benoem de zinsdelen van de zin: aujourd'hui j'ai donné des cadeaux à mes parents (ow, lv, mw, wwg, bep.tijd/plaats)

Slide 16 - Question ouverte

j' = onderwerp
ai donné = werkwoordelijk gezegde
des cadeaux = lijdend voorwerp
à mes parents = meewerkend voorwerp
aujourd'hui = tijdsbepaling